ECLI:NL:RBNHO:2017:1940

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2017
Publicatiedatum
10 maart 2017
Zaaknummer
15/971001-15 (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake drugshandel en gewoontewitwassen met gebruik van cryptocurrencies

Op 10 maart 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de handel in verdovende middelen, waaronder XTC en LSD, en gewoontewitwassen. De rechtbank legt de verdachte een gevangenisstraf van drie jaar op. De handel vond plaats via een anoniem TOR-netwerk en was professioneel opgezet, gericht op het bevoorraden van resellers. De verdachte heeft in de periode van 1 juni 2013 tot en met 9 maart 2015 verschillende soorten XTC-pillen verhandeld en een gewoonte gemaakt van het witwassen van de opbrengsten van deze drugshandel. De rechtbank concludeert dat de verdachte ook voor 20 februari 2015 betrokken was bij de drugshandel, ondanks zijn verklaring dat hij pas na deze datum actief was. De rechtbank acht de verdachte schuldig aan gewoontewitwassen en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie grotendeels toegewezen, inclusief de verbeurdverklaring van de in beslag genomen bitcoins en luxe goederen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/971001-15 (P)
Uitspraakdatum: 10 maart 2017
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13, 14, 16 en 24 februari 2017 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N.T.R.M. Franken en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. Y. Taghi, advocaat te Waardenburg, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 9 maart 2015 te Vleuten en/of Amsterdam en/of Haarlem, althans in Nederland en/of Luxemburg en/of Frankrijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
(telkens) meermalen (van) een of meerdere voorwerp(en), te weten:
- een hoeveelheid van ongeveer 487 bitcoins (die op 9 maart 2015 een dagwaarde vertegenwoordigen van ongeveer 131.000 euro) en/of
- een hoeveelheid van ongeveer 17.049 paycoins (die op 20juli 2015 een dagwaarde vertegenwoordigen van ongeveer 791,70 euro) en/of
- een hoeveelheid van ongeveer 137988.6483772 opalcoins (die op 20 juli 2015 een dagwaarde vertegenwoordigen van ongeveer 579,18 euro) en/of
- een hoeveelheid geld met een totale waarde van €34.149,40 en/of
- een hoeveelheid geld met een totale waarde van € 12.500,- en/of
- een auto (BMW met het kenteken [kenteken]) en/of
- een auto (BMW met het (huidige Nederlandse) kenteken [kenteken]) en/of
- een grote hoeveelheid (luxe) goederen (waaronder een horloge, 100 staatsloten (met een totale aankoopwaarde van 3.000 euro), een of meerdere (Apple) computers met toebehoren, een racefiets met toebehoren en/of een fotocamera met toebehoren)
- de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of
- heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is/was en/of
- heeft overgedragen, omgezet en/of gebruik gemaakt,
en/of bovenstaande goederen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dit/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
feit 2:
op of omstreeks 9 maart 2015 te Vleuten en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
- ongeveer 3,75 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, en/of
- ongeveer 3,68 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- ongeveer 3920 milliliter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB (4-hydroxyboterzuur), en/of
- ongeveer 0,13 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine),
zijnde (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wet;
feit 3 primair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 september 2012 tot en met 9 maart 2015 te Vleuten en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, en/of meermalen (telkens) opzettelijk verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) één of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of mephedrone en/of 2C-B (4-bromo-2,5- dimethoxyfenetylamine),
zijnde (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 3 subsidiair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 september 2012 tot en met 9 maart 2015 te Vleuten en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van één of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of mephedrone en/of 2C-B (4-bromo- 2,5-dimethoxyfenetylamine), zijnde (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, althans een of meer andere middel(len) vermeld op die lijst 1 behorende bij de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
(telkens) een of meer ander(en) heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s),
(telkens) een (onbekende) hoeveelheid van die MDMA en/of lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of mephedrone en/of 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine) en/of andere materialen van lijst T van de Opiumwet te koop aangeboden en/of ter verzending aan het buitenland aangeboden, (al dan niet via de online marktplaats(en), onder meer via Silk Road en/of Silk Road 2.0 en/of Agora en/of Evolution) onder een of meerdere schuilna(a)rn(en) (zijnde [schuilnaam 11] en/of [schuilnaam 6] en/of [schuilnaam 5] en/of [schuilnaam 12]).

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, en 3 primair ten laste gelegde feiten.
3.2.
Betrokkenheid verdachte bij ‘vendors’ [schuilnaam 6]/[schuilnaam 5]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij vanaf 20 februari 2015 onder de accountnaam [schuilnaam 11] heeft gehandeld in verdovende middelen. In de bewijsconstructie van het Openbaar Ministerie is betoogd dat verdachte voor die datum heeft gehandeld onder de ‘vendornamen’ [schuilnaam 11], [schuilnaam 6] en [schuilnaam 5]. Het dossier bevat weliswaar aanwijzingen dat verdachte ook voor 20 februari 2015 bij deze ‘vendors’ betrokken is geweest. Deze aanwijzingen zijn echter onvoldoende om tot wettig en overtuigend bewijs te komen. Wel komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte ook voorafgaand aan 20 februari 2015 heeft gehandeld in verdovende middelen, zoals uit de navolgende bewijsmiddelen en overwegingen naar voren komt.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]

Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 13 februari 2017, onder meer inhoudende:
Vanaf 20 februari 2015 zat ik achter het account [schuilnaam 11]. Er waren verder meer dan één persoon bij betrokken. Ik had de identiteit ‘[identiteit]’ in beheer. In die periode van 3 weken heb ik gebruik gemaakt van de aangetroffen computer. Op een gegeven moment heb ik mij uitgegeven voor ‘[schuilnaam 12]’, maar dat was niet online. Via de Blackberry heb ik [schuilnaam 12] gebruikt. Ik heb er mee gehandeld, zo zou u dat kunnen noemen. Ik beken het bezit van de drugs die in mijn huis zijn aangetroffen (MDMA, cocaïne, GHB, en 2C-B).

Proces-verbaal overdracht subject POB; [verdachte], d.d. 7 augustus 2014, onder meer inhoudende:
(p.298)
In het Casusoverleg van 04 augustus 2014 werd informatie besproken betreffende:
Naam: [verdachte]
Voornaam: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Adres: [adres]
Postcode/woonplaats: [adres]
(p.299)
Betrokkene is in het bezit van een personenauto merk BMW 3-serie, ter waarde van circa
€ 43.000,= welke recentelijk is aangeschaft in Luxemburg. Deze aankoop kan niet verklaard worden uit inkomsten van [verdachte] die bekend zijn bij de fiscus. Rond deze aankoopdatum heeft [verdachte] een auto verkocht met een dagwaarde van € 19.000,-.

