ECLI:NL:RBNHO:2017:2197

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 maart 2017
Publicatiedatum
17 maart 2017
Zaaknummer
5460844 / CV EXPL 16-6220
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwarring over bedrijfsnamen op factuur en consumentenkoop van een papegaai

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X], h.o.d.n. Dennis Papegaaienzaak, en [Y]. De zaak betreft een consumentenkoop waarbij [Y] een papegaai heeft gekocht van [X], die niet voldeed aan de verwachtingen. De papegaai is binnen zes maanden na aankoop ziek geworden en overleden. [Y] heeft de koopovereenkomst ontbonden en vordert restitutie van het aankoopbedrag en schadevergoeding voor dierenartskosten. De kantonrechter oordeelt dat de verwarring over de bedrijfsnamen op de factuur voor rekening en risico van [X] komt, omdat de factuur onvoldoende duidelijkheid biedt over de identiteit van de verkoper. De rechter stelt vast dat de papegaai niet voldeed aan de overeenkomst, maar dat de tekortkoming niet voldoende is om de overeenkomst te ontbinden. Wel wordt [X] veroordeeld tot betaling van de dierenartskosten van € 213,40, vermeerderd met wettelijke rente. Het verstekvonnis van 18 augustus 2016 wordt vernietigd en de proceskosten worden toegewezen aan de partijen conform hun gelijkstelling in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 5460844 \ CV EXPL 16-6220
Uitspraakdatum: 30 maart 2017
Vonnis in de zaak van:
[X] , h.o.d.n. Dennis Papegaaienzaak
wonende te [plaats]
opposant
verder te noemen: [opposant]
gemachtigde: mr. M.E. Aalders
tegen
[y]
wonende te [Plaats]
geopposeerde
verder te noemen: [geopposeerde]
gemachtigde: mr. J.P.C.M. van Riet

1.Het procesverloop

1.1.
[geopposeerde] heeft bij inleidende dagvaarding van 20 juni 2016 een vordering ingesteld tegen [opposant] .
1.2.
[opposant] is niet verschenen, waarna hij bij verstekvonnis van 18 augustus 2016 is veroordeeld.
1.3.
Bij dagvaarding van 14 oktober 2016 is [opposant] in verzet gekomen van dat verstekvonnis.
1.4.
[geopposeerde] heeft schriftelijk gereageerd op de verzetdagvaarding, waarna [opposant] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[opposant] heeft op 1 maart 1972 de eenmanszaak Dennis Papegaaienzaak te Den Ilp opgericht.
2.2.
Op 14 juni 1993 hebben [opposant] , [Voornaam] [opposant] en [naam] [opposant] de vennootschap onder firma V.O.F. Dennis Papegaaien (hierna: de vof) opgericht. De vof draagt de handelsnaam Dennis Papegaaien en is gevestigd aan de Torenstraat 34 te Den Haag. [opposant] is op 1 januari 2003 uitgetreden als vennoot.
2.3.
Op 23 september 2015 heeft [geopposeerde] in de Torenstraat 34 te Den Haag een papegaai gekocht voor een bedrag van € 1.350,00. Bovenaan de koopovereenkomst staan de volgende adressen vermeld:
Dennis A’dam Dennis Den Haag
Den Ilp 110b Torenstraat 34
(…)
Voor het adres Dennis Den Haag staat een vinkje.
2.4.
Op of omstreeks 14 oktober 2015 is de papegaai ziek geworden. Op 16 oktober 2015 heeft [geopposeerde] een dierenarts geconsulteerd.
2.5.
De vof is op 19 november 2015 ontbonden en is op 23 november 2015 voortgezet door Papegaai.nl B.V.
2.6.
Op 19 januari 2016 is de papegaai overleden.
2.7.
Bij brief van 26 februari 2016 aan Dennis Papegaaien te Den Ilp heeft [geopposeerde] de koopovereenkomst ontbonden en aanspraak gemaakt op retournering van het aankoopbedrag van € 1.350,00.
