ECLI:NL:RBNHO:2017:8232

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 augustus 2017
Publicatiedatum
5 oktober 2017
Zaaknummer
C/15/256718 / HA ZA 17-224
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in consumentenovereenkomst met forumkeuze voor Turkse rechter

In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Noord-Holland, hebben eisers, consumenten die vakantiewoningen hebben gekocht van Corendon Estate, een terugkoopovereenkomst gesloten met een Turkse rechtspersoon. De eisers vorderen nakoming van deze overeenkomst en stellen dat de gedaagden, waaronder Corendon Vitality Hotels B.V., tekortschieten in hun verplichtingen. De gedaagden beroepen zich op een forumkeuze die de Turkse rechter in Bodrum aanwijst als bevoegde rechter. De rechtbank moet beoordelen of deze forumkeuze derogerende werking heeft ten opzichte van de Nederlandse rechter. De rechtbank concludeert dat de terugkoopovereenkomst moet worden aangemerkt als een consumentenovereenkomst, waardoor het forumkeuzebeding geen derogerende werking heeft. De Nederlandse rechter is bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen. De rechtbank wijst de vordering van de gedaagden tot onbevoegdverklaring af en veroordeelt hen in de proceskosten van het incident. De zaak zal verder worden behandeld in een comparitie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/256718 / HA ZA 17-224
Vonnis in incident van 16 augustus 2017
in de zaak van

1.[eiser1],

2.
[eiser2],
beiden wonende te [woonplaats],
3.
[eiser3],
wonende te [woonplaats],
4.
[eiser4],
5.
[eiser5],
beiden wonende te [woonplaats],
6.
[eiser6],
7.
[eiser7],
beiden wonende te [woonplaats],
8.
[eiser8],
9.
[eiser9],
beiden wonende te [woonplaats],
10.
[eiser10],
wonende te [woonplaats],
11.
[eiser11],
12.
[eiser12],
beiden wonende te [woonplaats],
13.
[eiser13],
14.
[eiser14],
beiden wonende te [woonplaats],
15.
[eiser15],
wonende te [woonplaats],
16.
[eiser16],
17.
[eiser17],
beiden wonende te [woonplaats],
18.
[eiser18],
19.
[eiser19],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers in conventie in de hoofdzaak,
verweerders in voorwaardelijke reconventie in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. H.J. Sepers te Brielle,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORENDON VITALITY HOTELS B.V. voorheen h.o.d.n. CORENDON ESTATE B.V.,
gevestigd te Lijnden,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORENDON HOLDING B.V.,
gevestigd te Lijnden,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORENDON HOTELS & RESORTS B.V.,
gevestigd te Lijnden,
4.
[gedaagde4],
wonende te [woonplaats],
5.
[gedaagde5],
wonende te [woonplaats],
6.
[gedaagde6],
wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie in de hoofdzaak,
eisers in voorwaardelijke reconventie in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. B.S. Friedberg te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser1] c.s. en Corendon c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, tevens conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie,
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten

2.1.
In 2006 is Corendon Estate B.V. (hierna: Corendon Estate) opgericht. Na kortstondig te hebben geopereerd onder de statutaire naam AY Estate is in augustus 2013 de statutaire naam gewijzigd in Corendon Vitality Hotels B.V.
2.2.
Van 1 augustus 2008 tot 1 juni 2009 was [gedaagde4] bestuurder van Corendon Estate. [gedaagde6] was dat tot 14 februari 2009 eveneens. Van 13 februari 2009 tot 11 december 2012 was Corendon Holding B.V. enig aandeelhouder en bestuurder van Corendon Estate. Sinds 11 december 2012 is Corendon Hotels & Resorts B.V. directeur en enig aandeelhouder van Corendon Estate / Corendon Vitality Hotels B.V. [gedaagde4] en [gedaagde5] zijn – via hun holdingmaatschappijen – de bestuurders van Corendon Hotels & Resorts B.V.
2.3.
Enige jaren geleden heeft Corendon Estate een project voor vakantiewoningen in de omgeving van het Turkse Bodrum gelanceerd. Corendon Estate heeft het project – met de naam Issos Modern – onder andere door middel van een reclamebrochure onder de aandacht van het Nederlandse publiek gebracht. In de brochure en ook in ander informatiemateriaal wordt melding gemaakt van een terugkoopgarantie die inhoudt dat na 5 jaar de woning kan worden terugverkocht met een gegarandeerde winst van 25%.
2.4.
[eiser1] c.s. hebben allen een vakantiewoning gekocht die deel uitmaakt van het project Issos Modern. De verkopende partij bij de koopovereenkomsten is een Turkse rechtspersoon.
2.5.
Naast de koopovereenkomsten hebben [eiser1] c.s. een afzonderlijke (terug)koopgarantieovereenkomst gesloten (hierna: “de terugkoopovereenkomst”). De garantieverstrekker met wie de terugkoopovereenkomst is gesloten is de Turkse rechtspersoon Ay Turizm Otelcilik Inşaat Ticaret ve Sanayi Limited Şiketi. In de terugkoopovereenkomst is de volgende bepaling opgenomen:
“Artikel 9: geschillenbeslechting, taal en forumkeuze
Inzake alle geschillen, welke ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst of de daaruit voortvloeiende, komen partijen overéén dat aan de rechter te Bodrum (in Turkije) rechtsmacht toekomt en het geschil naar Turks recht zal beoordelen.
[…]”

