ECLI:NL:RBNHO:2017:1937

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2017
Publicatiedatum
10 maart 2017
Zaaknummer
15/971002-14 (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grootschalige en grensoverschrijdende handel in verdovende middelen via internetmarktplaatsen

Op 10 maart 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 57-jarige verdachte, die werd beschuldigd van grootschalige en grensoverschrijdende handel in verdovende middelen, waaronder XTC-pillen en LSD. De verdachte handelde als anonieme aanbieder op verschillende internetmarktplaatsen zoals Silkroad, Agora en Evolution. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vierenhalf jaar op, ondanks zijn blanco strafblad. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de omwisseling van bitcoins naar euro's niet als een 'noodzakelijke schakel' kon worden beschouwd in het kader van witwassen. De verdachte had een aanzienlijke hoeveelheid hard- en softdrugs voorhanden en de rechtbank oordeelde dat de opbrengsten van de drugshandel waren gewitwassen. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte zijn bekennende proceshouding ten gunste van hem had gewogen, maar dat de ernst van de feiten een aanzienlijke straf rechtvaardigde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn handelen de volksgezondheid in gevaar had gebracht en dat de handel in harddrugs ernstige maatschappelijke gevolgen met zich meebracht. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar voor meerdere feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en witwassen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/971002-14 (P)
Uitspraakdatum: 10 maart 2017
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13, 14,16 en 24 februari 2017 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.M. Egberts en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.W.P. Beijen, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, alsmede wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 16 december 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of
bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (in
een personenauto van het merk Mercedes gekentekend [kenteken]), in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad-, (ongeveer)
- 10,33 kilogram amfetamine en/of
- 3,41 kilo MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of
- 1,17 kilo 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of
- 1000 zegels LSD (lysergide),
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA
(3 ,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of 2C-B (4-broom-2,5 -
dimethoxyfenethylamine) en/of LSD (lysergide), zijnde amfetamine en/of MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetamine) en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine)
en/of LSD (lysergide) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2:
hij op of omstreeks 16 december 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in
Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer)
-9,6 kilogram en/of 1,2 kilogram MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), in elk
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetaxuine), zijnde MDMA (3,4-ethyleendioxymethamfetamine)
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
hij op of omstreeks 16 december 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in
Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 1,1 kilogram, in elk gevat een
hoeveelheid van meet dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij
de Opiumwet behorende lijst II;
Feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2012 tot en met 16 december 2014,
althans op of omstreeks 16 december 2014, te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, van (een) voorwerp(en), te weten een of neer (grote) (contante)
geldbedrag(en) (in totaal ongeveer Euro 415.970,=), althans enig(e) geldbedrag(en), de
werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing
verborgen en/of verhuld en/of
(een) voorwerp(en), te weten een of meer (grote) (contante) geldbedrag(en) (in totaal
ongeveer Euro 415.970,=), althans enig(e) geldbedrag(en) heeft verworven en/of
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet en/of van
bovengenoemde voorwerp(en) gebruik gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze
geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Feit 4:
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2012 tot en met 16 december 2014 te
IJmuiden en/of Driehuis, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland (meermalen)
(telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet
bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, en/of (meermalen) (telkens) opzettelijk verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
één of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of
MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine en/of Lysergide (LSD)
en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of ketamine en/of een of meer
andere materia(a)l(en) van lijst 1 van de Opiumwet (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
immers heeft hij, verdachte, toen en daar opzettelijk (telkens) een (onbekende)
hoeveelheid van die bevattende heroïne en/of MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine en/of Lysergide (LSD) en/of 2C-B
(4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of ketamine en/of andere materialen van lijst
1. van de Opiumwet te koop aangeboden en/of ter verzending (aan binnen- en buitenland)
aangeboden en/of verkocht en/of (per postpakketten) geleverd aan afnemers in het
buitenland (zijnde de Verenigde Staten van Amerika en/of Australië en/of Thailand en/of
het Verenigd Koninkrijk en/of Duitsland en/of Frankrijk en/of Oostenrijk en/of Spanje
en/of België en/of Oekraïne en/of Roemenië en/of Letland en/of Italië en/of Slowakije
en/of Kroatië en/of Portugal en/of Slovenië en/of Cyprus en/of Estiand en/of Griekenland en/of Hongarije en/of Litouwen en/of Polen en/of Brazilië en/of Argentinië en/of El
Salvador en/of Mexico en/of Canada en/of Zwitserland en/of Rusland en/of Wit-Rusland
en/of alle landen van Europa en/of Noorwegen en/of Chili en/of Zuid-Afrika en/of Israël
en/of Egypte en/of Filipijnen en/of Nieuw-Zeeland en/of China en/of Nederland
en/of Turkije en/of Ierland en/of Zweden en/of Tsjechië en/of Estland en/of
Denemarken en/of Indonesië
(al dan niet via de online marktplaats(en), onder meer via Silk Road en/of Silk Road 2.0
en/of Agora en/of Evolution en/of Pandora en/of Sheep en/of Black Market Reloaded
en/of Utopia) onder een of meerdere schuilna(a)m(en) (zijnde [schuilnaam 1] en/of
[schuilnaam 2] en/of [schuilnaam 3] en/of [schuilnaam 4]).

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
feiten 1, 2 , 3 en 4:
 de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting 13 februari 2017;
feiten 1, 2, 3:
  • het proces-verbaal van bevindingen aanhouding [verdachte], d.d. 16 december 2014, p. 3024-3026;
  • het proces-verbaal bevindingen en herkenning, d.d. 16 januari 2015, p. 3039-3040;
  • het proces-verbaal van bevindingen sporenonderzoek, d.d. 18 december 2014, p. 3102-3104;
  • het proces-verbaal, d.d. 9 februari 2015, p. 3105;
  • het NFI rapport identificatie van drugs en precursoren met nummer 2015.01.08.052 (aanvraag 001), d.d. 19 januari 2015, p. 3107-3108.
feiten 2 en 3:
  • het proces-verbaal van binnentreden en doorzoeking ter inbeslagneming door de rechter-commissaris, d.d. 18 december 2014, p. 4042-44;
  • het proces-verbaal sporenonderzoek, d.d. 23 februari 2015, p. 4050-4053.
  • het proces-verbaal sporenonderzoek, d.d. 20 januari 2015, p. 4070-4084;
  • het NFI rapport identificatie van drugs en precursoren met nummer 2015.01.08.052 (aanvraag 002), d.d. 5 februari 2015, p. 4095-4096.
feiten 3 en 4:
  • het proces-verbaal bevindingen Lenovo Thinkpad laptop, d.d. 23 december 2014, p. 4142-4143;