Proces-verbaal van verdenking (artikel 27 Sv), d.d. 21 januari 2015, onder meer inhoudende:
(p.305)
Uit gegevens van het Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) blijkt dat subject [verdachte] in het bezit is van een geldig Nederlands rijbewijs en dat subject het volgende voertuig op naam heeft staan:
Voertuig: Personenauto
Merk: BMW 330 D
Chassisnummer: [chassisnummer]
Kenteken: [kenteken]
Deel 1: 29-04-2014
1. ste toelatingsdatum: 23-05-2013
Aansprakelijkheid: Begin: 29-04-2014
Geschatte dagwaarde: minimaal € 43.750

Proces-verbaal geldtelling, d.d. 12 maart 2015, onder meer inhoudende:
(p.353)
Op 12 maart 2015 telden wij het aangetroffen geld welke bij de doorzoeking van de [adres] te Vleuten en uit het voertuig, BMW 330D, voorzien van het kenteken [kenteken] op het hoofdbureau van Politie te Utrecht.
(p.354)
Totaal € 34.149,40

Proces-verbaal bevindingen contante uitgaven, 19 maart 2015, onder meer inhoudende:
(p.377)
T-mobile Apple i-phone 4 € 609,00
Apple Ipad Air 32 GB inclusief toebehoren € 776,99
Apple iPhone 5S 16GB zwart € 599,00
Apple Macbookpro € 2.499,00
(p.390)
[image]

Proces-verbaal van bevindingen Waarborg Holland, d.d. 21 april 2015, onder meer inhoudende:
(p.425)
Op 9 maart 2015 werden in totaal 7 horloges in beslag genomen tijdens de doorzoeking in de
woning gelegen aan de [adres] te Vleuten. Op respectievelijk 30 maart 2015 en 15 april 2015 werden deze horloges getaxeerd door Waarborg Holland te Gouda.
30 maart 2015:
1. Een stalen heren polshorloge, merk Mont Blanc, model Meisterstuck Star Traditional 7223; zonder doos/certificaat; dagwaarde € 3.200,-, executiewaarde € 1.200,-;
2. Een stalen heren polshorloge, merk Mont Blanc, model Star 7102, zonder doos/certificaat;
dagwaarde € 2.400,-, executiewaarde € 950,-;
3. Een stalen heren polshorloge Davis, model 0890; dagwaarde € 200,-, executiewaarde € 35,-;
4. Een stalen heren polshorloge, Guess, model 190199G1, dagwaarde € 75,-, executiewaarde
€ 25,-;
5. Een stalen heren polshorloge, Festina, model ChronoBike F16381, dagwaarde € 250,-;
executiewaarde € 65,-;
6. Een stalen heren polshorloge, TW Steel, model CE0 Canteen, dagwaarde € 350,-;
executiewaarde € 85,-;
De totale dagwaarde van de hierboven genoemde horloges is € 6.475,-.
15 april 2015:
7. Een stalen heren polshorloge Cryptomat, model Monochrome Black Limited edition, met
doos, dagwaarde. De nieuwwaarde van dit horloge is 888 dollar, omgerekend in euro's is
dat op dit moment € 837,22;
De totale waarde van alle genoemde horloges (7 stuks) bedraagt € 6.475,- + € 837,22 =
€ 7.312,22.

Proces-verbaal van bevindingen aantreffen BMW M3, d.d. 19 maart 2015, onder meer inhoudende:
(p. 431)
Op maandag 16 maart 2015 heb ik, verbalisant [verbalisant 1], als antwoord op de gevorderde gegevens de locatie van de BMW M3 gekregen van [bedrijf]. Het adres bleek te zijn in Werkhoven aan de [adres]. Wij zijn vervolgens dezelfde dag naar voornoemde locatie gereden en zagen dat dit een terrein was met daarop een tweetal loodsen. Bij het oprijden van dit terrein zagen wij bij de linker loods een voertuig staan van het bedrijf [bedrijf] / [bedrijf] met daarnaast een open garagedeur. Wij zagen dat er in de loods een personenauto onder een afdekhoes stond geparkeerd. Nadat wij ons als politie hadden gelegitimeerd aan de twee aanwezige mannen, deelde wij mede dat we op zoek waren naar een BMW en dat wij het vermoeden hadden dat deze in de loods stond. lk, verbalisant [verbalisant 1], vroeg aan de oudere man of ik de hoes van (p.432) de daar geparkeerde personenauto omhoog mocht doen. lk kreeg hiervoor toestemming en zag bij het eraf halen van de hoes dat het kenteken van het voertuig [kenteken] was en het merklogo BMW erboven zat. Vervolgens hebben wij de hoes eraf gehaald en zagen wij een donkerkleurige BMW type M3.

Proces verbaal van bevindingen, eigendomsrecherche BMW M3, d.d. 11 mei 2015, onder meer inhoudende:
(p.444)
Op 16 maart 2015 werd een BMW M3, kenteken [kenteken] in beslag genomen. Op 10 maart 2015 verklaarde [verdachte] dat hij de auto betaald had en in Duitsland had gekocht voor de zaak van een vriend genaamd [vriend]. De BMW M3 staat niet op naam van [verdachte], maar wel verzekerd op naam [verdachte]. [vriend] zou de auto ingevoerd hebben en zou volgens [verdachte] de wegenbelasting betalen.
Op woensdag, 18 maart 2015, werd de BMW M3 doorzocht en werden er o.a. twee groene kaarten aangetroffen op naam van [verdachte] met betrekking tot de verzekering van de BMW M3 (Centraal Beheer Achmea). De verzekering heeft betrekking op de periodes 07-06-2014 t/m 31-08-2014 en 01-08-2014 t/m 31-08-2015.

Proces-verbaal waardebepaling IBN-goederen, 13 mei 2015, onder meer inhoudende:
(p.506)
[image]
(p.507)
[image]
[image]
[image]
[image]

Proces-verbaal, d.d. 8 september 2015, onder meer inhoudende:
(p.23)
Tijdens de doorzoeking in de woning van T.W_[verdachte] werden 100 staatsloten aangetroffen van de oudejaarstrekking van 31 december 2014. De uitgave die hiervoor werd gedaan is 100 X € 30,- (prijs per lot) = € 3.000,-.

Proces-verbaal bevindingen digitaal beslag inzake cryptocurrencies, d.d. 20 juli 2015, onder meer inhoudende:
(p.1044)
Op twee gegevensdragers, aangetroffen in de woning van dhr. [verdachte], zijn bestanden gevonden die gerelateerd zijn aan bitcoins of aan op bitcoin gelijkende cryptocurrencies. Samenvattend deed ik de volgende bevindingen:
• lk vond in een Excelbestand een overzicht van bitcointransacties, uitgevoerd in juni en juli 2013.
• lk vond twee contractdocumenten waarin zichtbaar is dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] geld investeren bij [verdachte] ten behoeve van de verkoop in bitcoins.
• lk vond de bestanden van twee Paycoin-wallets. Een van de twee Paycoin-wallets bevatte
17.049,364984 Paycoins met een geschatte waarde van ongeveer 791,70 euro (20 juli 2015).
• lk vond het bestand van een Opalcoin-wallet. De wallet bevatte 137988.6483772 Opalcoins
met een geschatte waarde van ongeveer 579,18 euro (20 juli 2015).

