In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 oktober 2017 uitspraak gedaan in een familiekwestie tussen een vrouw en een man die samen twee minderjarige kinderen hebben. De partijen zijn uit elkaar gegaan en de rechtbank moest beslissen over de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de alimentatie. De vrouw verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar vast te stellen, terwijl de man verzocht om de hoofdverblijfplaats bij hem te bepalen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat zij bij ieder van de ouders een hoofdverblijfplaats hebben. De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdverblijfplaats van het ene kind bij de man en van het andere kind bij de vrouw zal zijn. Daarnaast is er een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen om de week bij de man en de vrouw verblijven, en zijn de alimentatiebijdragen voor de kinderen vastgesteld. De rechtbank heeft de behoefte van de kinderen berekend en de draagkracht van beide ouders in overweging genomen. De man is verplicht om een bijdrage te betalen voor de kosten van de kinderen, die is vastgesteld op € 169,25 per maand per kind voor de periode van 21 maart 2017 tot 1 november 2017, en € 157,00 per maand voor het andere kind vanaf 1 november 2017. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.