Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- dagvaarding van 2 september 2016
- conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie
- het tussenvonnis van 7 december 2016
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het proces-verbaal van comparitie en descente van 5 juli 2017.
2.De feiten
[A] is eigenaar van de kadastrale percelen C 9010, C 9012 en C 9013.
3.De vorderingen van partijen
in conventie
4.De beoordeling van het geschil
in conventie
In de onderhavige zaak gaat het juist om twee al bestaande heersende erven.
“dat de erfdienstbaarheid haar werking behoudt, zowel tussen de eigenaar en de huurder of pachter door of jegens wie de erfdienstbaarheid kan worden uitgeoefend, als jegens eventuele latere verkrijgers onder bijzondere titel van de door vermenging verenigde erven, voor wier rechtspositie deze erfdienstbaarheid van belang blijft.” (parlementaire geschiedenis NBW, Invoering boek 5, blz. 1055).
– kennelijk op 18 januari 1993 aangevraagde – vergunningaanvraag voor de verbouwing van de woning Snaarmanslaan 3 in 1993. Uit die bouwtekening blijkt dat de woning zou worden verbouwd, waardoor onder meer de tuin zou komen te vervallen en een nieuwe achtergevel zou worden geplaatst op de plaats waar die zich nu ook bevindt. De vordering is in deze procedure op 2 september 2016 ingesteld en dus verjaard, aldus [R] .
De rechtbank is van oordeel dat indien komt vast te staan dat dit raam zich al op die plaats (zoals in 2010) bevond vóór 2 september 1996, het beroep op verjaring slaagt en de vorderingen onder C.1 en C.2 zullen moeten worden afgewezen. Hoewel de grootte en de plaats van het venster iets afwijken, acht de rechtbank in dat geval de bevoegdheid om de vorderingen onder C.1 en C.2 in te stellen, verjaard.
5.De beslissing
16 augustus 2017voor uitlating door partijen of zij bewijs willen leveren en zo ja, door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwillen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen,
getuigenwillen laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden september tot en met november 2017 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,