3.De vorderingen in conventie

3.1.
[eiser1] c.s. vorderen – kort gezegd en voor zover van belang voor de beslissing in van het incident – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair
  • te verklaren voor recht dat Corendon c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst tot terugkoop;
  • Corendon c.s. hoofdelijk te veroordelen tot nakoming van de verplichtingen, inhoudende de terugkoop van de vakantiewoningen en de uitbetaling van de gegarandeerde som van de oorspronkelijke aankoopwaarde vermeerderd met 25%, waarna [eiser1] c.s. het recht van eigendom van de registergoederen zullen overdragen aan Corendon c.s.;
Subsidiair en meer subsidiair
  • te verklaren voor recht dat Corendon c.s. misleidende en/of oneerlijke handelspraktijken hebben gevoerd, althans onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiser1] c.s.;
  • te verklaren voor recht dat [gedaagde4], [gedaagde6] en [gedaagde5] in hun hoedanigheid van bestuurder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiser1] c.s. geleden schade
  • (subsidiair) Corendon c.s. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade van [eiser1] c.s., zijnde de oorspronkelijke aankoopwaarde van de registergoederen vermeerderd met 25% waarna [eiser1] c.s. het recht van eigendom van de registergoederen zullen overdragen aan Corendon c.s.;
  • (meer subsidiair) Corendon c.s. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van alle schade die [eiser1] c.s. hebben geleden, nader op te maken bij staat.

4.De vordering in het incident

4.1.
Corendon c.s. vorderen dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van [eiser1] c.s. kennis te nemen. Zij voeren daartoe het volgende aan. [eiser1] c.s. vorderen primair een verklaring voor recht dat Corendon c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de terugkoopovereenkomst en zij vorderen nakoming van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Deze verplichtingen betreffen de terugkoop van de vakantiewoningen en uitbetaling van de oorspronkelijke aankoopwaarde vermeerderd met 25%. In artikel 9 van de terugkoopovereenkomsten is echter bepaald dat de beslechting van alle geschillen naar aanleiding van de terugkoopovereenkomst is opgedragen aan de bevoegde rechter te Bodrum in Turkije. Die forumkeuze geldt ook voor de subsidiaire en meer subsidiaire vorderingen uit hoofde van misleidende handelspraktijken en onrechtmatige daad, omdat [eiser1] c.s. met die vorderingen eveneens terugkoop van de vakantiewoningen tegen uitbetaling van de aankoopwaarde plus 25% proberen te bereiken. Deze vorderingen en de grondslagen daarvan zijn eveneens terug te voeren op een geschil dat is ontstaan naar aanleiding van de terugkoopovereenkomst. Op grond van het vorenstaande is de Turkse uitsluitend de rechter te Bodrum bevoegd van het geschil kennis te nemen, aldus Corendon c.s.
4.2.
[eiser1] c.s. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
De vorderingen dragen een internationaal karakter, nu de koopovereenkomst en de terugkoopovereenkomst zijn gesloten met een Turkse rechtspersoon, de vakantiewoningen waarover geprocedeerd wordt in Turkije zijn gelegen en in de terugkoopovereenkomst een forumkeuze voor de Turkse rechter is opgenomen.
5.2.
De vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, moet in beginsel worden beantwoord op grond van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis), nu gedaagden woonplaats hebben in Nederland. Ingevolge de hoofdregel van artikel 4 Brussel I bis is de Nederlandse rechter bevoegd, tenzij sprake is van een exclusieve bevoegdheidsregel dan wel een forumkeuzebeding waarbij een andere rechter bij uitsluiting wordt aangewezen. Van de toepasselijkheid van een exclusieve bevoegdheidsregel is niet gebleken. Wel is in de terugkoopovereenkomst die de grondslag vormt van het geschil een forumkeuze voor de Turkse rechter opgenomen. Veronderstellenderwijs er vanuit gaande dat het forumkeuzebeding ook tussen de partijen in deze procedure gelding zou hebben wordt daarover als volgt overwogen. Artikel 25 Brussel I Bis is op dit forumkeuzebeding niet van toepassing, omdat partijen bij het forumkeuzebeding een gerecht van een niet-lidstaat hebben aangewezen. De vraag of het forumkeuzebeding derogerende werking heeft ten opzichte van de Nederlandse rechter moet daarom worden beantwoord aan de hand van artikel 8 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). In het tweede lid van dat artikel is bepaald dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen. Het derde lid bepaalt evenwel dat een dergelijk forumkeuzebeding de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet laat indien de zaak een overeenkomst betreft als bedoeld in artikel 6, onder d. Van een consumentenovereenkomst in de zin van artikel 6, onder d Rv is sprake wanneer de overeenkomst is gesloten door een partij die handelt in de uitoefening van beroep op bedrijf en een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van beroep op bedrijf. De terugkoopovereenkomsten die [eiser1] c.s. met de eerder genoemde Turkse rechtspersoon hebben gesloten voldoen aan deze omschrijving. [eiser1] c.s. zijn consumenten, zoals Corendon c.s. ook erkent in haar conclusie van antwoord, en de Turkse rechtspersoon die de terugkoopgarantie heeft aangeboden is een bedrijf dat handelt in de uitoefening van haar bedrijf. Voor de toepassing van artikel 6, onder d Rv is voorts vereist dat de consument woonplaats heeft in Nederland. Ook aan dat vereiste is ten aanzien van alle eisers voldaan. Tot slot is ook voldaan aan het vereiste dat de professionele wederpartij van de consument commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in Nederland of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op Nederland en de overeenkomst onder die activiteiten valt. De Turkse rechtspersoon Ay Turizm Otelcilik Inşaat Ticaret ve Sanayi Limited Şiketi heeft – via Corendon Estate – in Nederland reclame gemaakt door middel van onder meer een uitgebreide Nederlandstalige brochure waarin informatie is verstrekt over het project, de woningen en over de terugkoopgarantie. De terugkoopovereenkomst moet derhalve worden aangemerkt als een overeenkomst als bedoeld in artikel 6, onder d Rv, zodat het forumkeuzebeding in de terugkoopovereenkomst ingevolge artikel 8 lid 3 Rv geen derogerende werking heeft en de Nederlandse rechter niet zijn rechtsmacht wordt ontnomen. Gelet op het vorenstaande kan vervolgens in het midden blijven of ook de partijen in deze procedure zijn gebonden aan het forumkeuzebeding en in hoeverre de vorderingen met als grondslag misleidende handelspraktijken en/of onrechtmatige daad onder het bereik van het forumkeuzebeding vallen.
5.3.
De conclusie van het vorenstaande is dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 4 Brussel I Bis rechtsmacht heeft om van de vorderingen kennis te nemen. De vordering van Corendon c.s. tot onbevoegdverklaring zal daarom worden afgewezen.
5.4.
Corendon c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

