Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het vonnis in incident van 13 januari 2016, waarbij tevens een comparitie in de hoofdzaak is bepaald
- het proces-verbaal van comparitie van 21 juni 2016 en de daarin genoemde stukken.
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, vordert eiseres, [eiser] B.V., een verklaring voor recht dat er een overeenkomst is gesloten met gedaagde, [gedaagde] B.V., betreffende de overdracht van aandelen in de besloten vennootschap Hoorcentrum JvG. De partijen, beide aandeelhouders van Hoorcentrum JvG, zijn in een conflict verwikkeld, wat heeft geleid tot een onhoudbare situatie binnen de vennootschap. Eiseres stelt dat er in januari 2014 overeenstemming is bereikt over de overname van de aandelen, maar gedaagde betwist dit en stelt dat het aanbod tot verkoop is ingetrokken. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij partijen hebben geprobeerd om via mediation tot een oplossing te komen, maar zonder resultaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wilsovereenstemming is bereikt over de essentiële elementen van de overeenkomst, met name de prijs van de aandelen. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van eiseres, die zijn gebaseerd op de veronderstelling dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen, niet kunnen worden toegewezen. Ook de vordering op basis van artikel 2:336 BW wordt afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat er geen onbestuurbare situatie is binnen de vennootschap. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af en compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.