ECLI:NL:RBNHO:2017:6509
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van Nederlands of Russisch recht op verzoek tot vaststelling van partnerbijdrage bij echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 juni 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van een partnerbijdrage in het kader van een echtscheiding. De vrouw, feitelijk verblijvende in Rusland, verzocht de rechtbank om Nederlands recht toe te passen op haar verzoek, terwijl de man stelde dat Russisch recht van toepassing was. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de toepasselijkheid van het Haags Alimentatieprotocol en de omstandigheden van het huwelijk en de verblijfplaats van partijen. De rechtbank concludeerde dat de vrouw niet heeft aangetoond dat er sprake was van een gemeenschappelijke gewone verblijfplaats in Nederland, en dat het Nederlandse recht niet nauwer met het huwelijk was verbonden dan het Russische recht. De rechtbank verwierp het verzoek van de vrouw en wees de aanvraag tot vaststelling van de partnerbijdrage af, met de overweging dat de vrouw niet voldeed aan de voorwaarden voor een onderhoudsbijdrage onder het Russische recht. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter M.E. Allegro, in aanwezigheid van griffier A.M. Bergen.