ECLI:NL:RBNHO:2017:4119

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 mei 2017
Publicatiedatum
17 mei 2017
Zaaknummer
C/15/257613 / KG ZA 17-276
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van FNV tot verbod op invoering nieuwe roostersystematiek door G4S Aviation Security

In deze zaak vordert de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) een verbod voor G4S Aviation Security B.V. om een nieuwe roostersystematiek in te voeren. De vordering is ingesteld in het kader van een kort geding, waarbij de FNV stelt dat de nieuwe roostersystematiek in strijd is met de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) G4S Aviation Security. De rechtbank heeft op 17 mei 2017 uitspraak gedaan in Haarlem, waarbij de vordering van de FNV is afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de nieuwe roostersystematiek niet in strijd is met de CAO, omdat de instemming van de Ondernemingsraad is verkregen en er geen verplichting bestaat om werknemers uitsluitend in een vast rooster te werk te stellen. De rechtbank overweegt dat de nieuwe roostersystematiek, die een maandrooster introduceert, niet valt onder de definitie van een 'vast rooster' zoals opgenomen in de CAO. De voorzieningenrechter concludeert dat de belangen van de werknemers voldoende zijn geborgd door de instemming van de Ondernemingsraad en de randvoorwaarden die zijn gesteld. De vorderingen van de FNV worden afgewezen, en de FNV wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/257613 / KG ZA 17-276
Vonnis in kort geding van [17 mei 2017]
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd en kantoor houdende te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. R.A. Severijn te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
G4S AVIATION SECURITY B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Schiphol,
gedaagde,
advocaten mr. I. van Berkel
en mr. T. Yekhlef te Schiphol.
Partijen zullen hierna FNV en G4S genoemd worden.

2.De feiten2.1.G4S is belast met de beveiliging op Schiphol. Haar enige en belangrijkste klant is Amsterdam Airport Schiphol. Bij G4S zijn 1350 werknemers in dienst.

2.2.
Op de arbeidsovereenkomsten van de bij G4S in dienst zijnde werknemers is van toepassing de Collectieve Arbeidsovereenkomst G4S Aviation Security, hierna te noemen “de CAO”. De vakverenigingen FNV, De Unie en CNV zijn partij bij deze CAO.
FNV en De Unie hebben ongeveer evenveel leden onder de werknemers van G4S, CNV heeft een geringer aantal leden. De looptijd van de CAO is geëxpireerd per 30 september 2013 en daarna steeds – stilzwijgend – met één jaar verlengd
2.3.
In de CAO is – voor zover hier van belang – het volgende bepaald:
Artikel 1 Definities(…)RoosterperiodeEen tijdvak van maximaal 3 loonperioden waarbinnen de werknemer een vast rooster loopt, dat zich na afloop van dat tijdvak in hetzelfde (roulerend) patroon herhaalt.(…)Vast rooster
Het voor de werknemer voor een roosterperiode vastgestelde dienstrooster waarin alle voor hem geldende werk- en rusttijden en roostervrije dagen zijn opgenomen en dat zich na afloop van de roosterperiode in dezelfde vorm herhaalt. (…)
Artikel 33 Aanvullende regels bij een vast rooster
Een vast rooster kan slechts tot stand komen of gewijzigd worden na overeenstemming in een overleg met de betrokken werknemer of de ondernemingsraad en wordt tenminste 7 dagen voor aanvang van de eerste roosterperiode door de werkgever schriftelijk aan de werknemer bevestigd.
Voor de werknemer met een vast rooster zijn de roostervrije dagen opgenomen in het dienstrooster, waarbij de werknemer recht heeft op toekenning van gemiddeld 8 roostervrije dagen per 4 weken. Daarbij moet minimaal sprake zijn van 2 perioden van 2 aaneengesloten roostervrije dagen. 1 van die perioden is een roostervrij weekend.
(...)
(...)
Voor de werknemer met een vast rooster moeten de ADV-dagen in het dienstrooster worden opgenomen.
De werkgever kan de werknemer niet verplichten werkzaamheden te verrichten op een eerder vastgestelde roostervrije dag.
(...)
De werkgever moet verzoeken van de werknemer om zijn dienstrooster aan te passen in verband met zijn opvoedingstaken in het gezin honoreren, indien dit organisatorisch mogelijk is en past in de bedrijfsvoering.
(…)
2.4.
Nadat G4S in september 2016 bij de bonden en de vakorganisaties had aangegeven tot een reorganisatie te willen komen waarbij circa 150 fte boventalligheid zou ontstaan, is in overleg besloten om eerst te kijken of aanpassing van de roostersystematiek tot een reductie van het aantal boventallige fte’s zou kunnen leiden. Het overleg over aanpassing van de roostersystematiek was ook daarvoor al gaande tussen de CAO partijen.
2.5.
Hierop is een intensief onderhandelingstraject gevolgd tussen G4S enerzijds en de bonden anderzijds, resulterend in een akkoord over de nieuwe roostersystematiek op 9 januari 2017. De roostersystematiek is mede vorm gegeven door een roosterdeskundige, en G4S heeft hiervoor een geavanceerde plantool aangeschaft. Tijdens de bijeenkomst op 9 januari 2017 is onder meer besloten dat de vakbondsbestuurders de nieuwe roostersystematiek met een positief advies zouden voorleggen aan de leden, en dat G4S informatiebijeenkomsten zou organiseren voor de medewerkers. Dit heeft vervolgens ook plaatsgevonden in de vorm van bijeenkomsten met steeds kleine groepjes werknemers waarbij een MT lid en een operationeel manager van G4S aanwezig waren en de kaderleden van de vakbonden.
2.6.
In een Nieuwsbrief van 6 februari 2017 heeft FNV het definitieve voorstel voor de nieuwe roostersystematiek voorgelegd aan haar leden:
“Beste ledenWerknemers, leden en kaderleden en vakbondsbestuurders zijn inmiddels meer dan een jaar betrokken geweest bij het bedenken van een nieuwe roostersystematiek. (…) In september kwam de werkgever met een boventalligheid van 150 fte. Door invoering van de statijd van 2 uur is die gedaald tot 115 fte.
Nieuwe roostersystematiek helpt gedwongen ontslagen voorkomenDe insteek van de vakbonden is steeds geweest: geen gedwongen ontslagen. (…)Deze nieuwe roostersystematiek helpt gedwongen ontslagen en reorganisaties te voorkomen We realiseren ons dat met deze nieuwe systematiek het jaarrooster en de bekende zekerheid voor medewerkers verdwijnt. We denken echter dat het nieuwe systeem medewerkers meer invloed geeft op hun eigen werktijden en zij daardoor beter werk en privé op elkaar kunnen afstemmen.(…)
2.7.
Op 14 februari 2017 hebben de leden van FNV het voorstel afgewezen.
2.8.
Op 16 februari 2017 heeft G4S op basis van artikel 27 lid 1 sub d van de Wet op de Ondernemingsraden instemming gevraagd om de nieuwe roostersystematiek in te voeren. De Ondernemingsraad heeft deze instemming verleend op 1 maart 2017. In de brief waarbij instemming wordt verleend is onder meer gesteld:
“De OR heeft de volgende randvoorwaarden bij de instemming:(…)*Vanzelfsprekend moeten de regels van de ATW en de CAO G4S AS niet geschonden worden-Bijvoorbeeld dat er naast de 24 vakantiedagen ook nog eens extra vakantietegoed bij werken op doordeweekse feestdag en eventuele anciënniteitsdagen bestaan-Er moet helderheid en eenduidigheid zijn over het feit dat looptijd is werktijd.
(…)”
*Met de bestuurder is afgesproken dat de harde afspraken met medewerkers worden behouden, of opnieuw worden vastgesteld. Hetzelfde geldt voor zachte afspraken.
*Omdat het zomerverlof voor het jaar 2017 al vergeven is moet de mogelijkheid geschapen worden tot maatwerk door de veranderde roostersystematiek.
*(...)
*De OR wenst met de bestuurder af te spreken dat zo spoedig mogelijk een evaluatie van dit instemmingstraject en de nieuwe roostersystematiek zal plaatsvinden (...)
2.9.
Bij e-mail van 16 maart 2017 heeft FNV aan G4S laten weten het overleg over een Sociaal Plan op te schorten. In deze e-mail wordt gesteld:
1. Wij hebben tijd nodig om een aantal zaken juridisch uit te (laten) zoeken o.a. ten aanzien van:-de vraag of de nieuwe roostersystematiek in strijd is met de cao G4S Aviation(…)
G4S heeft op 31 maart 2017 aan FNV laten weten dat de nieuwe roostersystematiek niet in strijd is met de CAO en dat zij door zal gaan met voorbereidingen voor de invoering daarvan per 1 juni 2017.

3.Het geschil

3.1.
FNV vordert samengevat – dat het G4S verboden wordt het nieuwe roostersysteem in te voeren. Voorts vordert FNV dat het G4S verboden wordt ontslagen aan te zeggen, zolang er tussen partijen geen overeenstemming is bereikt over een nieuw roostersysteem. Een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van G4S in de kosten van het geding.
3.2.
G4S voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling4.1.De gevorderde voorlopige voorzieningen zijn slechts toewijsbaar als aan de hand van de feiten en omstandigheden in dit geding de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure soortgelijke vorderingen zullen worden toegewezen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dat niet het geval is. Het volgende is hiertoe redengevend.

Het huidige bij G4S geldende roostersysteem komt in essentie op het volgende neer:
-voor elke werknemer zijn de
werkdagen en de roostervrije dagenop basis van een 6-wekelijks schema vastgesteld; dus bijv. week 1: maandag, zaterdag en zondag vrij, week 2: vrijdag vrij, week 3: woensdag en donderdag vrij, week 4: maandag, zaterdag en zondag vrij, week 5: vrijdag vrij, week 6: woensdag en donderdag vrij.
Dit schema herhaalt zich telkens, zodat in feite sprake is van een
vaststaand jaarrooster(of in theorie zelfs een rooster tot in het oneindige);
-daarnaast is elke werknemer ingedeeld in één van de drie bestaande poules (A, B of C) voor wat betreft de bandbreedte waarbinnen zijn/haar
werktijdenmogen worden vastgesteld; deze bandbreedtes variëren tussen de 14.30 en 23.59 uur.
Als een werknemer op het onderdeel Visitatie is ingedeeld in poule A, dan geldt een bandbreedte van 2.00 tot 18.30 uur, hetgeen betekent dat de werktijd van de betreffende werknemer op enige werkdag moet worden ingedeeld tussen 2.00 en 18.30 uur.
-de feitelijke werktijden worden steeds de 23e vóór de opvolgende maand bekend gemaakt.
In het nieuwe roostersysteem wordt gewerkt met een
maandroosterdat steeds de 23e voor de opvolgende maand bekend wordt gemaakt, waarbij de volgende uitgangspunten gelden:
-een garantie op 32 zelf vast te stellen roostervrije dagen per jaar, uitgedrukt in een bepaald aantal per kwartaal (variërend van 6 tot 9 per kwartaal); dit betekent dus dat de werknemer per maand zekerheid heeft omtrent de exacte data van één à twee roostervrije dagen waarop hij niet hoeft te werken;
-72 roostervrije dagen waarvoor een voorkeur wordt opgegeven, waarbij streven van G4S is om daarvan 75 % te honoreren;
-een vrij weekend per 4 weken;
-het recht op 2 aaneengesloten vrije dagen per 4 weken;
-de werknemer kan een voorkeur opgeven voor zijn werktijden binnen tijdvakken van 10 uur op de door hem te werken dagen.
In de huidige situatie wordt door werknemers onderling veel geruild, G4S heeft onweersproken gesteld dat het gaat om 54.000 ruilingen op jaarbasis.
Ter zitting is aan de orde geweest dat het essentiële verschil tussen de huidige en de nieuwe situatie is, dat de werknemer nu in beginsel voor een heel jaar (of langer) weet op welke dagen hij werkt en op welke dagen niet, met andere woorden: elk opeenvolgend blok van 6 weken ziet er in beginsel hetzelfde uit. Het enige dat feitelijk nog wordt “ingeroosterd” zijn de verlofdagen en de werktijden binnen tijdvakken van 14-16 uur, afhankelijk van de poule waar de werknemer toe behoort (maar een werknemer wisselt niet van poule, dus weet ook dat zijn werktijden in beginsel altijd binnen de bandbreedte van “zijn” poule liggen). In de nieuwe situatie is sprake van een maandrooster waarvoor de werknemer zelf steeds een maand tevoren input geeft, welk rooster steeds kan verschillen en waarbij de werknemer (alleen) weet op welke data hij zelf gegarandeerde roostervrije dagen heeft opgegeven als onderdeel van voornoemde 32 dagen. Indien het streven van G4S dat 75 % van de voorkeuren wordt gehonoreerd zou in de praktijk sprake kunnen zijn van een situatie dat de werknemer meer zekerheid heeft op voorhand ten aanzien van zijn werkdagen, echter volledige zekerheid is dit niet.
Is de nieuwe roostersystematiek in strijd met de CAO?
FNV heeft als eerste grondslag voor het door haar gevorderde verbod opgeworpen dat invoering van de nieuwe roostersystematiek in strijd komt met de CAO.
Vooropgesteld moet worden dat de meeste werknemers van G4S werkzaam zijn op basis van een vast rooster in de zin van de definitie daarvan zoals in de CAO bepaald. FNV stelt dat door invoering van de nieuwe roostersystematiek, in strijd wordt gehandeld met de definitie van “vast rooster” zoals die in de CAO is opgenomen. G4S heeft bepleit dat de nieuwe roostersystematiek wel valt onder de omschrijving van een “vast rooster” zoals bedoeld in de CAO. FNV heeft dit betwist, verwijzend – in de eerste plaats - naar de tekst van de CAO.
Bij uitleg van een bepaling van een CAO geldt de zogeheten CAO norm, inhoudende dat een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven. Daarbij zijn in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de CAO, van doorslaggevende betekenis, zodat het niet aankomt op de bedoelingen van partijen die de CAO tot stand hebben gebracht voor zover deze niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de CAO is opgesteld. Bij deze uitleg kan onder meer acht worden geslagen op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden kunnen leiden. Ook de bewoordingen van de eventueel bij de CAO behorende schriftelijke toelichting kan bij de uitleg worden betrokken. Mede betekenis komt toe aan de ratio van de betreffende regeling, de redelijkheid van de uitkomst en de mate waarin de uitleg past binnen het systeem van de regeling als geheel, waarvan de bepaling waarop een beroep wordt gedaan deel uitmaakt.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de bewoordingen van de CAO, en dan met name de hiervoor geciteerde definities van “roosterperiode” en “vast rooster”, aansluiten op de thans geldende roosterpraktijk: de roosterperiode is “
een tijdvak van maximaal 3 loonperioden (namelijk 6 weken
) waarbinnen de werknemer een vast rooster loopt dat zich na afloop van dat tijdvak in hetzelfderoulerende patroonherhaalt” (onderstreping voorzieningenrechter).
