Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde]
1.Het procesverloop
Op 18 april 2017 heeft een zitting plaatsgevonden, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigde van [Gedaagde] heeft een pleitnota overgelegd.
Voorafgaand aan de zitting hebben beide partijen nog producties overgelegd.
2.De feiten
3.De vordering
a) voor recht verklaart dat [Gedaagde] jegens [Eiseres] toerekenbaar te kort is geschoten en mitsdien aansprakelijk is voor het hierdoor bij [Eiseres] geleden vermogensverlies, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en de kwestie hiertoe naar de schadestaatprocedure te verwijzen;
b) [Gedaagde] veroordeelt om aan [Eiseres] te betalen een bedrag van € 1.354,--, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 oktober 2016, dan wel vanaf de dag der dagvaarding;
c) [Gedaagde] veroordeelt om aan [Eiseres] de buitengerechtelijke kosten te betalen ad € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente;
d) [Gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, waaronder de nakosten.
[Gedaagde] heeft in de jaren 2011-2014 als belastingconsulent de aangiften IB/PVV voor [Eiseres] in orde gemaakt. Er sprake is van overeenkomst van opdracht.
moest voor de belastingopgave per keer € 80,-- contant aan [Gedaagde] betalen voor een half uur werk. [Gedaagde] heeft een grote fout gemaakt door de te betalen rente voor de geldlening met betrekking tot de recreatiewoning van [Eiseres] in Baarle-Nassau op te voeren in Box 1. Hierdoor ontstond ten onrechte een grote aftrekpost die een belastingvoordeel teweeg bracht en van invloed werd op de te verkrijgen subsidies en toeslagen. [Eiseres] moest uiteindelijk € 20.528,-- aan de fiscus terugbetalen, naast een bedrag van € 1.354,-- aan heffingsrente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Daarbij wordt [Gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 100,-- aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door [Eiseres] worden gemaakt.
6.De beslissing
en veroordeelt [Gedaagde] tot betaling van € 100,-- aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door [Eiseres] worden gemaakt.