ECLI:NL:RBNHO:2017:3359

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
25 april 2017
Zaaknummer
15/872286-15 + 16/233925-13 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel en hennepteelt met afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijk opgelegde straf

Op 21 april 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensensmokkel en hennepteelt. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, waaronder de deelname aan een criminele organisatie. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar de verdachte, die in de periode van 20 juli 2015 tot en met 15 augustus 2015 betrokken zou zijn geweest bij het smokkelen van personen naar Groot-Brittannië en het telen van hennep. Tijdens de openbare terechtzittingen op 9, 13, 15 en 16 maart 2017 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie gehoord, evenals de verdediging van de verdachte. De officier van justitie vorderde vrijspraak van het hennepfeit, maar eiste wel bewezenverklaring van de mensensmokkel en deelname aan een criminele organisatie. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte bij de feiten en stelde dat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de mensensmokkel of hennepteelt. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de verdachte vrijgesproken werd van de nieuwe feiten. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de verdachte is vrijgelaten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 15/872286-15 + 16/233925-13 (tul) (P)
Uitspraakdatum: 21 april 2017
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 9, 13, 15 en 16 maart 2017 in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. E. Visser, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. F. van Seventer, advocaat te Bussum, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na een nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 juli 2015 tot en met 15 augustus 2015 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Amsterdam en/of te Huizen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
13, althans één of meer, perso(o)n(en) met een Vietnamese nationaliteit (te weten de perso(o)n(en) (bekend als): [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4] en/of [gesmokkelde 5] en/of [gesmokkelde 6] en/of [gesmokkelde 7] en/of [gesmokkelde 8] en/of [gesmokkelde 9] en/of [gesmokkelde 10] en/of [gesmokkelde 11] en/of [gesmokkelde 12] en/of [gesmokkelde 13])
en/of
11, althans één of meer, perso(o)n(en) met een Albanese nationaliteit (te weten de perso(o)n(en) (bekend als): [gesmokkelde 14] en/of [gesmokkelde 15] en/of [gesmokkelde 16] en/of [gesmokkelde 17] en/of [gesmokkelde 18] en/of [gesmokkelde 19] en/of [gesmokkelde 20] en/of [gesmokkelde 21] en/of [gesmokkelde 22] en/of [gesmokkelde 23] en/of [gesmokkelde 24]),
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Groot-Brittannië en/of Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie, in elk geval een of meer sta(a)t(en) die is/zijn toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die perso(o)n(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
doordat verdachte en/of zijn mededader(s):
- een boot (genaamd [boot]) heeft/hebben gekocht/verworven, althans ter beschikking heeft/hebben gehad;
- onderhoud aan die boot heeft/hebben verricht en/of laten verrichten en/of 30, althans meer zwemvest(en) heeft/hebben gekocht;
- die boot heeft/hebben gebracht naar de (jacht)haven Seaport in IJmuiden en/of daarvoor liggeld heeft/hebben betaald;
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft/hebben opgehaald en/of op heeft/hebben laten halen vanaf het (centraal) station te Amsterdam en/of (een) andere locatie(s);
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft/hebben gebracht naar een woning (op het adres [adres 1] te Huizen);
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft/hebben ondergebracht en/of bewaakt en/of begeleid en/of vergezeld in die woning (op het adres [adres 1] te Huizen);
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) (vanuit die woning) heeft/hebben vervoerd en/of gebracht en/of begeleid naar de (jacht)haven Seaport in IJmuiden;
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) reddingsvesten heeft/hebben gegeven/ter beschikking gesteld;
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft/hebben gebracht en/of begeleid naar en/of heeft/hebben ingescheept/ondergebracht op die boot (genaamd [boot]) (met het kennelijke doel om die perso(o)n(en) met die boot naar Groot-Brittannië of een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die is toegetreden tot genoemd protocol te brengen),
