Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
3.De behandeling van de zaak
– waarmee slechts komt vast te staan wie de juridische vader is van [minderjarige] – toewijzen.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2017 uitspraak gedaan in een familiekwestie waarbij de man vervangende toestemming vroeg voor de erkenning van zijn minderjarige kind, geboren uit een relatie met de vrouw. De man, van Portugese nationaliteit, en de vrouw, van Nederlandse nationaliteit, hebben beiden hun gewone verblijfplaats in Nederland. De man heeft zijn verzoek gebaseerd op het feit dat hij de verwekker is van het kind en dat de vrouw zonder redelijke grond weigert toestemming te geven voor de erkenning. De vrouw heeft verweer gevoerd en gesteld dat de man nooit betrokken is geweest bij de zwangerschap en dat er geen affectieve relatie tussen hen is geweest. De bijzondere curator heeft het verzoek van de man ondersteund, stellende dat erkenning belangrijk is voor de identiteitsvorming van het kind.
De rechtbank heeft overwogen dat de man belang heeft bij erkenning van de band met het kind, en dat de belangen van de vrouw niet zodanig worden geschaad dat dit de erkenning in de weg staat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen weigeringsgronden zijn en heeft het verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning toegewezen. Daarnaast heeft de man verzocht om gezamenlijk gezag over het kind, maar dit verzoek is afgewezen omdat er onvoldoende vertrouwen en communicatie tussen de ouders is. De rechtbank heeft wel een omgangsregeling vastgesteld, waarbij het kind in de eerste vier weken elke donderdag bij de man verblijft, en daarna ook elke zondag.