ECLI:NL:RBNHO:2017:863

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 januari 2017
Publicatiedatum
3 februari 2017
Zaaknummer
5348439
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding ontruiming winkelruimte en vordering huurachterstand

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, hebben eisers Blokvast XXIV B.V. en Elvestia Wervershoof B.V. een kort geding aangespannen tegen de gedaagde partij Geschenkenshop. De eisers vorderen ontruiming van een winkelruimte aan het Raadhuisplein 9-11 te Wervershoof, alsook betaling van een huurachterstand van € 100.552,35. De gedaagde partij, Geschenkenshop, heeft sinds 1982 een Blokker filiaal op het betreffende adres en heeft een huurovereenkomst met de eisers die loopt tot 1 juli 2017. De eisers stellen dat Geschenkenshop in gebreke is gebleven met de huurbetalingen, wat hen noopte tot het indienen van deze vordering.

De mondelinge behandeling vond plaats op 7 oktober 2016, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren hebben gebracht. Geschenkenshop betwist de vordering en stelt dat er geen spoedeisend belang is, aangezien er al sinds 2013 overleg is over betalingsproblemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er eerder nagenoeg overeenstemming was bereikt over een vaststellingsovereenkomst, maar dat de situatie sindsdien niet is verbeterd. De eisers hebben uiteindelijk verzocht om vonnis te wijzen, terwijl Geschenkenshop om een nieuwe mondelinge behandeling heeft gevraagd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers niet voor toewijzing vatbaar zijn. De rechter oordeelt dat toewijzing van de ontruimingsvordering ingrijpende gevolgen zou hebben voor Geschenkenshop en dat er onvoldoende bewijs is dat de vorderingen in een bodemprocedure toegewezen zouden worden. De vorderingen zijn afgewezen en de proceskosten zijn voor rekening van eisers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 5348439 \ KG EXPL 16-131
Uitspraakdatum: 27 januari 2017
Vonnis in kort geding in de zaak van:

1.Blokvast XXIV B.V., gevestigd te Laren

gemachtigde: mr. B. Linnartz, advocaat te Amsterdam
2.
Elvestia Wervershoof B.V., gevestigd te Eemnes
eisende partijen
verder gezamenlijk te noemen: eisers, respectievelijk Blokvast en Elvestia afzonderlijk
tegen
de vennootschap onder firma Geschenkenshopgevestigd en kantoorhoudende te Wervershoof
[gedaagde partij sub 2], wonende te [woonplaats]
[gedaagde partij sub 3]¸ wonende te [Woonplaats]
gedaagde partijen
verder gezamenlijk te noemen: Geschenkenshop
gemachtigde: mr. D.L. van Dam, advocaat te Rotterdam

1.Het procesverloop

1.1.
Eisende partijen hebben Geschenkenshop op 19 september 2016 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2016. Namens eisers zijn verschenen dhr. [X] , mevr. [Y] en dhr. [Z] , vergezeld door de toenmalige gemachtigde, mr. F.C. Borst. Mevr. [gedaagde sub 3] en dhr. [gedaagde sub 2] zijn in persoon verschenen. Namens Geschenkenshop zijn daarnaast verschenen dhr. [L] . en dhr. [B] , vergezeld door mr. T. Meijer die als gemachtigde optrad ter vervanging van mr. Van Dam voornoemd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Geschenkenshop bij brief van 6 oktober 2016 nog stukken toegezonden.
1.3.
Op de zitting hebben partijen om aanhouding van de behandeling verzocht tot 14 oktober 2016 in verband met een eventueel te bereiken schikking.
1.4.
Partijen hebben nadien diverse malen om een nadere aanhouding verzocht.
1.5.
Eisers hebben bij brief van 19 december 2016 verzocht om vonnis te wijzen.
1.6.
Geschenkenshop heeft in reactie hierop een brief van 20 december 2016, met bijlage, aan de griffie verzonden.
1.7.
De kantonrechter heeft naar aanleiding van bovenstaande brief bepaald dat een nieuwe mondelinge behandeling plaats zal vinden.
1.8.
Bij brief van 5 januari 2017 heeft mr. Borst bericht dat zij zich onttrekt als gemachtigde van eisers.
1.9.
Bij brief van 6 januari 2017 heeft mr. B. Linnartz zich gesteld als gemachtigde van Blokvast.