  • het proces-verbaal bevindingen Lenovo laptop, d.d. 18 maart 2015, p. 4168-4172;
  • het proces-verbaal bevindingen digitaal beslag, d.d. 23 december 2014, p. 4216-4218;
  • het proces-verbaal bevindingen USB-stick, d.d. 2 februari 2015, p. 4221-4222;
  • het proces-verbaal Asus laptop, d.d. 23 december 2014, p. 4224-4227;
  • het proces-verbaal bevindingen onderzoek postpakketten, d.d. 21 april 2015, p. 4229-4235;
  • het proces-verbaal sporenonderzoek, d.d. 24 februari 2015, p. 4237-4245;
 het NFI rapport identificatie van drugs en precursoren met nummer 2015.01.08.052 (aanvraag 003), d.d. 12 maart 2015, p. 4253-4255;
  • het proces-verbaal bevindingen stempel + private Messages, d.d. 12 juni 2015, p. 4257-4264;
  • het proces-verbaal bevindingen link tussen aanhouding [verdachte] en het onderzoek 26Tarangire, d.d. 18 december 2014, p. 4266-4267;
  • het proces-verbaal bevindingen overeenkomst gebruikersprofiel [schuilnaam 1] en [schuilnaam 2] op Agora, d.d. 30 december 2014, p. 4269-4271;
  • het proces-verbaal bevindingen gebruik PGP-sleutels, d.d. 13 februari 2015, p. 4273-4275;
  • het proces-verbaal bevindingen gebruik PGP-sleutels, d.d. 6 juli 2015, p. 4287-4289;
  • het proces-verbaal van identificatie [sleutel] als gebruiker van user account [schuilnaam 3] op Silk Road 1, d.d. 26 februari 2015, p. 4293-4295;
  • het proces-verbaal van bevindingen, gebruik nickname ‘[schuilnaam 4]’ door ‘[schuilnaam 1]’, d.d. 13 mei 2015, p. 4297-4299;
  • het proces-verbaal bevindingen transacties [schuilnaam 1]’, d.d. 23 december 2014, p. 4301-4306;
  • het proces-verbaal van bevindingen verdiensten [schuilnaam 1], d.d. 23 december 2014, p. 4309-4310;
  • het proces-verbaal van bevindingen controle totaalbedrag verkopen [schuilnaam 1] in Silk Road 1, d.d. 23 februari 2015, p. 4312;
  • het proces-verbaal bevindingen gedragingen ‘[schuilnaam 1]’ op Silk Road 1, d.d. 5 maart 2015, p. 4314-4323;
  • het proces-verbaal van bevindingen aard en omvang handel [schuilnaam 1] op Silkroad 2, d.d. 19 mei 2015, p. 4325-4329;
  • het proces-verbaal van bevindingen omtrent vendor [schuilnaam 1] op Silk Road 2.0, d.d. 24 december 2014, p. 4331-4333;
  • het proces-verbaal veiligstellen Agora gebruikersprofiel [schuilnaam 1], d.d. 24 december 2014, p. 4343-4349;
  • het proces-verbaal veiligstellen Evolution gebruikersprofiel [schuilnaam 1], d.d. 29 december 2014, p. 4353-4362;
  • het proces-verbaal van onderzoek [schuilnaam 1] op directory4iisquf.onion, d.d. 24 december 2014, p. 4364-4368;
  • het proces-verbaal handelsperiode ‘[schuilnaam 1]’ op Darknet Markets, d.d. 30 juli 2015, p. 4371-4374;
  • het proces-verbaal veiligstellen Agora gebruikersprofiel [schuilnaam 2], d.d. 29 december 2014, p. 4376-4385;
  • het proces-verbaal bevindingen afnemer [schuilnaam 1], d.d. 13 april 2015, p. 4426-4427;
  • het proces-verbaal van bevindingen omtrent user ‘[user 1]’, d.d. 20 juli 2015, p. 4429-4435;
  • het proces-verbaal handel tussen [schuilnaam 1] ([medeverdachte 2]) en [schuilnaam 5] ([medeverdachte 1]), d.d. 20 mei 2015, p. 4447-4464;
  • het proces-verbaal bevindingen postpakketten buitenland, d.d. 10 april 2015, p. 4466-4470;
  • het proces-verbaal van bevindingen omtrent PostNL Track&Trace, d.d. 22 januari 2015, p. 4472-4474;
  • het proces-verbaal van bevindingen Tormail [schuilnaam 4], d.d. 6 oktober 2015, p. 4493-4498;
  • het proces-verbaal van bevindingen verhoren Oostenrijk, d.d. 6 oktober 2015, p. 4582-4585;
  • het proces-verbaal van ontvangst en bevindingen rechtshulpverzoek Australië, d.d. 6 oktober 2015, p. 4593-4597.
feit 3
  • het proces-verbaal veiligstellen Agora gebruikersprofiel [schuilnaam 1], d.d. 24 december 2014, p. 5100-5108;
  • het proces-verbaal van bevindingen registratie Bitcoins, d.d. 22 mei 2015, p. 5339-5440;
  • het proces-verbaal Herkomst Bitcoins [schuilnaam 1], d.d. 29 juli 2015, p. 5459-5468.
