In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 18 mei 2017, wordt de onderzoeksplicht van de gemeente bij de beëindiging van het vervoersbudget van eiseres besproken. Eiseres, geboren in 1927, ontvangt al lange tijd een vervoersvoorziening vanwege haar lichamelijke beperkingen door progressieve artrose. De gemeente Schagen heeft op 2 december 2015 besloten om het vervoersbudget van eiseres per 1 april 2016 te beëindigen, met de stelling dat zij voldoende zelfredzaam is omdat zij over een auto beschikt. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat de gemeente onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar werkelijke beperkingen en financiële situatie.
De rechtbank oordeelt dat de gemeente niet alleen de zelfredzaamheid van eiseres moet onderzoeken, maar ook haar financiële mogelijkheden om gebruik te maken van haar auto. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en concludeert dat de gemeente in dit geval niet aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. De rechtbank stelt dat de enkele constatering dat eiseres een auto bezit, niet voldoende is om te concluderen dat zij in haar vervoersbehoefte kan voorzien, vooral niet als zij zich de kosten van het gebruik van de auto niet kan veroorloven.
De rechtbank geeft de gemeente de gelegenheid om het gebrek in het besluit te herstellen door een nieuw onderzoek te doen naar de financiële situatie van eiseres en de noodzaak van verdere compensatie. De rechtbank bepaalt dat de gemeente dit binnen vier weken moet doen en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. Deze uitspraak benadrukt de verplichting van gemeenten om adequaat onderzoek te doen naar de behoeften van mensen met beperkingen onder de Wmo 2015.