2.8.
Bij brief van 6 april 2016 aan Dennis Papegaaien te Den Haag heeft de gemachtigde van [geopposeerde] nogmaals de koopovereenkomst ontbonden en gesommeerd over te gaan tot betaling van een totaalbedrag van € 1.563,40, onder aanzegging van verdere rechtsmaatregelen.
2.9.
Bij dagvaarding van 20 juni 2016 heeft [geopposeerde] een vordering ingesteld tegen [opposant] .
2.10.
Bij verstekvonnis van 18 augustus 2016 is [opposant] veroordeeld tot betaling van € 1.563,40 te vermeerderen met de wettelijke rente en de kosten van de procedure.
2.11.
Bij exploot van 20 september 2016 heeft [geopposeerde] het verstekvonnis van 18 augustus 2016 aan [opposant] doen betekenen.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[geopposeerde] heeft bij inleidende dagvaarding van [opposant] , naast nevenvorderingen, betaling gevorderd van € 1.563,40, te vermeerderen met de wettelijke rente en de (na)kosten van de procedure. [geopposeerde] heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat hij van [opposant] voor een koopsom van € 1.350,00 een papegaai heeft gekocht, die binnen zes maanden na aankoop ziek is geworden en is overleden. Omdat de geleverde papegaai niet heeft beantwoord aan de overeenkomst is hij gerechtigd over te gaan tot ontbinding van de overeenkomst. Hij maakt dan ook aanspraak op restitutie van de aankoopsom. Daarnaast vordert hij vergoeding van de door hem geleden schade bestaande uit opvang- en dierenartskosten ter hoogte van € 213,40.
3.2.
[opposant] is door de kantonrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van het gevorderde. Ook de nevenvorderingen zijn toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde executiekosten zijn afgewezen.
3.3.
[opposant] vordert, in de verzetdagvaarding, ontheffing van de veroordeling en afwijzing van de oorspronkelijke vordering. Op zijn stellingen zal hieronder nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[opposant] voert primair het verweer dat partijen geen overeenkomst met elkaar hebben gesloten en dat [geopposeerde] de verkeerde persoon/vennootschap heeft gedagvaard. De kantonrechter verwerpt dat verweer. Vast staat dat [geopposeerde] de papegaai heeft gekocht bij “Dennis Den Haag”. Dat staat op de aan [geopposeerde] verstrekte factuur aangekruist. Ten onrechte stelt [opposant] dat [geopposeerde] daaruit had moeten afleiden dat hij bij de vof een papegaai heeft gekocht en niet bij hem en dat [geopposeerde] zich dus tot de vof had moeten wenden. De factuur die aan [geopposeerde] is verstrekt, is daarvoor onvoldoende duidelijk. Dit blijkt uit het feit dat zowel [opposant] als de vof gebruik maken van facturen die identiek zijn. Daarnaast wordt in de algemene voorwaarden die op de factuur staan afgedrukt slechts gebruik gemaakt van de naam “Dennis papegaaien” en wordt op de factuur slechts één e-mailadres vermeld. Bovendien vermeldt de factuur noch de naam van [opposant] en/of de vof, noch een in het Handelsregister ingeschreven handelsnaam van hen. Dat op de gevel van de winkel in Den Haag mogelijk wel een handelsnaam van de vof stond vermeld, maakt dat niet anders. Daar komt bij dat de factuur evenmin vermeldt de inschrijvingsnummers van de ondernemingen bij de Kamer van Koophandel. Aldus wekt de factuur, zoals [geopposeerde] terecht aanvoert, de suggestie van één onderneming met twee filialen. Naar het oordeel van de kantonrechter dient deze onduidelijkheid voor rekening en risico van de gebruikers van deze facturen te komen en dus ook van [opposant] . Van [geopposeerde] als consument mag onder de gegeven feiten en omstandigheden redelijkerwijs niet worden verwacht dat hij in de Kamer van Koophandel onderzoek doet om de identiteit van zijn wederpartij te kunnen achterhalen.
