Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Verweer en zelfstandig verzoek
5.Beoordeling
2e aangepaste concept overeenkomst 21 juni 2016, opgesteld door de advocaat van de vrouw. Artikel 3.1 hiervan luidt: “ De bijdrage van de biologische vader in de kosten van [minderjarige] zijn door partijen in onderling overleg begroot op € 1.000. Dit bedrag wordt door de biologische vader reeds vanaf september 2015 overgemaakt naar het rekeningnummer van moeder. Partijen zijn ermee bekend dat de hoogte van dit bedrag afwijkt van de wettelijke maatstaven. De afwijking is overeengekomen omdat de man vooralsnog geen rol kan/ wil spelen in het leven van [minderjarige] en hij ervoor kiest om het bestaan van [minderjarige] in zijn directe omgeving vooralsnog niet kenbaar te maken. De volledige verzorging en opvoeding van [minderjarige] moet dus worden uitgevoerd door moeder, waardoor moeder wordt beperkt in het benutten van haar verdiencapaciteit.” De man heeft deze overeenkomst niet ondertekend.
6.Beslissing
In de bodemzaak, zaaknr. 260077/17-3346