In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil over huurtoeslag. Eiser, die een woning huurt van Woningcorporatie [B], had huurtoeslag aangevraagd voor de jaren 2014 en 2015. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de huurtoeslag stopgezet, omdat eiser niet volledig aan zijn huurverplichtingen voldeed. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser weliswaar een betalingsachterstand had, maar dat dit niet automatisch betekent dat hij geen recht heeft op huurtoeslag. De rechtbank oordeelde dat eiser betalingen had gedaan en een betalingsregeling had getroffen met zijn verhuurder. De rechtbank concludeerde dat de Belastingdienst niet mocht stellen dat eiser geen recht had op huurtoeslag enkel vanwege de betalingsachterstand. De rechtbank heeft de beslissing van de Belastingdienst vernietigd en bepaald dat er een nieuw besluit op bezwaar moet worden genomen. Tevens is de Belastingdienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser.