ECLI:NL:RBNHO:2017:2283
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek tot vaststelling ouderschap en bijdrage in kosten van verzorging
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in een verzoek van een vrouw tot vaststelling van het ouderschap van een man en een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De vrouw heeft aangevoerd dat de man de verwekker is van de minderjarige, die niet erkend is en waarvoor de vrouw het gezag heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw in haar verzoekschrift alleen de naam van de man heeft genoemd, maar geen bewijs heeft geleverd van zijn identiteit of woonplaats. Ondanks herhaalde oproepen via de Staatscourant is de man niet verschenen en zijn er geen geboortegegevens of andere identificerende informatie over hem verstrekt. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de man een bestaand persoon is, wat noodzakelijk is om hem als belanghebbende te kunnen aanmerken volgens artikel 798 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vrouw niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, omdat er geen juridische basis is om het verzoek te honoreren. De beschikking is openbaar uitgesproken en de vrouw kan, indien zij dat wenst, binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.