6.De beoordeling in de hoofdzaak

6.1.
De rechtbank zal een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
6.2.
Verweerders in reconventie hebben de gelegenheid de conclusie van antwoord in reconventie ter comparitie te nemen. Verweerders in reconventie moeten een schriftelijke conclusie uiterlijk twee weken voor aanvang van de comparitie toezenden. Na de comparitie kan deze conclusie niet meer genomen worden.
6.3.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
6.4.
De behandeling van de zaak ter comparitie zal in beginsel de volgende onderwerpen bevatten. De rechter zal beginnen met een aantal formaliteiten. Vervolgens zal de rechter zo nodig vragen stellen over de feiten en over de standpunten van partijen waarin inzicht moet bestaan om tot een oordeel te kunnen komen.
6.5.
Vervolgens zal aan de advocaten van partijen de gelegenheid worden geboden om voor zover nodig de vordering of het verweer nader toe te lichten. Indien gewenst kan daarbij gebruik worden gemaakt van een korte pleitnotitie, niet langer dan vier bladzijden.
6.6.
Op de comparitie zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook aan de orde komen of een schikking (al dan niet op onderdelen) mogelijk is. Partijen moeten er op voorbereid zijn, dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis kan wijzen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
6.7.
De rechtbank wijst partijen er op dat zij schriftelijk en gemotiveerd om extra behandeltijd kunnen vragen indien zij van mening zijn dat de geplande twee uur voor de comparitie niet toereikend is.
6.8.
Partijen kunnen vanaf één week voor de zitting desgewenst de griffie bellen, om te informeren naar de naam van de betrokken rechter.
6.9.
Het proces-verbaal zal, behoudens anders luidende wens van een der partijen, na afloop van de zitting en buiten hun aanwezigheid worden vastgesteld. Voor zover een partij van mening is dat de in het proces-verbaal weergegeven verklaringen niet juist zijn weergegeven, bestaat de mogelijkheid om per brief aan de zittingsadministratie van de sector civiel mede te delen in welke passages onjuistheden voorkomen. Bedoelde brief wordt aan het griffie-exemplaar van het proces-verbaal gehecht. Gelijktijdig met de verzending aan de zittingsadministratie dient een afschrift van deze brief aan de wederpartij te worden gestuurd.

7.De beslissing

De rechtbank
in het incident
7.1.
wijst het gevorderde af,
7.2.
veroordeelt Corendon c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiser1] c.s. tot op heden begroot op € 452,00,
7.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
7.4.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank in het gerechtsgebouw te Haarlem aan de Jansstraat 81 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
7.5.
bepaalt dat eisers (dan wel een delegatie namens hen) en gedaagden sub 4 tot en met 6 dan in persoon aanwezig moeten zijn en dat gedaagden sub 1 tot en met 3 dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
7.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
30 augustus 2017voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden september tot en met november 2017, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,
7.7.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de comparitie zelfstandig zal bepalen,
7.8.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de comparitie dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
7.9.
wijst partijen er op, dat voor de zitting twee uur zal worden uitgetrokken.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2017. [1]

Voetnoten

1.Conc.: 977