ECLI:NL:RBNHO:2017:9414
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Intrekking exploitatievergunning seksinrichting en weigering vergunningen op basis van Wet Bibob
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 oktober 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster die een exploitatievergunning voor een seksinrichting had. De burgemeester van Haarlem had op 26 september 2017 besloten om de vergunning in te trekken en de aanvragen voor uitbreiding van de exploitatie en het bijschrijven van beheerders te weigeren. Dit besluit was gebaseerd op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob), omdat er ernstige aanwijzingen waren dat de vergunningen zouden kunnen worden gebruikt voor strafbare feiten.
De verzoekster, die een raamprostitutiebedrijf exploiteert, had eerder een vergunning gekregen, maar na een verzoek van de burgemeester om een BIBOB-vragenformulier in te vullen, werd de vergunning ingetrokken. De burgemeester stelde dat er een zakelijk samenwerkingsverband bestond tussen de verzoekster en haar verhuurder, die meerdere strafbare feiten op zijn naam had staan. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de mogelijke sluiting van de seksinrichting.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoekster, die stelde dat er geen grondslag was voor de intrekking van de vergunning, niet gevolgd. De rechter oordeelde dat de burgemeester zich terecht had gebaseerd op het BIBOB-advies en dat de intrekking van de vergunning en de weigering van de aanvragen evenredig waren aan de ernst van de situatie. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de intrekking van de vergunning in stand bleef.