Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop
De griffier van deze rechtbank heeft op 4 juli 2017 de advocaat van Turistik Hava telefonisch gehoord en verzocht om het verzoekschrift aan te vullen op het punt van de gestelde vordering en een nadere toelichting te geven op de gestelde vrees voor verduistering.
Turistik Hava heeft vervolgens op 5 juli 2017 een aangepast verzoekschrift ingediend.
2.De gronden
Turistik Hava heeft hoger beroep ingesteld tegen voormelde beslissing en tevens procedure aanhangig gemaakt voor de rechtbank in Antalya. In beide zaken vordert Turistik Hava het door haar betaalde bedrag terug en dat is ook de grondslag voor het onderhavige verzoek tot het leggen van conservatoir beslag.
“Door de beëindiging van zijn dienstverband zal de heer [verweerder] zich niet meer in de directe omgeving van Turistik Hava ophouden en zich derhalve onttrekken aan ieder contact. Tevens ontstaat de mogelijkheid dat hij op geen enkele wijze nog enig verhaal meer zal gaan bieden zodat bij toewijzing van een der vorderingen of bij toewijzing van beide vorderingen er problemen kunnen gaan ontstaan met de voldoening van de vonnissen.”Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter een onvoldoende onderbouwing van de vrees voor verduistering. [verweerder] was en is – volgens het verzoekschrift – woonachtig in [woonplaats] en niet is gebleken dat daar verandering in zal komen.
“Dat Turistik Hava heeft vernomen dat [verweerder] voornemens is zich te onttrekken aan verhaal, dit heeft Turistik Hava begrepen uit contacten welke [verweerder] met andere piloten van Turistik Hava heeft gehad. Hij was op zoek naar steun voor diens strijd tegen Turistik Hava echter geen van de andere piloten wilde hem daarbij steunen. En nu hijzelf ontslag bij Turistik Hava heeft genomen en daarmee de mogelijkheid bestaat dat hij elders in het buitenland gaat werken en zich op een onbekende wijze zal laten uitbetalen alsmede ook geen zichtbare eigendommen van enige waarde op zijn naam heeft staan in Nederland ontstaat daarmee de vrees voor verduistering zodat Turistik Hava een spoedeisend belang heeft bij deze vordering.”Dat de “mogelijkheid” bestaat dat [verweerder] in het buitenland gaat werken en zich daar op een nog onbekende wijze zal laten uitbetalen levert naar het oordeel van de voorzieningenrechter nog geen gegronde vrees op dat [verweerder] zijn roerende zaken in [woonplaats] aan verhaal zal onttrekken.