terwijl door dit feit levensgevaar voor die 24 perso(o)n(en) en/of voor [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] (zijnde de bemanning van die boot), te duchten was, door de uitrusting van die boot (genaamd [boot]) zoals beperkte en niet geschikte reddingsmiddelen, het ontbreken van de mogelijkheid tot het geven van noodsignalen, de technische staat van die boot, de overbelading, het gebrek aan vaarkennis van de bemanning en/of het vaargebied dat zich kenmerkt door sterke stromingen en drukke scheepvaart;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 juli 2015 tot en met 15 augustus 2015 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Amsterdam en/of te Huizen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een ander of anderen, te weten
13, althans één of meer, perso(o)n(en) met een Vietnamese nationaliteit (te weten de perso(o)n(en) (bekend als): [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4] en/of [gesmokkelde 5] en/of [gesmokkelde 6] en/of [gesmokkelde 7] en/of [gesmokkelde 8] en/of [gesmokkelde 9] en/of [gesmokkelde 10] en/of [gesmokkelde 11] en/of [gesmokkelde 12] en/of [gesmokkelde 13])
en/of
11, althans één of meer, perso(o)n(en) met een Albanese nationaliteit (te weten de perso(o)n(en) (bekend als): [gesmokkelde 14] en/of [gesmokkelde 15] en/of [gesmokkelde 16] en/of [gesmokkelde 17] en/of [gesmokkelde 18] en/of [gesmokkelde 19] en/of [gesmokkelde 20] en/of [gesmokkelde 21] en/of [gesmokkelde 22] en/of [gesmokkelde 23] en/of [gesmokkelde 24]),
behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Groot-Brittannië en/of Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie, in elk geval een of meer sta(a)t(en) die is/zijn toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die perso(o)n(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
doordat verdachte en/of zijn mededader(s):
- een boot (genaamd [boot]) heeft gekocht/verworven, althans ter beschikking heeft gehad;
- onderhoud aan die boot heeft verricht en/of laten verrichten en/of 30, althans meer zwemvest(en) heeft gekocht;
- die boot heeft gebracht naar de (jacht)haven Seaport in IJmuiden en/of daarvoor liggeld heeft betaald;
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft opgehaald en/of op heeft laten halen vanaf het (centraal) station te Amsterdam en/of (een) andere locatie(s);
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft gebracht naar een woning (op het adres [adres 1] te Huizen);
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft ondergebracht en/of bewaakt en/of begeleid en/of vergezeld in die woning (op het adres [adres 1] te Huizen);
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) (vanuit die woning) heeft vervoerd en/of gebracht en/of begeleid naar de (jacht)haven Seaport in IJmuiden;
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) reddingsvesten heeft gegeven/ter beschikking gesteld;
- ( één of meer van) die perso(o)n(en) heeft gebracht en/of begeleid naar en/of heeft/hebben ingescheept/ondergebracht op die boot (genaamd [boot]) (met het kennelijke doel om die perso(o)n(en) met die boot naar Groot-Brittannië of een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die is toegetreden tot genoemd protocol te brengen),
terwijl door dit feit levensgevaar voor die 24 perso(o)n(en) en/of voor [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] (zijnde de bemanning van die boot), te duchten was, door de uitrusting van die boot (genaamd [boot]) zoals beperkte en niet geschikte reddingsmiddelen, het ontbreken van de mogelijkheid tot het geven van noodsignalen, de technische staat van die boot, de overbelading, het gebrek aan vaarkennis van de bemanning en/of het vaargebied dat zich kenmerkt door sterke stromingen en drukke scheepvaart,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 december 2015 tot en met 23 december 2015 te Bussum en/of te Huizen, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf
opzettelijk
heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd,
- in/vanuit een pand aan de [adres 2] te Bussum (knipperij), en/of
- in/vanuit een pand aan de [adres 3] te Bussum (drogerij) en/of
- in/vanuit een pand aan de [adres 4] te Huizen (kwekerij),
(telkens) (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden hennep, waaronder in elk geval 17.420 gram henneptoppen en/of 578 hennepplanten, zijnde hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2015 tot en met 12 januari 2016 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Bussum en/of te Huizen, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- mensensmokkel (artikel 197a wetboek van strafrecht), en/of
- het (in uitoefening van een beroep of bedrijf) opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben van hennep (artikel 3 jo 11 Opiumwet).