3.3.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1:
hij op 16 december 2014 te Amsterdam, opzettelijk heeft vervoerd (in een personenauto van het merk Mercedes gekentekend [kenteken]), (ongeveer)
- 10,33 kilogram amfetamine en
- 3,41 kilo MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en
- 1,17 kilo 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en
- 1000 zegels LSD (lysergide),
zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
feit 2:
hij op 16 december 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 9,6 kilogram en 1,2 kilogram MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA (3,4- methyleendioxymethamfetamine), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1 en
hij op 16 december 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 1,1 kilogram hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 3:
hij in de periode van 25 november 2012 tot en met 16 december 2014, te IJmuiden, gemeente Velsen, van een (groot) (contant) geldbedrag (in totaal ongeveer Euro 415.970,-), de werkelijke aard en de herkomst, heeft verborgen en verhuld en
een groot) (contant) geldbedrag (in totaal ongeveer Euro 415.970,-), voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist, dat dit geldbedrag- middellijk afkomstig was uit enig misdrijf;
feit 4:
hij in de periode van 25 november 2012 tot en met 16 december 2014 te IJmuiden en Driehuis, gemeente Velsen, meermalen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, en meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt, een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) of amfetamine of Lysergide (LSD) of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1 immers heeft hij, verdachte, toen en daar opzettelijk (telkens) een (onbekende) hoeveelheid MDMA (3,4- methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine en/of Lysergide (LSD) en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) te koop aangeboden en/of ter verzending (aan binnen- en buitenland) aangeboden en/of verkocht en/of (per postpakketten) geleverd aan afnemers in het buitenland (zijnde de Verenigde Staten van Amerika en Australië en Thailand en het Verenigd Koninkrijk en Duitsland en Frankrijk en Oostenrijk en Spanje en België en Oekraïne en Roemenië en Letland en Italië en Slowakije en Kroatië en Portugal en Slovenië en Cyprus en Estland en Griekenland en Hongarije en Litouwen en Polen en Brazilië en Argentinië en El Salvador en Mexico en Canada en Zwitserland en Rusland en Wit-Rusland en alle landen van Europa en Noorwegen en Chili en Zuid-Afrika en Israël en Egypte en Filipijnen en Nieuw-Zeeland en China en Nederland en Turkije en Ierland en Zweden en Tsjechië en Estland en Denemarken en Indonesië
via online marktplaatsen, onder meer via Silk Road en Silk Road 2.0 en Agora en Evolution en Pandora en Sheep en Black Market Reloaded en Utopia onder een of meerdere schuilnamen (zijnde [schuilnaam 1] en [schuilnaam 2] en [schuilnaam 3] en [schuilnaam 4]).
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Kwalificatieverweer witwassen
Door de raadsman zijn de volgende verweren gevoerd, in verband met de kwalificatie van het onder 3. tenlastegelegde feit (witwassen). De raadsman stelt zich op het standpunt dat er weliswaar een omwisseling van bitcoins naar euro’s heeft plaatsgevonden. Echter, dat dit gegeven nog niet maakt dat het geld niet onmiddellijk afkomstig is van het eigen misdrijf. De bitcoin is namelijk geen geld, maar een ‘cryptocurrency’. Teneinde daar iets mee te kunnen doen, is het absoluut noodzakelijk de bitcoins om te zetten in een bestaande munteenheid. Het aangetroffen geld is daarmee onmiddellijk afkomstig van verdachtes eigen misdrijf, namelijk de handel in verdovende middelen. Daarmee is voldaan aan de kwalificatie uitsluitingsgrond.
Als subsidiair standpunt heeft de raadsman het volgende aangevoerd. Indien de rechtbank van oordeel is dat het geld middellijk afkomstig is van het eigen misdrijf van verdachte, sluit dat de kwalificatie uitsluitingsgrond niet uit. In dat verband verwijst de raadsman naar een arrest van de Hoge Raad (ECLI:HR:2014:2913 onder r.o. 2.4). Op basis van dat arrest stelt de raadsman dat wanneer er geen wezenlijk verschil bestaat met het ‘verwerven of voorhanden hebben’, de kwalificatie uitsluitingsgrond toch van toepassing kan zijn. Een dergelijk geval doet zich hier voor, nu het omzetten van bitcoins naar euro’s een noodzakelijke handeling is. Deze gedraging is niet gericht op het verhullen of verbergen van de criminele herkomst van dat omgewisselde geld, aldus de raadsman.
De rechtbank oordeelt hieromtrent als volgt. Reeds gezien er sprake is geweest van omwisseling van bitcoins naar euro’s, is het onder 3 bewezenverklaarde geldbedrag ‘middellijk’ afkomstig uit enig misdrijf. Het primaire verweer vindt zijn weerlegging in die overweging. Aangaande het subsidiaire standpunt geldt het volgende. Anders dan de raadsman merkt de rechtbank het omwisselen van bitcoins naar valuta in fysieke vorm niet aan als een ‘noodzakelijke schakel’, ter besteding van die bitcoins. Het is goed mogelijk bitcoins (direct) op uiteenlopende manieren te besteden. Het achterliggende strafdossier met allerhande transacties op de ‘dark markets’, geeft daar immers talloze voorbeelden van. Door de bitcoins om te wisselen in euro’s, heeft verdachte de werkelijke aard en herkomst van die bitcoins, namelijk dat deze afkomstig waren uit de handel in verdovende middelen op ‘dark markets’, verhuld. Enige kwalificatie uitsluitingsgrond, op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad, doet zich aldus niet voor.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
alsmede
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:
witwassen;
feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, al dan niet bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, meermalen gepleegd;
alsmede;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast dienen de volgende goederen te worden verbeurd verklaard:
  • de personenauto met kenteken [kenteken] (nr.8),
  • een laptop computer (nr. 11),
  • een enveloppe (nr. 14),
  • een laptop computer (nr. 15),
  • een stempel (nr. 19),
  • een geldbedrag van € 414. 800,00 (nr. 9).
  • een geldbedrag van € 1170,00 (nr. 7).
Tenslotte heeft de officier van justitie de teruggave aan verdachte gevorderd, van diverse goederen, zoals vermeld op de beslaglijst.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, en – met kennisneming van de over verdachte opgestelde reclasseringsrapportages (d.d. 30 oktober 2015 en 7 februari 2017), – de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim twee jaar schuldig gemaakt aan omvangrijke handel in verdovende middelen. Hierbij betrof het voornamelijk een breed scala aan XTC-pillen en LSD. Verdachte heeft de handel professioneel opgezet door gebruik te maken van anonieme, wereldwijde marktplaatsen op internet als Silkroad, ‘Agora’ en ‘Evolution’, op welke marktplaatsen diverse verboden goederen te koop werden aangeboden. Verdachte opereerde onder verschillende schuilnamen. Op die manier kon verdachte zich anoniem op internet begeven en anoniem verdovende middelen te koop aanbieden en vervolgens verhandelen. Verdachte heeft door middel van die netwerken geruime tijd een aanzienlijke hoeveelheid afnemers uit uiteenlopende landen op een planmatige wijze, met uitgekiend verpakkingsmateriaal en met fictieve retouradressen, bediend. Aldus heeft verdachte die verdovende middelen naar diverse landen uitgevoerd.
Verdachte heeft met zijn gedragingen zijn eigen gewin boven de veiligheid van de afnemers van de drugs gesteld en die afnemers willens en wetens bloot gesteld aan zeer ernstige gezondheidsrisico’s. Het is immers algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs als XTC-pillen, waarin MDMA de werkzame stof is, een onaanvaardbaar gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De (psychische) gezondheid van gebruikers kan al op heel korte termijn schade worden toegebracht en op langere termijn kan de (lichamelijke en psychische) gezondheid en het welzijn van gebruikers nog veel verder worden geschaad, waarbij langdurende begeleiding en behandeling nodig kan zijn om de verslavende werking van sommige drugs te overwinnen, als dat al lukt.
Bovendien ondervindt de samenleving ernstige overlast ten gevolge van de handel in harddrugs. Het gebruik van harddrugs genereert immers op haar beurt strafbare feiten met alle nadelige maatschappelijke gevolgen van dien.
Naast voornoemde handel in verdovende middelen heeft de verdachte een aanzienlijke hoeveelheid hard- en softdrugs voorhanden gehad.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen, van de door de drughandel verdiende opbrengsten. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Het vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de integriteit van het financiële handelsverkeer. Ook worden op deze manier inkomens en vermogens onttrokken aan het zicht van de belastingdienst.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Door de raadsman is bepleit dat de strafoplegging beperkt moet blijven tot maximaal vier jaar. De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke duur geen recht doet aan de ernst van de gepleegde feiten en de normbevestiging naar de samenleving toe. Wel houdt de rechtbank ten voordele van verdachte met het volgende rekening. Verdachte betreft een thans 57-jarige man, die blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 juli 2015, niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Verdachte heeft alle tenlastegelegde feiten bekend. In positieve zin weegt de rechtbank die open proceshouding van verdachte mee. Verdachte heeft daarmee immers inzicht getoond in de strafwaardigheid van zijn handelen en daarvoor een vorm van verantwoordelijkheid getoond. Deze omstandigheid leidt ertoe dat de rechtbank anderhalf jaar gevangenisstraf in mindering brengt op de straf, die zij zonder deze bekennende proceshouding en overige omstandigheden zou hebben opgelegd.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
Verzoek opheffing voorlopige hechtenis
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, alsmede de duur van de strafoplegging, ziet de rechtbank geen aanleiding de voorlopige hechtenis op te heffen, zoals door de raadsman is verzocht. Verdachte heeft in de voorliggende periode de gelegenheid kunnen gebruiken om zorg voor zijn (zieke) echtgenote te realiseren. Dit verzoek wordt dan ook afgewezen.
6.3.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • de personenauto met kenteken [kenteken] (nr.8),
  • een laptop computer (nr. 11),
  • een enveloppe (nr. 14),
  • een laptop computer (nr. 15),
  • een stempel (nr. 19),
  • een geldbedrag van € 414. 800,00 (nr. 9).
  • een geldbedrag van € 1170,00 (nr. 7),
dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de voorwerpen aan verdachte toebehoren en dat die voorwerpen geheel of grotendeels door middel van het strafbare feit zijn verkregen, dan wel de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen, zijn begaan of voorbereid.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 33, 33a, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht
1, 2, 3, 10, 11 van de Opiumwet.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de onder 3.3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
VIERENHALF (4,5) JAREN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd:
  • de personenauto met kenteken [kenteken] (nr.8),
  • een laptop computer (nr. 11),
  • een enveloppe (nr. 14),
  • een laptop computer (nr. 15),
  • een stempel (nr. 19),
  • een geldbedrag van € 414. 800,00 (nr. 9),
  • een geldbedrag van € 1170,00 (nr. 7),
gelast de teruggave aan verdachte:
  • vier usb-sticks (nrs. 12, 13, 16 en 18)
  • een geheugenkaart (nr. 17),
wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr. R.A. Otter en mr. J.C. van den Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Zeeman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 maart 2017.

Voetnoten

1.De door de rechtbank – voor zover het betreft processen-verbaal – aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.