3.3.Redengevende feiten en omstandigheden
De economische politierechter komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen en de daarin vervatte redengevende feiten en omstandigheden. De door de economische politierechter in deze rubriek als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door een persoon die daartoe bevoegd is en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De opgenomen schriftelijke stukken worden slechts gebruikt in samenhang met de overige bewijsmiddelen.
Proces-verbaal d.d. 16 november 2016 (dossierpagina 3 e.v.)
(…)
5 eerdere overtredingen inzake doorvoer militaire goederen
Op 29 april 2015 is op Schiphol een zending van Royal Malaysia Airforce, Material Udara Satu te Kuala Lumpur, Maleisië, met als ontvanger Ural Optical & Mechanical Plant in Ekaterinaburg 620100, Rusland, gestopt onder het stopnummerABV 0016494. Het betroffen 2 colli inhoudende 2 stuks “0MB unit (v) from 36SH-set”. Dit betreffen optische radarstations OLS-30 (36Sh-01) voor de Su-30 MKI en Su-30 MKM gevechtsvliegtuigen. Het betreffen derhalve geleidings- en navigatieapparatuur voor militaire vliegtuigen.
De goederen zijn binnen gebracht door AirBridgeCargo Netherlands. De goederen vallen onder MLII a van de gemeenschappelijke militaire lijst. De doorvoer van dergelijke goederen naar Rusland vanuit de Maleisië is vergunningplichtig.
(…)
De heer [betrokkene], als general manager van Air Bridge Cargo in Europa verantwoordelijk, gaf destijds aan dat zij zich willen houden aan de wettelijke verplichtingen die door Nederland en de Europese Unie worden gesteld. Men zal in het vervolg eisen dat naast een “OK to forward” ook een Air Waybill en Invoice wordt overlegd zodat eerder onderkent kan worden dat het mogelijk om militaire goederen gaat en de zending geweigerd kan worden dan wel, indien van toepassing, een vereist vergunning aangevraagd kan worden.
(…)
Uit de bestanden van de Centrale Dienst voor de in- en uitvoer (B/DG/Cdiu) bleek dat er op 22 oktober 2015 een doorvoerzending van militaire goederen bij AirBridgeCargo was gestopt omdat de vereist doorvoervergunning ontbrak. De vereiste vergunning is, in overleg met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, niet verleend waarna de goederen zijn geretourneerd.
(…)
7 De verdachten tegen wie het onderzoek is gericht
De aanvraag voor een doorvoervergunning diende te worden aangevraagd door diegene die voor de beschikkingsbevoegde de douaneformaliteiten verricht. In deze casus betreft dit de onderneming AirFreight Logistics S.ar.L.
Proces-verbaal van bevindingen en determinatie d.d. 24 juli 2016 (Bijlage 16)
(…)
Op vrijdag 29 april 2016 omstreeks 19:00 uur bevond ik me bij Menzies World Cargo Services (hierna te noemen: Menzies) gelegen aan de [adres], te Schiphol Zuidoost, Haarlemmermeer.
(…)
Ik had de opdracht gekregen om een zending te controleren welke onder begeleiding van een Airwaybill met nummer 065-8469 9171 (bijlage I) binnen was gekomen. Ik las op de Airwaybill dat de hierop genoemde zending zou moeten bestaan uit 3 colli met een gewicht van 648 kilogram, herkomst Verenigde Staten en met bestemming Saoedi Arabië.
Ik zag en las ook op deze Airwaybill dat als goederenomschrijving werd vermeld: ‘PUMA AE-DOL SYSTEMS COMPLETE WITH ASSOCIATED ACCESSORIES AND TRAINING’.
Verder las ik op de Airwaybill met bovengenoemd nummer dat de zending als afzender en ontvanger had:
Afzender:
AEROVIRONMENT INC
[adres]
US
Ontvanger:
ORDER OF MINISTERY OF DEFENCE ROYAL SAUDI
SPECIAL FORCES KINGDOM OF SAUDI ARABIA
RIYACH
SA
(…)
Op de Commercial Invoice (bijlage II) las ik dat het zou gaan om onderdelen voor een PUMA AE DOL M3/M4. Bij elkaar zou het gaan om een geheel systeem. Vanuit mijn kennis en ervaring en informatie opgedaan via open bronnen (internet) wist ik dat het hier mogelijk voorwerpen zouden kunnen zijn welke zou kunnen vallen onder de werking van de Besluit Strategische goederen.
Vanuit de openbare bronnen (internet) las ik dat de PUMA AE DOL een Unmanned Aircraft System (UAS) van het type RQ-20A was. Deze systemen zijn speciaal militair ontworpen.
Dit systeem is derhalve in te delen in de Gemeenschappelijke EU-lijst van Militaire Goederen en wel onder de post ML 10 letter C (“onbemande vliegtuigen en aanverwante uitrustingsstukken, als hieronder, en daarvoor speciaal ontworpen onderdelen: …). Deze goederen vallen volgens artikel 3 letter e van de Regeling Algemene Doorvoervergunning NL 007 niet onder deze regeling, derhalve dient er voor de doorvoer van deze zending over het grondgebied van Nederland een individuele doorvoervergunning Militaire Goederen bij aanwezig te zijn.
Proces-verbaal van bevindingen en determinatie d.d. 24 juli 2016 (Bijlage 17)
(…)
Op vrijdag 29 april 2016 omstreeks 19:00 uur bevond ik me bij Menzies World Cargo Services (hierna te noemen: Menzies) gelegen aan de [adres], te Schiphol Zuidoost, Haarlemmermeer.
(…)
Ik had de opdracht gekregen om een zending te controleren welke onder begeleiding van een Airwaybill met nummer 065-8469 9160 (bijlage I) binnen was gekomen. Ik las op de Airwaybill dat de hierop genoemde zending zou moeten bestaan uit 12 colli met een gewicht van 3.291 kilogram, herkomst Verenigde Staten en met bestemming Saoedi Arabië.
Ik zag en las ook op deze Airwaybill dat als goederenomschrijving werd vermeld: PUMA AE DOL SYSTEMS COMPLETE WITH ASSOCIATED ACCESSORIES AND TRAINING.
Verder las ik op de Airwaybill met bovengenoemd nummer dat de zending als afzender en ontvanger had:
Afzender:
AEROVIRONMENT INC
[adres]
US
Ontvanger:
ORDER OF MINISTERY OF DEFENCE PRESIDANCYOF
GENERAL STAFF, ARMED FORCES, DEPT OF FOREIGN
PROCUREMENT, KINGDOM OF SAUDI ARABIA
RIYACH
SA
(…)
Op de Commercial Invoice (bijlage II) las ik dat het zou gaan om onderdelen voor een PUMA AE DDL M3/M4. Bij elkaar zou het gaan om een geheel systeem. Vanuit mijn kennis en ervaring en informatie opgedaan via open bronnen (internet) wist ik dat het hier mogelijk voorwerpen zouden kunnen zijn welke zou kunnen vallen onder de werking van de Besluit Strategische goederen.
Vanuit de openbare bronnen (internet) las ik dat de PUMA AE DOL een Unmanned Aircraft System (UAS) van het type RQ-20A was. Deze systemen zijn speciaal militair ontworpen. Dit systeem is derhalve in te delen in de Gemeenschappelijke EU-lijst van Militaire Goederen en wel onder de post ML 10 letter C (“onbemande vliegtuigen en aanverwante uitrustingsstukken, als hieronder, en daarvoor speciaal ontworpen onderdelen:…). Deze goederen vallen volgens artikel 3 letter e van de Regeling Algemene Doorvoervergunning NL 007 niet onder deze regeling, derhalve dient er voor de doorvoer van deze zending over het grondgebied van Nederland een individuele doorvoervergunning Militaire Goederen bij aanwezig te zijn.
Proces-verbaal van verhoor d.d. 11 oktober 2016 (Bijlage 30)
2de Verdachte: [verdachte]
(…)
Ik ben bekend met de wetgeving op het gebied van sancties vooral met betrekking tot Rusland. Ook ben ik bekend met de wetgeving inzake wapenembargo’s, doorvoer militaire goederen en dergelijk. (…) Ook zijn wij op de hoogte van de vergunningsplicht inzake doorvoer en uitvoer van militaire goederen. De heer [betrokkene] is general manager. U vraagt ons naar de stand van zaken met betrekking tot een aanpassing van de interne regels met betrekking tot de wetgeving en embargo’s na uw bezoek in 2015. De heer [betrokkene] had u dit toegezegd. Wij hebben nadien niets meer hierover vernomen.
Op 29 april 2016 zijn drie zendingen met de AWB nr. 065 - 8469 9160, AWB 065 - 8469 9171 en AWB 580 - 0729 6914 op Schiphol bij Menzies binnen gekomen vanuit de Verenigde Staten van Amerika door AirBridgeCargo. Zij waren bestemd voor Saoedi-Arabië en zijn door de Douane gestopt. Twee waren afkomstig van een interline partner, in dit geval Saudi Arabian Airlines. De andere met AWB 580-0729 6914 had bestemming Amsterdam en moest hier ingevoerd worden.
(…)
Als een vliegtuig op Schiphol voor ons binnenkomt dan ontvangen wij een FFM-bericht. Dit is een elektronische verzamellijst met zendingen die aan boord van het desbetreffende toestel zitten. In die verzamellijst staat een summiere omschrijving van de goederen en de plaats van vertrek en de plaats van bestemming. Ik overhandig u de desbetreffende FFM melding.
Hier staat onder andere vermeld bij de goederen omschrijving “PUMA AE II DDL’.
(…)
Wij gebruiken wereldwijd een zogenaamde “OK to forward-lijst. Hierop staan per station aangegeven welke goederen gestuurd mogen worden of wat de procedure is om deze mogen sturen. Ik overhandig u hierbij de lijst. Hierop staat ook aangegeven dat bijvoorbeeld munitie en wapens en militaire goederen niet zonder aanvullende gegevens naar Amsterdam mogen indien het doorvoer betreft. Wij wisten aan de hand van de beide lijsten niet dat deze zendingen met AWB nrs. 065-84699160 en 065-84699171 militaire goederen betroffen. Ook hadden wij niet het vermoeden dat het om militaire goederen kon gaan. Wij hebben daarom ook geen doorvoervergunning aangevraagd.
Voor deze zending wordt het luchtvrachttarief afgerekend met de verzender. De zending werd geboekt door ons station in Los Angeles. Hij kreeg deze aangeboden door Saudi Arabian Airlines. De zending wordt aangeboden, ingeboekt en verstuurd. De FFM melding wordt gedaan door de afhandelaar in Los Angeles. Deze melding wordt door ons ontvangen. Dan wordt een importhandeling door ons verricht. Dat wil zeggen per vliegtuigpallet wordt opdracht gegeven of deze wordt afgebroken, doorgezonden of overgedragen.
(…)
Wij hebben voor deze zending een overdrachtsdocument gemaakt omdat de zending met Saudi Arabian Airlines verder zou vliegen af Amsterdam naar Ruhad, Saoedi Arabië. Menzies draagt in feite over aan Swissport. De goederen blijven eigendom van Saudi Arabian Airlines. Wij verzorgen alleen het transport. Als Amsterdam verdienen wij er niets op. De ontvangsten zijn in Los Angeles.
(…)
Verleden jaar zijn diverse mails verzonden wereldwijd binnen het concern over de problemen die wij ondervinden met militaire goederen. Hierin is aangegeven dat er via Amsterdam geen militaire goederen mogen worden doorgevoerd en voor de import Amsterdam dat daar een ‘OK to forward” voor nodig is.
Aanvullend proces-verbaal d.d. 5 april 2017 (losse bijlage)
(…)
Het Besluit strategische goederen geeft onder andere regels met betrekking tot de doorvoer van militaire goederen. Sinds augustus 2008 bestaat de controle op de doorvoer van militaire goederen uit een meldplicht voor de doorvoer van militaire goederen waarbij een zogenoemde bondgenoot bij betrokken is. Dit betreft EU-lidstaten, NAVO-partners en de landen Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zwitserland. In juli 2012 is de bondgenoten vrijstelling verder ingeperkt. Sinds deze wijziging zijn zendingen van of naar bondgenoten die in Nederland worden overgeladen vergunningplichtig. Zendingen van of naar bondgenoten die niet in Nederland worden overgeladen zijn meldplichtig. Het maakt bij de overlading niet uit of dit een zelfde of op een ander type transportmiddel c.q. voertuig is. Gelijktijdig is per 1 juli2012 de mogelijkheid gecreëerd voor het aanvragen van zogenoemde Algemene Doorvoer Vergunningen, te weten de NL007 en de NL008.
(…)
Airfreight Logistics S.ar.L.(AirBridgeCargo Netherlands) is niet in het bezit van deze algemene doorvoervergunningen NL007 als een NL008. Men heeft deze nooit aangevraagd. Indien men in het bezit van een dergelijke vergunning zou zijn geweest, dan nog waren voor de doorvoerzending waarvoor het proces-verbaal nummer 62677 is opgemaakt deze niet bruikbaar. De NL007 geldt voor militaire goederen zoals opgenomen op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, met uitzondering van de volgende categorieën, waarbij de letter/nummer combinaties verwijzen naar de letter/nummer combinaties als opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen:
a. (…)
e. ML10, waar het complete vliegtuigen of onbemande luchtvaartuigen betreft;
Bij de doorvoer van complete systemen die vallen onder de post ML10 (o.a. vliegtuigen en onbemande luchtvaartuigen) dient altijd een individuele doorvoervergunning te worden aangevraagd. De zending die is gerelateerd in het hiervoor genoemde proces-verbaal nummer 62677, opgemaakt op 16 november 2016 betrof namelijk een compleet onbemand luchtvaartuig.
De meld- of vergunningplicht ligt in 1e instantie bij de beschikkingsbevoegde. Dit is meestal de afzender van de goederen. Vooral in doorvoersituaties is dit meestal een buitenlandse partij, die in Nederland niet zelf een vergunning kan aanvragen. Dit is één van de redenen waarom in het Besluit strategische goederen en de Uitvoeringsregeling strategische goederen is opgenomen wie de melding moet doen dan wel de vergunning moet aanvragen. Dit zijn de beschikkingsbevoegde, degene die voor hem de douaneformaliteiten verricht, of, indien geen douaneformaliteiten worden verricht, door de persoon die de goederen vervoert. Hierbij is geen rangorde aan gehouden. Indien één van deze drie partijen aan de verplichtingen voldoet is het in orde.
Het Besluit strategische goederen definieert het begrip 'doorvoer’ als het vervoer van goederen die uitsluitend het Nederlands grondgebied worden bínnengebracht om via dat gebied te worden vervoerd naar een bestemming buiten het Nederlands grondgebied. Deze definitie impliceert dat reeds bij binnenkomst van de desbetreffende goederen een vergunning aanwezig dient te zijn, tenzij bij binnenkomst duidelijk is dat er gezien de herkomst of bestemming van de goederen geen vergunningplicht is.