Proces-verbaal bevindingen, Aantreffen Duitse notaris stukken oprichting [Duits bedrijf] GmbH in Duitsland, onder meer inhoudende 7 april 2015, onder meer inhoudende:
(p.1225)
Onder leiding van de rechter-commissaris werd op 9 maart 2015 een doorzoeking verricht in de woning aan de [adres] te Amsterdam, het woonadres van verdachte [medeverdachte 1]. Bij de doorzoeking is een groot aantal goederen in beslag genomen waaronder:
Overeenkomst [Duits bedrijf]
Urkunde des Notaris dr. [notaris]
Dit betreft een Duits geschreven notaris stuk opgemaakt en getekend op 15 december 2014 door de notaris [notaris] in Dusseldorf te Duitsland. Dit stuk betreft een Gesellschaftsvertrag oftewel een akte van Vennootschap opgemaakt ten behoeve van de oprichting van de vennootschap [Duits bedrijf] GmbH te Duitsland.
Deze vennootschap bestaat uit de personen [medeverdachte 1] (geboren op [geboortedatum]) en [verdachte] (geboren op [geboortedatum]).
De Stammeinlagen oftewel het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt EUR 25.000,00 welke is verdeeld over de beide vennoten namelijk, EUR 12.500,00 op naam van [medeverdachte 1] en EUR 12.500,00 op naam van [verdachte]

Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, d.d. 11 maart 2015, onder meer inhoudende:
(p. 359)
Het onderzoek vond plaats aan een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen die aan ons ter beschikking werd gesteld door de intake van de Forensische Opsporing, locatie Utrecht. Deze partij was inbeslaggenomen tijdens een onderzoek ingevolge de Opiumwet op het adres [adres], Vleuten, binnen de gemeente Utrecht.
SIN: AAGI2107NL
Relatie met SIN AAGI2106NL
Gripzakje 10 pillen rood, indruk heinz, totaal 3,75 gram
positief XTC
(p.360)
SIN: AAIO4920NL
Relatie met SIN: AAI04917NL
Zakje witte poeder, 3,68 gram netto,
positief cocaïne
SIN: AAI04919NL
Relatie met SIN: AAI04922NL
Inhoud : 5 flessen vloeistof, 3920 ml, positief GHB deel NFI,
rest RBH in doos/sb: 16618561

Proces-verbaal, d.d. 8 september 2015, onder meer inhoudende:
(p.28)
In de woning van [verdachte] werden onderstaande verdovende middelen aangetroffen, welke door het Nederlands Forensisch Instituut zijn onderzocht:
[image]

Rapport NFI, identificatie van drugs en precursoren, d.d. 23 april 2015, onder meer inhoudende:
(p.2080)
[image]

Rapport NFI, identificatie van drugs en precursoren, d.d. 21 april 2015, onder meer inhoudende:
(p.2082)
[image]
[image]

Proces-verbaal van bevindingen, USB-stick, d.d. 1 juli 2015, onder meer inhoudende:
(p.1010)
Op maandag 9 maart 2015 werd een zoeking gedaan op het woonadres van de in dit onderzoek tot verdachte aangemerkte [verdachte], [adres], te Vleuten.
(p.1011)
Foto's in Canon opslagmap
lk zag dat er op de USB-stick een map met de naam DCIM bestond. Vanuit mijn expertise weet ik dat dit erop duidt dat de camera is gebruikt in een digitale fotocamera. De map bevat de submappen `100CANON' en 'EOSMISC'. lk herken deze naamgeving als die gebruikt wordt door de Canon EOS serie digitale camera's.
In de map '100CANON' bevinden zich in totaal 566 bestanden. Dit zijn vrijwel allemaal
afbeeldingsbestanden. Een aantal van de bestanden is verwijderd. lk zie aan de bestandsinformatie dat dat vanaf een computer met het Apple OS X besturingssysteem is gebeurd. De niet verwijderde afbeeldingen tonen personen die ik herken als [verdachte] en [betrokkene 1] in een vakantiesetting. Deze foto's zijn volgens de bestandsinformatie genomen in de periode van 15 juni 2014 tot en met 19 juni 2014.
De map bevat ook een aantal verwijderde bestanden. Drie van deze bestanden zijn desondanks nog leesbaar. De afbeeldingen zijn volgens het bestandssysteem gemaakt op respectievelijk 11 juli 2014 om 00:19, 11 juli 2014 om 00:20 en 11 juli 2014 om 12:22.
Twee afbeeldingen tonen een straat met parkeerplaats die ik herken als de [adres] in
Vleuten. Ik vermoed dat deze foto's genomen zijn vanuit het raam van het woonhuis van [verdachte]. De derde afbeelding toont een groot aantal vermoedelijk XTC-tabletten. De tabletten hebben de vorm van twee aan elkaar gesmolten cirkels. Op iedere helft staat een '+' of '-` symbool.
De tabletten zijn paars van kleur. lk merk op dat de meta-data van alle afbeeldingen met elkaar overeenkomen. Zo zijn de afbeeldingsresoluties steeds gelijk en is het model camera waarmee de foto's zijn genomen steeds 'Canon EOS 600D'.
(p.1011)
Foto's in map verwijderde bestanden
lk trof in de map ’Trashes/501' twee verwijderde afbeeldingen aan. Ook deze afbeeldingen hebben dezelfde meta-data als de eerder genoemde foto's. Volgens de bestandsinformatie zijn deze foto's genomen op 1 mei 2014, respectievelijk om 13:36 en 13:48.
De afbeeldingen tonen beide een grote hoeveelheid vermoedelijk XTC-tabletten, met tussen de tabletten een papieren kaartje met het opschrift '[schuilnaam 12]'.
De afbeelding met naam 'IMG_2558.jpg' toont gele tabletten in de vorm van een afgeronde driehoek met een opdruk van een adelaar.
De afbeelding met naam 'IMG_2566.jpg' toont rozerode, vierkante tabletten met een opdruk van het logo van de YouTube website.

