Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Schade (…)6.5 Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan de persoon of goederen van huurder of van derden – en huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden ter zake - door het optreden en de gevolgen van zichtbare en onzichtbare gebreken aan het gehuurde of het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt (…), van stoornis in het huurgenot en van stoornis of tekortkomingen in de leveringen en diensten, alles behoudens in geval van schade als gevolg van grove schuld of ernstige nalatigheid van verhuurder ten aanzien van de staat van het gehuurde of van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
“(…) 9. Het gehuurde zal in de huidige staat worden opgeleverd en verhuurd wordt uitsluitend het casco. Onderhoud en vervanging van de installaties, pui, etc. is volledig voor rekening van ondergetekende sub II [= Partycentrum, griffier] (…)”.
“(…) Na uitvoering van het onder 1 t/m 8 gestelde verlenen partijen elkaar over en weer finale kwijting ter zake van de over en weer gestelde schade als gevolg van de geconstateerde asbest. (…) Ik verneem graag van uw of wij er zo uit zijn.(…)”In reactie daarop heeft de raadsman van Partycentrum bij e-mail van 15 juli 2016 laten weten:
“Het onderstaande is wat cliënte betreft akkoord, (…)”
3.De vordering
(i) de contractueel verschuldigde boetes, (ii) de maandelijkse huur- c.q. gebruiksvergoeding vanaf mei 2017 tot aan de datum van ontruiming van € 6.814,01 vermeerderd met een boete van 2%, (iii) een schadevergoeding wegens huurderving vanaf de datum van de ontruiming tot en met 31 december 2018, (iv) de buitengerechtelijke incassokosten, (v) de proces-en nakosten vermeerderd met wettelijke handelsrente.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.Het verweer tegen de tegenvordering
Partycentrum heeft niet de medewerking van Vastned nodig om te kunnen voldoen aan haar verplichtingen als huurder uit hoofde van de huurovereenkomst en de nader tussen partijen gemaakte afspraken. Ten aanzien van de asbestkwestie is tussen partijen een finale regeling getroffen die Vastned is nagekomen, zodat Vastned daarvoor niets meer aan Partycentrum verschuldigd is. Vastned betwist dat die regeling tot stand is gekomen door misbruik te maken van een noodsituatie. Verder levert een feitelijke stoornis in het huurgenot door een derde geen gebrek op waarvoor Partycentrum Vastned aansprakelijk kan houden.
6.De beoordeling
Het verweer dat Vastned weinig risico heeft gelopen omdat zij beschikte over een borgsom, gaat niet op nu die borgsom mede is bedoeld om een garantie te bieden voor opleveringsschade bij het einde van de huur, nog daargelaten dat die omstandigheid niet afdoet aan de ernst van de wanprestatie.
Het betoog van Partycentrum dat de huurprijs te hoog is, disculpeert haar evenmin. Partycentrum is nu eenmaal gebonden aan hetgeen zij daarover met Vastned (nog in 2014) is overeengekomen. Ook de omstandigheid dat Partycentrum grote bedragen heeft moeten betalen voor de overname en voor de inrichting van het gehuurde, behoort tot haar ondernemersrisico en maakt de wanprestatie niet minder ernstig. Ten slotte kan ook het belang van Partycentrum bij voortzetting van de huur wegens een mogelijke overdracht van haar bedrijf en het huurcontract aan een derde, niet tot een ander oordeel leiden, al was het maar omdat op geen enkele wijze is gebleken dat thans sprake is van een reëel vooruitzicht op overdracht en evenmin dat de beoogde nieuwe huurder voldoende waarborgen biedt voor een volledige nakoming van de huurovereenkomst en voor een behoorlijke bedrijfsvoering.
Ten aanzien van de sluiting van de toegangsweg wegens wegwerkzaamheden geldt dat dit is gebeurd in opdracht van de gemeente en dat Vastned hierop geen invloed heeft. Er is dus sprake van een feitelijke belemmering door toedoen van derden, welke belemmering niet voor risico van Vastned is. Dat betekent dat de in reconventie gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen, evenals de reconventionele vordering tot vergoeding van de schade die Partycentrum stelt geleden te hebben als gevolg van de opengebroken toegangsweg.
De subsidiair gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.