4.2.
Dan de vraag of de papegaai voldeed aan de overeenkomst. Daarover overweegt de kantonrechter dat het hier gaat om een consumentenkoop nu de koop van de papegaai is gesloten tussen een bedrijfsmatig optredende verkoper en een koper, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van beroep op bedrijf. Krachtens artikel 7:17 BW moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Volgens artikel 7:18 lid 2 BW wordt bij een consumentenkoop vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
4.3.
Volgens [geopposeerde] is de papegaai gestorven door stress met een uiteindelijke hartstilstand tot gevolg. Weliswaar is er een bewijsvermoeden dat de papegaai niet voldoet aan de overeenkomst omdat deze is overleden binnen zes maanden na aflevering daarvan, maar dat bewijsvermoeden is door [opposant] met succes weerlegt door erop te wijzen dat uit de door [geopposeerde] overgelegde stukken blijkt dat de stress die heeft geleid tot de hartstilstand is veroorzaakt door het feit dat de papegaai van de kast was gevallen en daarbij iets zwaars op zich kreeg, en daarna is gestopt met eten. Dat er een relatie is tussen kropziekte bij de papagaai en het hartfalen van de papegaai blijkt niet uit hetgeen [geopposeerde] heeft aangevoerd. Dit is geen grond voor ontbinding van de overeenkomst.
4.4.
Daarnaast legt [geopposeerde] aan zijn vordering ten grondslag dat [opposant] heeft gehandeld in strijd met geldende wet- en regelgeving waarin is bepaald dat dit soort papegaai, om in staat te zijn zich zelfstandig te voeden, pas na 139 dagen (19,8 weken) na de geboorte mag worden gescheiden van de ouder terwijl de onderhavige papegaai binnen een termijn van 12 weken is verkocht. [opposant] heeft niet betwist dat de papegaai binnen de daarvoor geldende termijn is verkocht aan [geopposeerde] en aldus is gescheiden van de ouder. In zoverre voldoet de papegaai niet aan de overeenkomst. De kantonrechter houdt het er daarom voor dat de eetproblemen waarmee de papegaai te kampen had hierdoor zijn veroorzaakt. De kantonrechter is echter van oordeel dat deze tekortkoming gezien haar geringe betekenis de ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigt. Dit omdat uit de gegevens van de dierenarts blijkt dat de die problemen half december 2015 weg waren.
4.5.
Wel kan [geopposeerde] aanspraak maken op vergoeding van de wegens de eetproblemen van de papegaai geleden schade, de kosten van de dierenarts. Die bedragen € 213,40, zo heeft [geopposeerde] onbetwist aangevoerd. Over dit bedrag is [opposant] , zoals gevorderd, vanaf 26 februari 2016 wettelijke rente verschuldigd
4.6.
Uit praktisch oogpunt zal de kantonrechter het verstekvonnis geheel vernietigen en opnieuw rechtdoen. [opposant] wordt als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de verstekprocedure. De proceskosten van de verzetprocedure komen voor rekening van [geopposeerde] als zijnde de in het verzet overwegend in het ongelijk gestelde partij, met dien verstande dat de kosten van de verzetdagvaarding door [opposant] zelf gedragen moeten worden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart het verzet gegrond en vernietigt het verstekvonnis van 18 augustus 2016;
5.2.
veroordeelt [opposant] tot betaling aan [geopposeerde] van € 213,40 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 26 februari 2016 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.3.
veroordeelt [opposant] tot betaling van de proceskosten in de verstekprocedure, die de kantonrechter aan de kant van [geopposeerde] tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 79,00
salaris gemachtigde € 150,00 ;
en veroordeelt [opposant] tot betaling van € 75,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten zijn gemaakt;
5.4.
veroordeelt [geopposeerde] tot betaling van de proceskosten in de verzetprocedure, die tot en met vandaag voor [opposant] worden vastgesteld op een bedrag van € 300,00 aan salaris van de gemachtigde van [opposant] ;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter