Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Jan Anema BV,
Aegon Schadeverzekering NV,
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de brief van 24 maart 2017 van de zijde van verzoekster met een overzicht van de inhoud en het verloop van de onderhandelingen
- de brief van 28 maart 2017 van de zijde van verzoekster, voorzien van een kostenbegroting
- het verweerschrift
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 april 2017.
2.De feiten
- schedel voor en achter gebroken met litteken van de breuk op het achterhoofd
- hersenschudding
- beide oogkassen gebroken
- multiple breuken in het aangezicht
- reukverlies
- gehoorschade links en rechts
- visusschade
- tatoeëring gezicht door rubber
- letsel aan beide handen
- borstkas gekneusd
- schade gebit (wortelkanaalbehandeling/twee kronen)
De materiële schade is inmiddels afgewikkeld voor een bedrag van € 17.500,-.
Aegon betwist het causaal verband tussen het ongeval en de psychische schade.
3.Het geschil
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.De beoordeling
De weduwe van [E] is daarom ontvankelijk in haar verzoek.
Inhoudelijk
Vaststaat dat Aegon aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval heeft erkend. Evenzeer staat echter vast dat Aegon van meet af aan heeft betwist dat de psychische schade van [E] het gevolg is van het ongeval.
Die vraag zal daarom – gelet op de gemotiveerde betwisting door Aegon – door middel van bewijslevering moeten worden beantwoord. Te denken valt dan aan getuigenbewijs en een deskundigenbericht. Voor een dergelijke bewijslevering is in een deelgeschilprocedure in beginsel echter geen plaats.
Aegon heeft bij haar verweerschrift verklaringen van en namens de werkgever in het geding gebracht. Daaruit lijkt te volgen dat [E] voor zijn overlijden in ieder geval naar de werkgever niet liet blijken dat zijn psychische problemen met het ongeval van doen hadden. Ook is op verzoek van [E] na zijn overlijden zijn stoffelijk overschot op zijn eigen verzoek met een truck van de werkgever naar het crematorium gereden. Van enig verwijt richting werkgever lijkt geen sprake.
Het is daarom een gerechtvaardigde vraag of, en zo ja in hoeverre, het ongeval (mede) de eigen schuld van [E] was. Het antwoord op die vraag is mede bepalend voor de verdeling van de schade.
Het verzoek zal om die reden worden afgewezen.
Kosten van de deelgeschilprocedure
De rechtbank houdt bij de begroting rekening met de volgende factoren.
Het gaat hier om een complexe zaak, maar van betrekkelijk geringe omvang. Gelet op de aard van de zaak (vaststelling oorzakelijk verband tussen ongeval en schade), de ervaring van de raadsman van verzoekster en het financieel belang van de zaak, acht ook de rechtbank de in rekening gebrachte uren en het uurtarief redelijk. Het verzochte zal daarom worden toegewezen.