ECLI:NL:RBNHO:2017:3254
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Haarlemmermeer 2016 inzake taxidiensten op Schiphol
Op 20 april 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 11 juli 2016 op de luchthaven Schiphol taxidiensten heeft aangeboden zonder de bestuurder van het voertuig te zijn. De verdachte werd beschuldigd van overtreding van artikel 5:14E van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Haarlemmermeer 2016. De kantonrechter heeft de vordering van de officier van justitie, mr. P. van Lennep, in behandeling genomen en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.E. Wiersum, heeft een beroep gedaan op niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging, met als argument dat dit in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel. De kantonrechter verwierp dit verweer en oordeelde dat de APV Haarlemmermeer 2016 verbindend is en dat de vervolging van de verdachte niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, aangezien de verdachte buiten het taxisysteem van Schiphol opereerde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verdachte op het Jan Dellaertplein, een aangewezen gebied waar taxidiensten alleen door de bestuurder van het voertuig mogen worden aangeboden, taxidiensten heeft aangeboden. De rechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastelegging. De kantonrechter heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 6 dagen bij gebreke van betaling. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier P. Kruijver en is openbaar uitgesproken op 20 april 2017.