ECLI:NL:RBNHO:2017:9411
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Handhaving van last onder dwangsom inzake illegaal gebruik van bedrijfspand als woning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een last onder dwangsom die aan de verzoeker was opgelegd vanwege illegaal gebruik van een bedrijfspand. De verzoeker, die sinds 1986 eigenaar is van het pand, had voorzieningen aangebracht op de bovenverdieping, die volgens de gemeente als woonruimte werden gebruikt, wat in strijd is met het bestemmingsplan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de voorzieningen zijn aangebracht met het oogmerk om de bovenverdieping als woonruimte te gebruiken, en dat dit niet vergunningvrij is. De rechtbank oordeelde dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden, aangezien de verzoeker niet beschikte over de benodigde omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter heeft het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij oordeelde dat de opgelegde last niet onevenredig was in verhouding tot de belangen die ermee gediend zijn.
De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de noodzaak voor eigenaren om zich aan de geldende wet- en regelgeving te houden. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat handhavend optreden in het algemeen belang is, en dat er geen aanleiding was om van deze bevoegdheid af te wijken in dit geval.