Proces-verbaal van bevindingen, “[schuilnaam 12]”, d.d. 9 september 2015, onder meer inhoudende:
(p.1021)
Op 9 maart 2015 vond een doorzoeking plaats in het pand aan de [adres] te Vleuten. Tijdens deze doorzoeking werd aldaar een USB-stick aangetroffen en in beslag genomen. Deze USB-stick werd vervolgens voorzien van inbeslagnamenummer A.05.03.006.001 en nader onderzocht. Op deze USB-stick werden onder meer vakantiefoto's met daarop verdachte [verdachte] en twee verwijderde foto's aangetroffen.
Op de twee verwijderde foto's staan grote hoeveelheden vermoedelijk XTC-pillen met daartussen een kaartje met opschrift "[schuilnaam 12]" afgebeeld. De XTC-pillen op de foto's herken ik ambtshalve, aan de hand van het logo op de pillen, als 'Yellow Eagles' en 'Red Youtubes' Volgens de bestandsinformatie zijn deze foto's genomen op 1 mei 2014, respectievelijk om 13:36 en 13:48 uur. Uit onderzoek naar de foto's blijkt dat de meta-data (eigenschappen) van de vakantiefoto's en de foto's met de vermoedelijk XTC-pillen met elkaar overeenkomen. Zo zijn de afbeeldingsresoluties steeds gelijk en is het model camera waarmee de foto's zijn genomen steeds 'Canon EOS 600D'.
Met behulp van de zoekfunctie van Darkwebmonitor heb ik gezocht op gebruikers met de
gebruikersnaam '[schuilnaam 12]’. lk zag vervolgens dat een gebruiker met de gebruikersnaam '[schuilnaam 12]' kennelijk actief is geweest op de DarktMarket 'Evolution', Voorts zag ik dat '[schuilnaam 12]’ zich kennelijk op 5 mei 2014 heeft geregistreerd op het forumgedeelte van 'Evolition' en 2 berichten in het forum heb geplaatst. Het is mij ambthalve bekend dat 'Evolution' een populaire Darkmarket is, waar tot medio maart 2015 op grote schaal verdovende middelen werd verhandeld.
(p.1022)
In het eerste forumbericht introduceert `[schuilnaam 12] zich op 5 mei 2014 als een gevestigde groep verkopers van verdovende middelen, afkomstig uit West-Europa. Er wordt aangegeven dat er diverse soorten verdovende middelen in grote aantallen (meerdere kilogram en meerdere duizendtallen) kan worden geleverd aan afnemers in diverse landen in Europa en daarbuiten. Er wordt aangegeven dat er Speed (afkomstig uit Nederland), MDMA (getest in Nederlandse laboratorium), Cocaïne en XTC kan worden geleverd. Tevens wordt aangegeven dat zij XTC-pillen met opdruk Yellow Eagles en Red YouTube's in aantallen van 1000, 5000 of 10.000 stuks kunnen leveren.

Proces-verbaal van bevindingen, sms-berichten Samsung DUOS A.05.03.014, d.d. 15 september 2015, onder meer inhoudende:
(p.1052)
Op 9 maart 2015 werd in de woning van [verdachte] onder meer een telefoon van model Samsung DUOS in beslag genomen.
Noot datum/tijdstippen sms-berichten:
lk zag dat de datum- en tijdgegevens van de sms-berichten niet in alle gevallen correct waren. Sommige berichten waren namelijk twee keer opgeslagen in de telefoon, één keer met een vermelding in 2012 en één keer met een vermelding in 2014. lk acht het aannemelijk dat de datum/tijd-vermeldingen uit 2012 niet correct zijn, vermoedelijk door een onjuiste systeemtijd op de telefoon. De datum- en tijdgegevens uit 2014 zijn zeer waarschijnlijk wel betrouwbaar. Dit wordt ondersteund door de volgende bevindingen:
• De data bij de berichten lopen van de periode van 1-1-2012 tot en met 8 april 2012 en van 27 februari 2014 tot en met 8 januari 2015. De grote sprong in tijd in berichten kan verklaard
worden door een gecorrigeerde systeemtijd.
• Het vroegste sms-bericht is van 1 januari 2012. Mij is uit ervaring bekend dat een geresette
systeemtijd vaak start op de eerste dag van de eerste maand van een bepaald jaar.
• De inhoud van de berichten past in bepaalde gevallen wel in de datum- en tijdgegevens van
2014 maar niet in die van 2012. Zo wordt in de berichten 388, 389 (beide van 25 maart 2012) en de berichten 476, 477 (beide van 4 juli 2014) gesproken over de ramadan
("heb me verslapen wegens ramadan').De inhoud van dit bericht is in overeenstemming met de datum van 2014, maar niet met die van 2012, omdat 4 juli 2014 wel in de ramadan valt, maar 25 maart 2012 niet. Ook onder meer de berichten 427 tot en met 433 (zie bijlage 1) zijn een indicatie dat de data uit 2014 betrouwbaar zijn. De in deze berichten genoemde tijdstippen zijn namelijk in overeenstemming met de datum- en tijdstippen van de berichten.
(p.1053)
Nummer [mobiele telefoon]
Met het telefoonnummer
[mobiele telefoon]zag ik onder meer de volgende berichtenuitwisseling.
[image]
[image]
Verder zag ik ook het volgende berichtenuitwisseling met het nummer [mobiele telefoon].
(p.1054)
[image]
(p. 1055) Ambtshalve is mij bekend dat de termen "m" en "domino's" gebruikelijke verwijzingen zijn naar de substanties mdma en XTC respectievelijk.
Noot: de bovenstaande berichten hadden een — vermoedelijk onjuist — datum/tijdstip uit 2012 (zie
noot datum/tijdstippen sms-berichtenhierboven).
Nummer [mobiele telefoon 2]
Met het nummer [mobiele telefoon 2] zag ik onder meer de volgende berichtenuitwisseling.
[image]
(p.1055)
[image]
(p. 1055) Ambtshalve is mij bekend dat de term yt’s gebruikt wordt om youtubes mee aan te duiden en dat youtubes een gebruikelijke verwijzing is naar XTC-pillen is.
Op een Samsung-telefoon, aangetroffen in de woning van dhr. [verdachte], zijn sms-berichten aangetroffen van/naar een vijftal 06-nummers. Hoewel een deel van deze berichten een datum/tijd in 2012 hebben, zijn de meeste berichten zeer vermoedelijk uit 2014.
Bijlagen:
1. sms-berichten uit onderzochte telefoon
(p.1058)
[image]
[image]
(p.1058)
[image]
[image]
(p.1060)
[image]
[image]
(p.1062)
[image]
(p.1063)
[image]
(p.1068)
[image]
(p.1069)
[image]

Het proces-verbaal van bevindingen, handel tussen [schuilnaam 1] ([medeverdachte 3]) en [schuilnaam 5] ([medeverdachte 1]), d.d. 20 mei 2015 ((ordner ZD05 26Lancashire), onder meer inhoudende:
(p.6084)
Op de site www.pillreports. net is op 28 juni 2013 het volgende pill report geplaatst:
[image]
[image]
[image]

Proces-verbaal van bevindingen, [schuilnaam 11] op Darkmarkets, d.d. 19 maart 2015, onder meer inhoudende:
(p.1221)
Inloggen 'Agora'
Ik ben vervolgens met behulp van de gebruikersnaam [gebruikersnaam] op Agora ingelogd en op 19 maart 2015 tussen omstreeks 14.45 uur en 15.15 uur onderzoek gedaan.
Profiel [schuilnaam 11] op Agora
Ik heb met de zoekfunctie gezocht naar een 'vendor' met de naam [schuilnaam 11]. Een vendor is een online verkoper van goederen op zogenaamde Darkmarkets. ik heb vastgesteld dat:
• [schuilnaam 11] kennelijk een goede reputatie op Agora heeft. lk zag dat hij een zogenaamde rating van 4.919 sterren heeft. De maximale rating is 5 sterren;
• [schuilnaam 11] sinds het aanmaken van het account tussen de 1000 en 2000 keer klanten heeft voorzien van producten die door [schuilnaam 11] via Agora te koop zin aangeboden (zie afbeelding 1)
Ik heb vervolgens op de blauwgekleurde vendornaam [schuilnaam 11] geklikt, waarna de onderstaande vendorpagina zichtbaar werd (zie afbeelding 2). Uit de informatie op de vendorpagina blijkt omtrent [schuilnaam 11] dat:
• deze zich een jaar geleden op Agora heeft geregistreerd;
• deze sinds 2 dagen en 2 uur op `vacation mode' staat en daarmee niet bereikbaar voor
klanten is;
• op 20 februari en 23 februari aanbiedingen van het assortiment cocaïne en ketamine zijn
geplaatst;
• Zijn profiel sinds 2 dagen op de status vacation mode staat. Het is mij ambtshalve bekend
dat indien een vendor zeven dagen niet meer online is geweest, diens account automatisch
op vacations mode gaat.
(p.1222)
Feedback op [schuilnaam 11]
lk zag tevens dat onder het kopje ‘feedback' ervaringen van klanten waren vermeld (zie afbeelding 3) Ik zag dat klanten hun mening gaven over bestelde goederen uit het assortiment van [schuilnaam 11]. Het gaat daarbij om diverse bestellingen (verdovende) middelen zoals Ketamine, MDMA en XTCpillen met logos/opdrukken van Youtube, Plusminus en Herbalife. Tevens zag ik dat diverse klanten negatieve feedback geven en aangeven dat [schuilnaam 11] kennelijk al ongeveer een week niet reageert op verzoeken van klanten.
[image]
Assortiment [schuilnaam 11]
Ik zag dat [schuilnaam 11] diverse producten aan heeft geboden (zie afbeelding 4). lk zag dat per product de volgende zaken werden vermeld:
• een productfoto;
• een productnaam;
• een productomschrijving;
• hoeveelheid werkzame stoffen;
• aantal producten per bestelling;
• prijs in aantal bitcoins (afkorting: BTC);
• eventuele nadere informatie omtrent land van verzending en landen waarnaar producten wel of niet worden verzonden.
(p.1223)
[image]

Proces-verbaal van bevindingen, Bitcointransacties tussen Evolution, Agora en wallet1 op computer [verdachte], d.d. 8 september 2015, onder meer inhoudende:
(p.987)
lk heb een overzicht gemaakt van alle transacties die met de waargenomen bitcoinadressen in wallet1 op de laptop van [verdachte] zijn gemaakt. Vervolgens heb ik gekeken of er verbindingen zijn tussen bitcoinadressen die gebruikt worden in de transacties en bitcoinadressen die voorkomen op darknet markets die zijn veiliggesteld door het
darkwebmonitor project, geïnitieerd door TNO. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van het feit dat bitcoinadressen die samen als verzender in een transactie voorkomen waarschijnlijk behoren tot dezelfde eigenaar. Ik heb in het overzicht van wallet1 van [verdachte] van 16 transacties kunnen vaststellen dat een adres in wallet1 waarschijnlijk bitcoins heeft ontvangen van bitcoinadressen die waarschijnlijk afkomstig zijn van 'Evolution' of 'Agora'. Deze laatste zijn Darknet marktplaatsen waarin onder andere gehandeld wordt in verboden goederen zoals verdovende middelen.
(p.988)
Als ik de bedragen die ontvangen zijn op de bitcoinadressen van wallet1 bij elkaar optel, dan zie ik dat, in de periode van 24 februari 2015 tot 9 maart, 2015 BTC 889,90 (208.125,72 euro) ontvangen is op wallet1. Hiervan is 59% waarschijnlijk afkomstig van Evolution en Agora.

Het proces verbaal van vaststellen identiteit '[schuilnaam 5]` en `[schuilnaam 6]', d.d. 18 mei 2015 (ordner ZD05 26Lancashire), onder meer inhoudende:
(p.6037)
Kennismaking [schuilnaam 5] en [schuilnaam 1]
Op 10 maart 2013 wordt [schuilnaam 1] voor het eerst benaderd door [schuilnaam 5], die vraagt of hij interesse heeft in het opnemen van "Nintendo's" in zijn assortiment. Het is mij, verbalisant, ambtshalve bekend dat met "Nintendo's", XTC-pillen met een opdruk van het Nintendo logo worden bedoeld.
[image]
[image]

Proces-verbaal van bevindingen, Bitcointransacties '[medeverdachte 1]' , onder meer inhoudende, (ordner ZD05 26Lancashire):
(p.7726)
Zie onderstaand overzicht met de aan [medeverdachte 1] toe te schrijven bitcoinadressen en bitcoinclusters en de daarbij behorende nummering:
[image]
(p.7728)
Onderzoek bitcoinadres [Bitcoinadres] (#2)
Uit de private messages op Silk Road 1 tussen de gebruiker [schuilnaam 5] en gebruiker "[schuilnaam 1]" blijkt dat [schuilnaam 5] gebruikt maakt van het bitcoinadres [Bitcoinadres] (#2)
[image]
(p.7729)
Onderzoek bitcoincluster [Bitcoinadres] (#3)
Op 9 maart 2015 werd in het kader van het onderzoek Lancashire een doorzoeking gedaan op het woonadres van voornoemde [medeverdachte 1], te weten [adres] te Amsterdam. Onder beslagcode 00619.07.01.001 werd op het voornoemde adres een Macbook Air in beslag genomen. Uit onderzoek is vastgesteld dat in de taakbalk van het scherm van deze laptop was te zien dat het tekstbestand "Sites.etc" was geopend.
Onderzoek bitcoin.de
Tijdens mijn onderzoek aan het voornoemde bitcoinadres [Bitcoinadres] (#2) zag ik dat er in de periode van 11 juni 2013 tot en met 8 juli 2013 in totaal 304 Bitcoins (EUR 21.056,96) vanaf dat bitcoinadres naar een bitcoinadres van Bitcoin.de, namelijk [Bitcoinadres], zijn verzonden. De transacties zijn in de onderstaande tabel weergegeven:
[image]
(p.7730)
Op maandag 9 maart 2015 werd in het kader van het onderzoek 09[verdachte] een doorzoeking gedaan op het woonadres [adres], te Vleuten van de in dat onderzoek tot verdachte aangemerkte [verdachte], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]. Onder beslagcode A.08.01.005.003 werd op het voornoemde adres in Vleuten een 16Gb Kruidvat USB-stick in beslag genomen. Uit onderzoek is vastgesteld dat op deze USB-stick een map met de naam ".Trash-1000" stond. Deze map bevat bestanden die door de gebruiker zijn verwijderd. In deze map stonden meerdere bestanden, waaronder het voornoemde bestand met de naam `Sites etc' met daarin het bitcoinadres: [Bitcoinadres].
lk zag dat in de map ".Trash-1000" meerdere bestanden staan die zijn te relateren aan voornoemde [medeverdachte 1]. lk zag namelijk dat daarin een bestand met de private PGP-key van [schuilnaam 5] was opgeslagen. lk zag dat daarin een Word-bestand welke, volgens de metadata, voor het laatst door [medeverdachte 1] was opgeslagen, was opgenomen.
Onderzoek Cluster
lk zag dat voornoemd bitcoinadres [Bitcoinadres] deel uit maakt van een zogenaamd cluster, waarin nog een bitcoinadres, namelijk [Bitcoinadres] (#3) is opgenomen.
(p.7731)
Tijdens mijn onderzoek aan het voornoemde bitcoincluster [Bitcoinadres] (#3) zag ik dat
er in de periode van 20 juni 2013 tot en met 16 april 2014 in totaal 2.901 Bitcoins (EUR 259.022,71) vanaf dat cluster naar meerdere bitcoinadressen van Bitcoin.de, zijn verzonden.
(p.7736)
[image]
lk heb de bovenstaande hashwaarden (Referenz) nader onderzocht en zag dat de stortingen die zijn gedaan in de periode van 8 juli 2013 tot en met 16 april 2014, zijn verricht vanaf het cluster waarin het voornoemde bitcoinadres [Bitcoinadres] (#3) is opgenomen.
Aangezien er vanaf het bitcoincluster [Bitcoinadres] (#3) 1.334 Bitcoins zijn verzonden naar het bitcoin.de account van voornoemde [medeverdachte 1] terwijl er vanaf het bitcoincluster [Bitcoinadres] (#3) totaal 2.901 Bitcoins naar Bitcoin.de zijn verzonden, heb ik nader onderzoek gedaan aan de door Bitcoin.de verstrekte gegevens.
lk zag dat 727 Bitcoins vanaf het bitcoincluster [Bitcoinadres] (#3) op het account bij Bitcoin.de van voornoemde [verdachte] zijn gestort.
lk zag dat 304 Bitcoins vanaf het bitcoincluster [Bitcoinadres] (#2) naar het account bij Bitcoin.de van voornoemde [verdachte] zijn verzonden.
3.3.
Verweren/overwegingen
3.3.1.
Bewijsoverweging Feit 3
De verdachte heeft in deze strafzaak ter zake van feit 3 een deels bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft namelijk ter terechtzitting verklaard, dat hij (samen met anderen) onder de accountnamen [schuilnaam 11] en [schuilnaam 12] opereerde en onder die accountnamen op ‘darknet markets’ verdovende middelen te koop aanbood en verhandelde. Echter, dit zou slechts het geval zijn geweest vanaf 20 februari 2015. Door de verdediging is dan ook uitgebreid betoogd, dat ten aanzien van feit 3 een veel kortere periode, vanaf voornoemde datum, bewezen kan worden.
De bewijsvraag spitst zich aldus toe, op de vraag of er wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte voor 20 februari 2015 gehandeld heeft in verdovende middelen en betrokken is bij de productie daarvan, zoals tenlaste gelegd.
Gebruik van Samsung duos (A.05.03.014) en telefoons
De verklaring van verdachte ter terechtzitting komt erop neer, dat hij op 20 februari 2015 van een persoon (onder meer) verschillende telefoons heeft gekregen, waaronder de in zijn woning aangetroffen Samsung duos. In deze telefoon zijn berichten met betrekking tot de handel in verdovende middelen aangetroffen, zoals opgenomen in de bewijsmiddelen, en het laatste bericht dateert van 8 januari 2015.
Allereerst merkt de rechtbank op, dat er verschillende aanknopingspunten bestaan in het strafdossier, dat verdachte vóór 20 februari 2015 actief was in de handel in verdovende middelen. De rechtbank wijst in dat verband op de data van de aangetroffen foto’s van [schuilnaam 12], in combinatie met de verklaring van verdachte dat hij onder die naam in verdovende middelen heeft gehandeld.
Daarnaast geldt dat verdachte ook tijdens zijn verhoor op 11 maart 2015 bij de politie (p.146) is gevraagd naar de herkomst van de bij hem aangetroffen telefoons. Verdachte heeft toen verklaard dat de Samsung duos van hem is. Een klant van hem van de bitcoins had thuis een aantal telefoons liggen en hij wilde deze weggooien. Eén van die telefoons betrof een Samsung duos (A.05.03.014). Verdachte wilde de telefoons wel hebben om voor een geldbedrag te retourneren, of in een bak te gooien voor een goed doel. Verdachte heeft dus over de herkomst van de Samsung duos telefoon wisselend verklaard. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat deze telefoon op 20 februari 2015 door een onbekende aan hem is afgegeven, dermate ongeloofwaardig, dat die terzijde moet worden geschoven. Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank, dat het redelijkerwijs niet anders kan dan dat de telefoon aan verdachte toebehoorde.
Aangaande de inhoud van de Samsung duos (A.05.03.014) telefoon geldt het volgende. Vastgesteld is dat de meeste berichten de periode bestrijken van begin 2014 tot en met 8 januari 2015. Hier geldt dat, gelet op de aard en inhoud van die berichten, het niet anders kan zijn, dan dat deze betrekking hebben op de handel in verdovende middelen. Uit de berichten kan worden afgeleid dat afspraken worden gemaakt voor ontmoetingen, in verband met de levering van verdovende middelen door de gebruiker van de telefoon. De producten die werden verkocht waren onder meer YT (You Tube), M (MDMA), Domino’s (p.1053-1055). Gelet op de hoeveelheden die werden verhandeld, heeft de handel geen betrekking op de straathandel maar eerder op de tussenhandel.
Foto’s van [schuilnaam 12] – handel onder naam [schuilnaam 12]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij (offline) in de periode na 20 februari 2015 gehandeld heeft onder de naam [schuilnaam 12].
Onder verdachte is een USB-stick inbeslaggenomen met daarin een bestand aangaande de vendor-naam ‘[schuilnaam 12]’ (p.927). Volgens het bestandssysteem is dit bestand verwijderd op 30 april 2014. Uit onderzoek naar de vendor [schuilnaam 12] blijkt dat het profiel in april 2014 werd gevonden. [schuilnaam 12] is actief geweest op de ondergrondse marktplaats 'Evolution'. Op 5 mei 2014 introduceerde [schuilnaam 12] zich daar als een gevestigde groep verkopers van verdovende middelen, afkomstig uit West-Europa (p.1021).
Daarnaast is in de woning van verdachte een SD-kaart aangetroffen met een drietal foto’s (p.1011). (Blijkens het aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 februari 2017, is de SD-kaart in het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2015 (p.1010) abusievelijk omschreven als USB-stick). De foto’s zijn alle drie gemaakt op 11 juli 2014. Op twee daarvan is de [adres] in Vleuten te zien (waar verdachte woonachtig was). Op de derde foto is een hoeveelheid pillen te zien. Op die SD-kaart staan in een andere map twee foto’s met daarop pillen, in combinatie met een naamboord waarop ‘[schuilnaam 12]’ staat. Deze foto’s zijn op 1 mei 2014 gemaakt. Bovendien geldt dat op basis van de meta-data is vastgesteld, dat de foto’s zijn gemaakt met dezelfde fotocamera (Canon EOS 600D).
Verdachte heeft in verband met het voorgaande verklaard dat hij de foto’s van de verdovende middelen niet genomen heeft en dat hij de camera diverse keren heeft uitgeleend.
De rechtbank acht die uitleg van verdachte - die eerst ter zitting is gegeven - ongeloofwaardig. Ten eerste geldt dat de verklaring op geen enkele manier is onderbouwd. Niet duidelijk is geworden aan wie de camera zou zijn uitgeleend en wanneer dat zou zijn geweest. Eén en ander is dus niet geconcretiseerd en te verifiëren. Voorts geldt dat drie foto’s op 11 juli 2014 zijn genomen, waarvan er twee gemaakt zijn in de [adres]. Dat is een
omstandigheid die in elk geval niet duidt op het uitlenen van de camera door verdachte.Tenslotte geldt dat er foto’s met de camera zijn genomen van pillen met een naambordje met ‘[schuilnaam 12]’, terwijl verdachte juist heeft aangegeven onder deze naam te hebben gehandeld. Dit alles tezamen doet de rechtbank concluderen dat genoemde foto’s door verdachte zijn gemaakt in 2014, kennelijk mede in verband met de handel in pillen onder de vendornaam ‘[schuilnaam 12]’.
Conclusie rechtbank
Gelet op alle voorgaande overwegingen, de afzonderlijke constateringen aangaande vastgestelde data
in onderlinge samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat verdachte zich in de tenlaste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan (het medeplegen van) handel in verdovende middelen van lijst 1 van de Opiumwet. Op basis van het voorgaande is het scenario van verdachte dat hij slechts vanaf 20 februari 2015 bij de handel in verdovende middelen betrokken was, niet aannemelijk geworden. Dat terwijl het voorgaande wettig én overtuigend bewijs voor het tegendeel oplevert.
3.3.2
Bewijsoverweging gewoontewitwassen feit 1
De verdediging heeft bepleit dat verdachte van het onder 1. tenlastegelegde (gewoonte)witwassen dient te worden vrijgesproken. Daarbij is uitgebreid feitelijk verweer gevoerd. Zakelijk samengevat is het volgende gesteld. Voor zowel de virtuele geldbedragen, de contante bedragen en de luxe goederen geldt dat er geen sprake is van witwassen. Het simpele feit dat het betalen of ontvangen van veel contant geld een belangrijke rol speelt, wil niet zeggen dat de bedragen van misdrijf afkomstig zijn. Ook niet indien blijkt dat deze bedragen/goederen verstopt zijn. De bewezenverklaring wat betreft het ‘verbergen” van de herkomst van een geldbedrag of goed vraagt immers, mede gelet op de wetgeschiedenis, meer dan alleen de constatering dat iets verstopt was. Uit het op een geheime plek bewaren van een geldbedrag of voertuig, kan dan ook niet worden afgeleid dat de gedragingen van cliënt gericht zijn geweest op het verhullen of verbergen van de criminele herkomst van die voorwerpen. Voorts geldt dat verdachte niet vanaf 2012 betrokken is bij de drugshandel. Tenslotte heeft de raadsman de in het dossier genoemde witwas typologieën bestreden en gesteld dat deze in de onderhavige zaak geen bewijswaarde hebben.
Aangaande het tenlastegelegde gewoontewitwassen overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen en daaruit getrokken conclusies het volgende vastgesteld. Verdachte is gedurende een periode van ruim een jaar bezig geweest met de verkoop van verdovende middelen. In die periode heeft hij tevens gehandeld onder de vendornaam ‘[schuilnaam 12]’. Uitbetaling van de verkoop van verdovende middelen via het internet geschiedde overwegend in bitcoins. Uit het voorgaande vloeit logischerwijs voort dat verdachte wist dat hij bitcoins (of andere ‘cryptocurrency’) verkreeg uit drugshandel. Daarbij blijkt dat verdachte bitcoins heeft ontvangen van de gebruiker opererend onder de naam [schuilnaam 5] (p.7736, ZD05 26Lancashire). Uit het dossier volgt dat deze handelde in verdovende middelen. Voorts is gebleken dat verdachte in de periode van 24 februari 2015 tot en met 9 maart 2015 bitcoins ontvangen heeft, waarvan 59% waarschijnlijk afkomstig is van de ‘darknet markets’ Evolution en Agora (p.998).
Tevens acht de rechtbank bewezen dat de gedragingen met betrekking tot die bitcoins/cryptocurrency ‘verhullend’ van aard waren. Door de bitcoins om te wisselen in euro’s – hetgeen de verdachte heeft moeten doen, om zijn aankopen te kunnen financieren – heeft verdachte de werkelijke aard en herkomst van die bitcoins, namelijk dat deze afkomstig waren uit de handel in verdovende middelen op ‘dark markets’, verhuld.
Daarbij zijn de geldbedragen middellijk afkomstig uit enig misdrijf. Voor wat betreft de aanschaf van de personenauto’s en luxe goederen geldt dat sprake is van verhullingshandelingen, nu deze zijn aangeschaft met geld afkomstig uit handel in verdovende middelen.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1:
hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2013 tot en met 9 maart 2015 te Vleuten en Amsterdam van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte,
van voorwerpen, te weten:
- een hoeveelheid van ongeveer 487 bitcoins en
- een hoeveelheid van ongeveer 17.049 paycoins (die op 20 juli 2015 een dagwaarde vertegenwoordigen van ongeveer 791,70 euro) en
- een hoeveelheid van ongeveer 137988.6483772 opalcoins (die op 20 juli 2015 een dagwaarde vertegenwoordigen van ongeveer 579,18 euro) en
- een hoeveelheid geld met een totale waarde van € 34.149,40 en
- een hoeveelheid geld met een totale waarde van € 12.500,- en
- een auto (BMW met het kenteken [kenteken]) en
- een auto (BMW met het (huidige Nederlandse) kenteken [kenteken]) en
- een grote hoeveelheid (luxe) goederen (waaronder een horloge, 100 staatsloten (met een totale aankoopwaarde van 3.000 euro), een of meerdere (Apple) computers met toebehoren, een racefiets met toebehoren en een fotocamera met toebehoren)