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Vrijspraak

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 2 ten laste gelegde feit (kort gezegd: het bewerken/telen van hennep) en gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 als eerste alternatief/cumulatief (kort gezegd: de voltooide mensensmokkel) en onder 3 (kort gezegd: deelneming aan een criminele organisatie) ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten bepleit. Hij heeft daartoe, samengevat, aangevoerd dat het dossier, waaronder begrepen de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], geen enkel aanknopingspunt bevat voor betrokkenheid van verdachte bij deze feiten. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de daadwerkelijke gebruiker is geweest van het telefoonnummer dat volgens de politie aan verdachte kan worden toegeschreven en dat onder meer contact heeft gehad met medeverdachten of nautische bedrijven als Shipshape of MC Service Nautical. Voor zover dit wel kan worden vastgesteld, kan hieruit, aldus de raadsman, nog geen opzet of wetenschap van mensensmokkel worden afgeleid. In de ten laste gelegde hennepzaken komt de naam van verdachte in het geheel niet voor. Dit leidt ertoe dat ook de onder 3 ten laste gelegde deelneming aan een criminele organisatie in de visie van de raadsman evenmin wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.3.
Vrijspraak
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat betrokkenheid bij de onder 1 ten laste gelegde mensensmokkel niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank overweegt hiertoe dat ook als vast zou staan dat verdachte van de aan hem toegeschreven telefoonnummers gebruik zou hebben gemaakt, hieruit niet zonder meer kan worden afgeleid dat de telefonische contacten met telefoonnummers die worden toegeschreven aan de medeverdachten en vanaf 23 juli 2015 met nautische bedrijven, betrekking hadden op de ten laste gelegde mensensmokkel, zodat het opzet van verdachte op het medeplegen van die mensensmokkel niet bewezen kan worden.
Het feit dat uit het belgedrag met het aan verdachte toegeschreven telefoonnummer *6843 tussen 2 augustus en 5 augustus 2015 kan worden afgeleid dat via een contact van verdachte (Slack) de bemanning voor de [boot] is aangezocht is hiervoor niet voldoende. Evenmin is hiervoor voldoende dat met dit telefoonnummer op 20 en 21 juli 2015 contact is gelegd met de verkoper van de [boot]. Ook het feit dat dit telefoonnummer is genoteerd op de aankoopbon van 30 reddingsvesten op 27 juli 2015 met daarbij de opmerking dat “een maatje” met telefoonnummer *5709, toegeschreven aan medeverdachte [medeverdachte 3], deze zal ophalen, acht de rechtbank in samenhang met de hiervoor genoemde bevindingen onvoldoende om tot een bewezenverklaring van mensensmokkel te komen. Deze bevindingen leveren in dit licht weliswaar een verdenking op, temeer nu het genoemde telefoonnummer tussen 3 en 10 augustus 2015 veel contact heeft met nummers in Groot-Brittannië, en verdachte kennelijk van 15 augustus tot en met 23 augustus 2015 in Turkije is geweest, echter voor een bewezenverklaring mist de rechtbank het wettig en overtuigend bewijs voor daadwerkelijk betrokkenheid van verdachte op enig moment bij de voorbereidingen van deze mensensmokkel.
Met de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank daarnaast van oordeel dat het dossier ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde hennepzaken onvoldoende aanknopingspunten bevat voor een strafrechtelijk relevante betrokkenheid van verdachte bij dit feit.
Gelet op het voorgaande zal verdachte eveneens worden vrijgesproken van de aan hem onder 3 ten laste gelegde deelneming aan een criminele organisatie.

4.Vordering tot tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 19 maart 2014 in de zaak met parketnummer 16/233925-13 heeft de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, verdachte ter zake van het medeplegen van overtreding van artikel 3 onder B van de Opiumwet (hennep) veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee jaren bepaald met de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering is op 15 april 2014 aan verdachte toegezonden
De bij genoemd vonnis vastgestelde proeftijd is ingegaan op 3 april 2014 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
De officier van justitie vordert thans dat de rechtbank zal gelasten dat die voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank heeft bij het onderzoek ter terechtzitting bevonden dat zij bevoegd is over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
Gelet op de algehele vrijspraak van verdachte in onderhavige strafzaak zal de vordering van de officier van justitie worden afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, in de zaak met parketnummer 16/233925-13 opgelegde voorwaardelijke straf.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.W. Groenendijk, voorzitter,
mrs. A.S. van Leeuwen en W. Aardenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.O. Markenstein,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 april 2017.
De jongste en oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.