In de definitie van “vast rooster” is verwezen naar het dienstrooster, waarbij eveneens is vermeld dat dit rooster zich na afloop van de roosterperiode “
in dezelfde vorm” (onderstreping voorzieningenrechter) herhaalt. In de huidige roosterpraktijk bestaat er geen discussie over het feit dat deze bewoordingen zien op het 6-wekelijks patroon van verdeling van de werkdagen zoals dat nu geldt, en niet op de concrete invulling van de diensten in de bandbreedtes van de poule waartoe de werknemer behoort.
Ten aanzien van de nieuwe roostersystematiek waarbij wordt gewerkt met een maandrooster, wordt overwogen dat deze niet valt te brengen onder de definities van “vast rooster” en/of “roosterperiode” zoals opgenomen in de CAO. Doorslaggevend hierbij is het ontbreken van enig – laat staan zich herhalend of roulerend – patroon zoals deze definities vereisen. Het enkele feit dat na elke maand een nieuwe maand aanbreekt, en daarmee een nieuw maandrooster, kan noch naar de bewoordingen, noch naar de kennelijke strekking van de CAO bepalingen, gezien worden als een "vast rooster". Het nieuwe roostersysteem vereist andere definitiebepalingen in de CAO en is niet te verenigen met de huidige definitiebepalingen.
De vraag is evenwel, of het enkele feit dat de nieuwe roostersystematiek
niet aansluit bij de definities in de CAO, ertoe leidt dat G4S met de invoering van dit roostersysteem
handelt in strijd met de CAO. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord. Immers, in de CAO is
nietopgenomen dat de werknemers alleen te werk gesteld mogen worden in een vast rooster, en evenmin is opgenomen dat G4S instemming van de vakbonden behoeft voor wijziging van haar roostersystematiek als zodanig en/of voor wijziging van individuele (vaste) roosters.
Ten aanzien van de totstandkoming of wijziging van een vast rooster is in artikel 33 CAO bepaald dat een dergelijke wijziging alleen mogelijk is met instemming van de betrokken werknemer of de Ondernemingsraad.
Instemming van de Ondernemingsraad op grond van artikel 33 CAO
De instemming van de Ondernemingsraad is gevraagd en verkregen, niet alleen op grond van artikel 33 CAO maar ook op grond van artikel 27 lid 1 sub d van de Wet op de Ondernemingsraden. De Ondernemingsraad heeft aan haar instemming een aantal randvoorwaarden verbonden, hierboven weergegeven.
FNV heeft betoogd dat de toestemming van de Ondernemingsraad niet als onvoorwaardelijk gegeven kan worden beschouwd. De instemming is immers verleend onder de voorwaarde dat het nieuwe roostersysteem niet in strijd zou komen met de CAO, aldus FNV. Naar het oordeel van FNV valt dit af te leiden uit de tekst
"Vanzelfsprekend moeten de regels van de ATW en de CAO G4S AS niet geschonden worden.". De voorzieningenrechter deelt deze zienswijze niet.
De enige concrete verplichting in de CAO ten aanzien van wijziging van roosters of roostersystematiek, is neergelegd in artikel 33 CAO, en daarin is nu juist bepaald dat de Ondernemingsraad toestemming moet geven. Zoals hiervoor weergegeven is in de CAO géén verplichting opgenomen om werknemers uitsluitend in een vast rooster zoals gedefinieerd in de CAO te werk te stellen. De "omgekeerde redenering" (omdat de CAO een definitie bevat voor een "vast rooster" is G4S verplicht alle werknemers in een vast rooster te werk te stellen), gaat niet op.
Afgezien daarvan brengt uitleg overeenkomstig de Haviltex norm van de instemming van de Ondernemingsraad met zich, dat deze met
"de regels van de CAO"het oog had op enkele concrete, in het vervolg van de instemming uitgewerkte, onderwerpen zoals de verlofdagen. Het lijkt niet de bedoeling van de Ondernemingsraad te zijn geweest - noch is dit aannemelijk - dat de instemming verleend is onder voorbehoud dat de nieuwe roostersystematiek als zodanig zou passen binnen de definitie van een "vast rooster".