- de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl verdachte telkens wist, dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
feit 2:
hij op 9 maart 2015 te Vleuten, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
- ongeveer 3,75 gram, van een materiaal bevattende MDMA, en
- ongeveer 3,68 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, en
- ongeveer 3920 milliliter, van een materiaal bevattende GHE (4-hydroxyboterzuur), en
- ongeveer 0,13 gram, van een materiaal bevattende 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine),
zijnde telkens middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
feit 3 primair:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 9 maart 2015 te Vleuten , althans in Nederland, meermalen telkens opzettelijk verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine),
zijnde telkens middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
gewoontewitwassen;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3 primair:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Daarnaast dienen de volgende in de beslaglijst vermelde goederen te worden verbeurd verklaard:
-de onder 1 genoemde bitcoins;
-de onder 3 en 12 genoemde personenauto’s;
-de onder 4 en 5 genoemde fiets met losse wielen,
-de onder 6 tot en met 11 genoemde geldbedragen;
-het onder 14 genoemde horloge;
-de onder 15, 16 en 17 genoemde camera met lenzen en
-de onder 24 genoemde omgewisselde staatsloten.
Verder dient op grond van artikel 34 Sr het geldbedrag van € 12.500,- dat in het bedrijf [Duits bedrijf] is gestoken, alsmede de waardes van de Paycoins en Opalcoins, respectievelijk
€ 791,70 en € 579,18, te worden verbeurd verklaard. Tenslotte heeft de officier van justitie de opheffing van de onder 2, 13, 18 tot en met 21, 25 en 26 genoemde goederen c.q. vorderingen gevorderd. Het conservatoir beslag ten behoeve van de ontnemingszaak blijft gehandhaafd.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken,
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer een jaar bezig gehouden met de verkoop van verdovende middelen. De handel die plaatsvond vanaf 20 februari 2015 was professioneel opgezet, onder andere door gebruik te maken van een anoniem TOR-netwerk. Het omvangrijke karakter van die drughandel komt tot uiting in het gevolgde verkoopbeleid. De handel waarbij verdachte betrokken was, concentreerde zich op het bevoorraden van de ‘resellers’ en behoorde daarmee tot het hogere segment van de drugshandel.
Verdachte heeft in de daaraan voorafgaande periode verschillende soorten XTC pillen verhandeld.
Verdachte heeft met zijn gedragingen zijn eigen gewin boven de veiligheid van de afnemers van de drugs gesteld en die afnemers willens en wetens bloot gesteld aan zeer ernstige gezondheidsrisico’s. Het is immers algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs als XTC-pillen, waarin MDMA de werkzame stof is, een onaanvaardbaar gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De (psychische) gezondheid van gebruikers kan al op heel korte termijn schade worden toegebracht en op langere termijn kan de (lichamelijke en psychische) gezondheid en het welzijn van gebruikers nog veel verder worden geschaad, waarbij langdurende begeleiding en behandeling nodig kan zijn om de verslavende werking van sommige drugs te overwinnen, als dat al lukt.
Bovendien ondervindt de samenleving ernstige overlast ten gevolge van de handel in harddrugs. Het gebruik van harddrugs genereert immers op haar beurt strafbare feiten met alle nadelige maatschappelijke gevolgen van dien. Voorts heeft verdachte een gewoonte gemaakt van witwassen, van de door de drughandel verdiende opbrengsten. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Het vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de integriteit van het financiële handelsverkeer. Ook worden op deze wijze inkomens en vermogens aan het zicht van de belastingdienst onttrokken.
Op dergelijke feiten kan – ondanks de relatief jeugdige leeftijd van verdachte tijdens het begaan van die feiten – niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een aanzienlijke gevangenisstraf, van na te noemen duur. Wel zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan gevorderd, omdat de rechtbank minder bewezen heeft verklaard. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden wat in enigszins soortgelijke zake aan straffen wordt opgelegd. Met de door de rechtbank op te leggen straf, worden de beoogde strafdoelen voldoende gerealiseerd.
Voorlopige hechtenis
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, alsmede de duur van de strafoplegging, afgezet tegen de persoonlijke omstandigheden van verdachte, ziet de rechtbank geen aanleiding de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen, zoals door de raadsman is verzocht. Dit verzoek wordt afgewezen.
6.3.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
-de onder 1 genoemde bitcoins;
-de onder 3 en 12 genoemde personenauto’s;
-de onder 4 en 5 genoemde fiets met losse wielen;
-de onder 6 tot en met 11 genoemde geldbedragen;
-het onder 14 genoemde horloge;
-de onder 15, 16 en 17 genoemde camera met lenzen en
-de onder 24 genoemde omgewisselde staatsloten,
dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de voorwerpen aan verdachte toebehoren en dat die voorwerpen geheel of grotendeels door middel van het strafbare feit zijn verkregen, dan wel de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen, zijn begaan of voorbereid.
Op grond van artikel 34 Sr wordt tevens verbeurd verklaard, het geldbedrag van € 12.500,- dat door verdachte in het bedrijf [Duits bedrijf] is gestoken, alsmede de waardes van de Paycoins en Opalcoins, respectievelijk € 791,70 en € 579,18.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 33, 33a, 34, 57, 420ter van het Wetboek van Strafrecht
1, 2, 10 van de Opiumwet.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de onder 3.4 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
DRIE (3) JAREN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd:
-de onder 1 genoemde bitcoins;
-de onder 3 en 12 genoemde personenauto’s;
-de onder 4 en 5 genoemde fiets met losse wielen;
-de onder 6 tot en met 11 genoemde geldbedragen;
-het onder 14 genoemde horloge;
-de onder 15, 16 en 17 genoemde camera met lenzen en
-de onder 24 genoemde omgewisselde staatsloten;
-het geldbedrag van € 12.500,- dat in het bedrijf [Duits bedrijf] is gestoken, alsmede de waardes van de Paycoins en Opalcoins, respectievelijk € 791,70 en € 579,18;
heft op het beslag ten aanzien van:
de onder 2, 13, 18 tot en met 21, 25 en 26 op de beslaglijst genoemde goederen c.q. vorderingen.
wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr. R.A. Otter en mr. J.C. van den Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Zeeman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 maart 2017.

Voetnoten

1.De door de rechtbank – voor zover het betreft processen-verbaal – aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De inhoud van elk bewijsmiddel wordt – ook in onderdelen – slechts gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft.