Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 augustus 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 8 maart 2017.
2.De feiten
(de rechtbank begrijpt: haar gestelde vorderingen op WFC Vastgoed)gecedeerd aan [gedaagde/eiser].
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
Voor wat betreft de betalingsregelingen heeft WFC Vastgoed onvoldoende onderbouwd gesteld welke concrete regelingen niet zouden zijn nagekomen. Daarbij speelt mee dat uit de overgelegde e-mailcorrespondentie tussen partijen blijkt dat verschillende voorstellen en regelingen elkaar opvolgden, zonder dat duidelijk blijkt wat een nieuw voorstel of nieuwe regeling betekende voor oudere voorstellen en regelingen. Voor zover WFC Vastgoed heeft gesteld dat de regeling als verwoord in de e-mail van 20 februari 2014 van WFC Amsterdam (kennelijk namens WFC Vastgoed) aan Mixi niet is nagekomen, omdat gedurende de regeling de lopende huur termijnen niet zouden zijn betaald, stelt de rechtbank vast dat de regeling, zoals verwoord in bedoelde mail, alleen rept van een afspraak inzake betalingen op facturen in twee termijnen. [gedaagde/eiser] heeft onweersproken gesteld dat Mixi die betalingen heeft gedaan.
nadat[gedaagde/eiser] via de accountant kennis had genomen of had kunnen nemen van de jaarrekeningen met de correcte cijfers, misleidend zijn geweest. [gedaagde/eiser] heeft niets aangevoerd waaruit volgt dat het publiceren van de misleidende cijfers hem niet kan worden verweten. Dit leidt weliswaar tot de conclusie dat [gedaagde/eiser] hoofdelijk aansprakelijk is als bedoeld in artikel 2:249 BW, maar niet tot het oordeel dat sprake is van onrechtmatig handelen door [gedaagde/eiser] jegens WFC Vastgoed. Nu WFC Vastgoed niet heeft gesteld dat zij de huurovereenkomst heeft laten doorlopen of betalingsregelingen met Mixi is aangegaan vanwege de voorstelling die zij van Mixi had op grond van de gepubliceerde cijfers, heeft zij voor de aansprakelijkheid van [gedaagde/eiser] jegens WFC Vastgoed op grond van artikel 2:249 BW niet aan haar stelplicht voldaan. Zoals [gedaagde/eiser] ook betoogt ontbreekt het causaal verband derhalve tussen de door WFC Vastgoed gestelde schade enerzijds en de verschillen tussen de gedeponeerde cijfers en de jaarrekeningen anderzijds.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)