ECLI:NL:RBNHO:2018:10301
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontneming van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling wegens verzwijging van een erfenis
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 november 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontneming van de schone lei van de schuldenares, die onder de schuldsaneringsregeling valt. De schuldenares had tijdens de looptijd van de regeling een erfenis ontvangen van haar overleden zuster, maar had dit verzwijgd voor de bewindvoerder. De rechtbank had eerder in een vonnis van 23 september 2014 de schuldsaneringsregeling uitgesproken en deze op 3 oktober 2017 beëindigd. De bewindvoerder verzocht op 5 juni 2018 om de schone lei te ontnemen, omdat de schuldenares niet had geïnformeerd over de omvang van de erfenis.
Tijdens een zitting op 14 augustus 2018 werd de schuldenares gehoord, maar zij weigerde informatie te verstrekken over de erfenis. De rechtbank heeft de beslissing aangehouden om de schuldenares in de gelegenheid te stellen een boedelbeschrijving te verkrijgen. Op 30 oktober 2018 handhaafde de bewindvoerder het verzoek, omdat de schuldenares nog steeds geen informatie had verstrekt en had gelogen over de ontvangst van de erfenis.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenares haar schuldeisers ernstig had benadeeld door gelden uit de nalatenschap te verzwijgen. De rechtbank concludeerde dat de schone lei moest worden ontnomen, omdat de schuldenares had getracht haar schuldeisers te benadelen door relevante informatie niet te verstrekken. De beslissing houdt in dat de schuldenares opnieuw aansprakelijk is voor haar schulden, die onder de schuldsaneringsregeling vielen.