Op 5 september 2016 diende mr. J.A. Huibers, advocaat, een verzoekschrift in bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. Verzoeker, domicilie kiezende aan de Koningslaan 56 te Amsterdam, vroeg om een schadevergoeding van € 2.722,50 van de Staat voor de kosten van zijn raadsman in verband met een strafzaak. De strafzaak was geëindigd met een vrijspraak op 15 juni 2016. Op 19 juni 2017 werd het verzoekschrift in raadkamer behandeld, waarbij zowel verzoeker als zijn raadsman niet aanwezig waren. De officier van justitie, mr. A.V. van Kooij, was wel aanwezig en steunde het verzoek.
De rechtbank oordeelde dat verzoeker recht had op vergoeding van de kosten van zijn raadsman, maar dat de rechter niet alleen marginaal, maar volledig moest toetsen. De rechtbank vond dat niet alle reiskosten vergoed konden worden, omdat verzoeker ervoor had gekozen een advocaat uit Amsterdam in te schakelen, terwijl er ook advocaten dichter bij zijn woonplaats Hoorn beschikbaar waren. De rechtbank matigde de verzochte vergoeding voor reistijd tot 1 uur en bepaalde dat 18 minuten van de in rekening gebrachte tijd voor werkzaamheden na de vrijspraak niet vergoed zouden worden. Uiteindelijk werd een totale vergoeding van € 2.488,25 toegekend, bestaande uit € 2.208,25 voor de kosten van de raadsman en € 280,00 voor de indiening van het verzoekschrift.
De beschikking werd gegeven door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2017. De officier van justitie had 14 dagen de tijd om hoger beroep in te stellen, terwijl verzoeker binnen een maand na betekening van de uitspraak in hoger beroep kon gaan.