Toepassing artikel 6:248 BW
Ten overvloede wordt nog het volgende overwogen. Indien en voor zover wel sprake zou zijn van strijdigheid met de CAO, dan vloeit uit de redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen FNV en G4S als CAO sluitende partijen beheerst voort, dat de vordering van FNV dient te worden afgewezen (zie ECLI:NL:RBROT:2017:2839 en 2016:2548). De volgende feiten en omstandigheden zijn hierbij mee gewogen.
-De aanleiding om te willen komen tot nieuwe roostersystematiek is gelegen in het zoveel mogelijk vermijden van gedwongen ontslagen, een impuls die aanvankelijk juist door de vakbewegingen is gegeven nadat G4S in september 2016 een reorganisatie aanvraag had neergelegd met ca 150 fte boventalligheid.
-Blijkens de overgelegde stukken staan de overige vakbonden (De Unie en CNV) nog steeds achter het bereikte akkoord over de nieuwe roostersystematiek. De Ondernemingsraad heeft instemming verleend voor invoering van het nieuwe systeem en daarbij randvoorwaarden gesteld waaronder een evaluatie na 3 maanden; hiermee zijn de belangen van de werknemers voldoende geborgd.
-G4S heeft voldoende onderbouwd en aannemelijk gemaakt - hetgeen overigens ook niet is weersproken door FNV - dat de bestaande roostersystematiek leidt tot langdurig vaststaande, "in beton gegoten" roosters, hetgeen niet (meer) past bij de aard van G4S als vol continu bedrijf, mede gelet op de eisen die Schiphol als enige opdrachtgever aan haar stelt. Het enkele feit dat op een personeelsbestand van ca 1350 medewerkers op jaarbasis sprake is van 54.000 ruilingen, vormt eveneens een indicatie dat het huidige systeem niet voldoet. Of het thans voorliggende nieuwe systeem het "beste"compromis is kan de voorzieningenrechter niet beoordelen (op zichzelf lijkt een rooster waarbij iets langer tevoren zekerheid bestaat over de feitelijke werkdagen wel in het belang van de werknemers), feit is dat G4S en de bonden hierover een akkoord hadden in februari 2017 en dat de Ondernemingsraad hiermee heeft ingestemd.
- Voorafgaand aan de huidige procedure is sprake geweest van een langdurig, gezamenlijk traject waarin G4S en de vakbonden samen hebben opgetrokken. Er is sprake geweest van een gezamenlijke inspanning van G4S, de vakbondsbesturen en de kaderleden om het nieuwe roostersysteem in te voeren. G4S heeft in dit verband onbetwist gesteld dat in het gehele onderhandelings- en informatietraject in de periode 2016 tot maart 2017 dat vooraf ging aan deze procedure, FNV niet heeft gesteld dat invoering van het roostersysteem in strijd zou komen met de CAO. Pas nadat haar leden het voorstel hadden verworpen en de Ondernemingsraad positief had geadviseerd, is dit punt opgeworpen door FNV.
Mede gelet op deze voorgeschiedenis en de grote belangen die in het geding zijn, niet alleen die van het gehele werknemersbestand van G4S en van G4S zelf, maar ook het maatschappelijk belang bij een adequaat functionerende beveiliging op Schiphol, staat het FNV niet vrij om in dit stadium de invoering van het nieuwe roostersysteem te blokkeren.
Conclusie
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van FNV zullen worden afgewezen.
FNV zal als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
weigert de gevraagde voorzieningen;
veroordeelt FNV in de kosten van dit geding tot op heden aan de zijde van G4S begroot op
€ 618,-- aan vastrecht en € 816,-- aan salaris advocaat;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.S. Pieters en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op [17 mei 2017] . [1]

Voetnoten

1.type: 1155