Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.mevrouw [naam gedaagde sub 1] , wonende te [woonplaats]
[naam gedaagde sub 2], wonende te [plaats]
1.Het procesverloop
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben pleitnota’s overgelegd.
aan de zijde van Parteon: producties 1 tot en met 16 en een akte houdende wijziging /
vermeerdering van eis;
aan de zijde van gedaagden 2 brieven van 15 juni 2017 met diverse ongenummerde producties.
2.De feiten
3.De vordering
- om binnen 3 dagen na betekening van het te wijzen vonnis de woning aan de [Adres] met de daarin vanwege gedaagden aanwezige goederen en personen te verlaten, met afgifte aan Parteon van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van Parteon te stellen op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor elke dag of gedeelte daarvan dat gedaagden hiermee in gebreke blijven, althans een door de kantonrechter in goede justitie nader te bepalen dwangsom;
- om binnen 3 dagen na betekening van het te wijzen vonnis de garage/berging aan [adres 2] te Krommenie met de daarin vanwege gedaagden aanwezige goederen en personen te verlaten, met afgifte aan Parteon van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van Parteon te stellen op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor elke dag of gedeelte daarvan dat gedaagden hiermee in gebreke blijven, althans een door de kantonrechter in goede justitie nader te bepalen dwangsom;
- gedaagden te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder de nakosten.
Tijdens de veelvuldige huisbezoeken aan de woning [(adres)] – in verband met het vermoeden van woonfraude en gemelde overlastklachten – troffen de medewerkers van Parteon niet [ged. sub1] aan, maar telkens haar zoon [ged. sub 2] , terwijl deze sinds 16 januari 2007 de woning [adres 3] van Parteon huurt.
4.Het verweer
Er is geen sprake van dat [ged. sub1] niet zelf de woning bewoont. Zij was in januari/februari 2017 drie weken op vakantie naar Duitsland en haar zoon [ged. sub 2] moest de honden van hem, die jongen hadden gekregen, ophalen op het verblijfadres. Hij was op zoek naar andere opvang en dacht toen dat de woning van zijn moeder daar beter geschikt voor was in verband met de grootte en de tegelvloer. Hij had geen overleg gepleegd met zijn moeder. Moeder had de woning netjes achtergelaten toen ze met vakantie ging. Dat de woning, na het politiebezoek op 21 februari 2017, er niet opgeruimd uitzag kan te maken hebben met het onderzoek van de politie. De hele woning is door de politie overhoop gehaald. De politie doorzocht de woning voor een wapen maar een wapen werd niet gevonden.
Het klopt dat [ged. sub1] overdag niet altijd thuis is, omdat ze actief betrokken is bij vluchtelingenwerk. Ze was overdag vaak in Wormer, waar ze vluchtelingen met allerlei hand- en spandiensten hielp. [ged. sub1] had weinig contact met haar buren in de Harenmakersstraat, dus verklaringen van buren zeggen niet veel en bovendien zijn die verklaringen anoniem.
[ged. sub 2] is inderdaad vlogger en een enkele keer heeft hij een filmpje opgenomen vanuit de woning van zijn moeder. Hij is geen broodfokker van honden. Er is wel eens een raam bij de woning ingegooid, kennelijk door iemand die [ged. sub 2] ter verantwoording wilde roepen. Overigens heeft [ged. sub 2] nu goed contact met degenen die dat gedaan hebben.
[ged. sub1] ontkent de door Parteon gestelde overlast en ook dat zij de woning aan anderen zou hebben afgestaan. Ze heeft wel eens minderjarige pleegkinderen in haar woning gehad, maar dat is niet verboden. Ze heeft geen bepalingen van de huurovereenkomst overtreden en van woonfraude is geen sprake. Daarom verzoeken [Gedaagden] de vordering van Parteon af te wijzen.