2.De feiten

2.1.
Blokvast en Elvestia zijn elk voor 50% eigenaar van de onroerende zaak staande en gelegen aan het adres Raadhuisplein 9 te Wervershoof, gemeente Medemblik. Blokvast voert het beheer en de administratie namens beide eigenaren.
2.2.
Geschenkenshop exploiteert sedert 1982 een Blokker filiaal op het Raadhuisplein 9-11 te Wervershoof. Met ingang van 1 juli 2007 is tussen Blokvast en Elvestia enerzijds en Geschenkenshop anderzijds een nieuwe huurovereenkomst gesloten voor de duur van 10 jaar, derhalve tot 1 juli 2017. De huurprijs bedraagt met ingang van 1 juli 2016 € 8.352,92 per maand incl. btw en voorschot servicekosten.

3.De vordering

3.1.
Eisers vorderen dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Geschenkenshop hoofdelijk veroordeelt:
I. om met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, althans binnen een zodanige andere termijn als bij dit vonnis in goede justitie te bepalen is, de ruimte aan het Raadhuisplein 9-11 te Wervershoof gemeente Medemblik, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte der sleutels in lege, behoorlijke en casco staat, zoals volgt uit de opleveringsverplichting als neergelegd in de huurovereenkomst, ter vrije beschikking van eisers te stellen, om bij gebreke van tijdige of volledige voldoening hieraan dit door de deurwaarder te laten bewerkstelligen met behulp van de sterke arm, een en ander op kosten van gedaagden;
II. tot betaling bij wijze van voorschot van de huurachterstand tot en met september 2016, bestaande uit een bedrag van € 100.552,35, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, na te wijzen vonnis indien en voor zover Geschenkenshop dit bedrag niet voordien heeft voldaan alsmede tot betaling van een bedrag van € 8.352,92 per maand voor elke maand vanaf 1 oktober 2016 gedurende welke Geschenkenshop het gehuurde in gebruik houdt;
III. in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, na het te dezen te wijzen vonnis indien en voor zover gedaagde(n) deze kosten niet voordien heeft/hebben voldaan;
IV. in de nakosten ten bedrage van respectievelijk € 192,- zonder betekening en € 260,- met betekening, laatstbedoeld bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover gedaagden dit niet binnen (de wettelijk vereiste termijn van) twee dagen, althans binnen een door de rechtbank redelijk geachte termijn na betekening van het te dezen te wijzen vonnis hebben voldaan.
3.2.
Zij leggen aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Geschenkenshop op grond van de huurovereenkomst gehouden is de maandelijkse huur te voldoen. Er is echter ondanks aanmaningen en sommaties een huurachterstand ontstaan van € 100.552,35. Dit is een tekortkoming in de nakoming door Geschenkenshop die zo ernstig is dat (in een bodemprocedure) ontbinding gerechtvaardigd is. De huurachterstand loopt nog elke maand op en er is geen zicht op verbetering in deze situatie, zodat eisers een spoedeisend belang hebben.
3.3.
Om te voorkomen dat de huurachterstand nog verder oploopt hebben eisers een belang bij ontruiming van het gehuurde en betaling van de achterstand.

4.Het verweer

4.1.
Geschenkenshop betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat er geen sprake is van spoedeisend belang, aangezien partijen al sinds 2013 overleggen over de betalingsproblemen en de oorzaken daarvan. De belangen van eisers zijn bovendien voldoende veilig gesteld doordat Geschenkenshop de tussen partijen afgesproken betalingsregeling nakomt. De belangen van Geschenkenshop bij voortzetting van de exploitatie dienen gelet daarop zwaarder te wegen dan die van eisers en aldus kunnen de vorderingen niet toegewezen worden. Daarnaast voert Geschenkenshop aan dat zij een substantiële tegenvordering op eisers heeft op grond van een toerekenbare tekortkoming van eisers die er uit bestaat dat Blokvast, althans een aan haar gelieerde onderneming, in hetzelfde winkelcomplex een concurrerende winkel heeft geopend waardoor Geschenkenshop omzetschade lijdt. Hierdoor is het geenszins aannemelijk dat de vordering in een eventueel aan te spannen bodemprocedure toegewezen zal worden.

5.De beoordeling

5.1.
Eisers hebben naast veroordeling tot betaling van de huurachterstand, gevorderd dat de kantonrechter Geschenkenshop zal veroordelen tot ontruiming van het winkelpand met ingang van veertien dagen na betekening van het vonnis
De vorderingen zijn behandeld op de terechtzitting van 7 oktober 2016. Tijdens deze mondelinge behandeling bleek onder meer dat eerder nagenoeg overeenstemming was bereikt over een vaststellingsovereenkomst, met onder meer de afspraak dat een lagere huurprijs zou gaan gelden. Deze lagere huurprijs betaalt Geschenkenshop sinds juli 2016.
Naar aanleiding van hetgeen op de zitting is besproken hebben partijen aangegeven verder te gaan onderhandelen en hebben zij om aanhouding van het vonnis verzocht voor een termijn van twee weken. Vervolgens is door eisers nog vier maal om aanhouding verzocht. Uiteindelijk vragen eisers bij brief van 19 december 2016 om vonnis te wijzen. Geschenkenshop reageert op 20 december 2016 met een uitgebreide brief waarin zij aangeeft verbijsterd te zijn door deze gang van zaken omdat in haar optiek reeds in oktober 2016 overeenstemming is bereikt over een vaststellingsovereenkomst. Als bijlage bij deze brief zit een door de advocaat van eisers opgestelde vaststellingsovereenkomst die door Geschenkenshop is ondertekend. Geschenkenshop verzoekt de kantonrechter alvorens vonnis te wijzen, een nieuwe mondelinge behandeling te gelasten. Op deze brief hebben eisers verder niet gereageerd. Wel heeft de bedrijfsjurist van Blokvast op 6 januari 2017 telefonisch aangegeven dat Blokvast geen behoefte heeft aan een zitting en heeft de advocaat van eisers zich onttrokken. Elvestia geeft op 4 januari 2017 per e-mail haar verhinderdata door. Bij brief van 6 januari 2017 stelt mr. B. Linnartz zich als advocaat namens Blokvast en geeft aan geen behoefte te hebben aan een nadere mondelinge behandeling.
5.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de vorderingen van eisers gezien het voorgaande niet voor toewijzing vatbaar zijn. Het betreft een procedure in kort geding en toewijzing van de vordering tot ontruiming heeft ingrijpende en onomkeerbare gevolgen voor Geschenkenshop. Ook na de eerste mondelinge behandeling was het allesbehalve zeker of de vorderingen in kort geding konden worden toegewezen gezien het inhoudelijke verweer zijdens Geschenkenshop. Met de thans voorliggende informatie en gezien het feit dat de kantonrechter niet op de hoogte is van de actuele stand van zaken en het feit dat eisers het blijkens het voorgaande niet nodig vinden de kantonrechter nader in te lichten, kan de kantonrechter niet concluderen dat het in voldoende mate waarschijnlijk is dat de vorderingen in een bodemzaak toegewezen zullen worden.
Dit betekent dat de vorderingen van eisers zullen worden afgewezen.
5.3.
De proceskosten komen voor rekening van eisers, omdat zij ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
weigert de gevorderde voorziening;
6.2.
veroordeelt eisers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Geschenkenshop worden vastgesteld op een bedrag van € 600,- aan salaris van de gemachtigde van Geschenkenshop.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter