In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 juli 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van vervangende toestemming voor het aanvragen van een reisdocument voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de vervangende toestemming verleend, ondanks een formeel gebrek, namelijk dat [minderjarige] inmiddels de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Dit werd gepasseerd in het belang van het kind. De zaak werd ingediend door de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI), die de belangen van [minderjarige] behartigt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door beide ouders, maar dat de vader sinds de uithuisplaatsing in 2014 geen contact meer heeft met de GI en ook niet wenst mee te werken aan het aanvragen van een paspoort voor [minderjarige].
De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder het verzoek van de GI om vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort en voor het maken van verschillende reizen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] voor het aanvragen van een paspoort de toestemming van zijn gezaghebbende vader nodig heeft, maar dat deze toestemming waarschijnlijk zal worden geweigerd. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige] is om de gevraagde toestemming te verlenen, zodat hij kan deelnemen aan gezinsactiviteiten en schoolreizen.
De kinderrechter heeft de beslissing genomen om vervangende toestemming te verlenen voor het aanvragen van een paspoort en voor de geplande reizen, en heeft deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.