Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De beoordeling
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Rechtbank Noord-Holland
Op 15 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven in de zaak van H. Kuijper Sloopwerk B.V. tegen JAC Tromp B.V. Het verzoek van H. Kuijper Sloopwerk B.V. om verlof tot het leggen van conservatoir beslag op de goederen van JAC Tromp B.V. werd afgewezen. De verzoekster had een vordering van € 61.932,92 en stelde dat het noodzakelijk was om conservatoir beslag te leggen om het verhaal van deze vordering te verzekeren. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat de noodzaak voor het leggen van beslag onvoldoende was onderbouwd.
De voorzieningenrechter vroeg de verzoekster om de vordering nader te onderbouwen en aan te geven waarom conservatoir beslag noodzakelijk was. In een aanvullend verzoekschrift werden de punten toegelicht, maar de rechter vond de argumenten niet overtuigend. De verzoekster had eerder een overeenkomst van opdracht gesloten met Tromp voor asbestsaneringswerkzaamheden, maar er was een aanzienlijk bedrag onbetaald gebleven. Ondanks aanmaningen en inschakeling van een incassobureau, had Tromp slechts een deel van de facturen voldaan.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de stelling van verzoekster dat Tromp in financieel zwaar weer verkeert, te vaag was en niet voldoende onderbouwd. Bovendien was er geen reden om aan te nemen dat Tromp niet in staat zou zijn om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, aangezien een groot deel van de gefactureerde bedragen al was betaald. Daarom werd het verzoek om verlof tot conservatoir beslag afgewezen.