Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 december 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 11 september 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
in het incident
ouderrecht op levering had, zoals die hiervoor in r.o. 4.6 zijn weergegeven.
door de rechtergeoordeeld dat, als [eiser/verweerder] bereid was het hogere bod van Antheos te evenaren, het pand op basis van dat bedrag aan [eiser/verweerder] gegund zou worden. [eiser/verweerder] heeft het bod vervolgens geëvenaard. Ook op dat gegeven stuit een onrechtmatigheidsverwijt af, onder meer omdat het causaal verband tussen het gestelde onrechtmatig handelen en de beweerdelijk geleden schade door deze latere gebeurtenissen is doorbroken.