Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- dagvaarding van 12 februari 2018 met producties E.1 – E.7;
2.De feiten
€ 200.000,00 lineair, € 200.000,00 aflossingsvrij en € 200.000,00 spaargroeihypotheek. De lening is verstrekt onder hoofdelijke aansprakelijkheid van [eiser] en [gedaagde] , en met hypothecaire zekerheid op [adres] te [woonplaats] ten behoeve van de bank, en de verplichting tot het aangaan van een overlijdensrisicoverzekering ad € 400.000,00 op het leven van [eiser] en van € 300.000,00 op het leven van [gedaagde] . Deze overlijdensrisicoverzekeringen maken deel uit van de zgn. ABN AMRO Spaargroeiverzekering die [eiser] en [gedaagde] hebben afgesloten.
“(…)VERZEKERING(…) De ABN AMRO Spaargroeiverzekering is een zogenaamde Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW). Met de uitkering uit de KEW dient u zowel bij overlijden als in leven zijn op de einddatum de (hypotheek-)schuld af te lossen.(…)
“(…) nemen in overweging dat:- partij 1[kantonrechter: [eiser] ]
eigenaar is van het registergoed [adres] te [woonplaats] ;(…)verklaren dat:(…)b. dat partij 2[kantonrechter: [gedaagde] ]
alles in het werk zal stellen om te voorkomen dat het registergoed van partij 1 zal worden uitgewonnen voor de schulden van partij 2 (…)”.
polis 1). De verzekering heeft een looptijd van 1 april 2006 tot 1 april 2036. De verzekering heeft een gegarandeerd eindkapitaal € 150.000,00 en keert bij eerder overlijden van [gedaagde] € 300.000,00 uit. De maandpremie bedraagt sinds 29 februari 2016 € 294,56. Het gespaarde vermogen bedroeg per 31 december 2017 € 37.493,29. Op de polis zijn de Algemene Voorwaarden Flexibele Levensverzekering, Spaargroeiverzekering en Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid van toepassing.
polis 2). De verzekering heeft een looptijd van 1 april 2006 tot 1 april 2036. De verzekering heeft een gegarandeerd eindkapitaal € 50.000 en keert bij eerder overlijden van [eiser] € 400.000,00 uit. De maandpremie bedraagt sinds 29 februari 2016
€ 226,21. Het gespaarde vermogen bedroeg per 31 december 2017 € 24.021,84. Op de polis zijn de Algemene Voorwaarden Flexibele Levensverzekering, Spaargroeiverzekering en Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid van toepassing.
In deze overeenkomst zijn partijen onder meer overeengekomen:
“Artikel 4(…)2. Premies van overlijdensrisicoverzekering (daaronder het risicodeel van een gemengde verzekering en een ongevallenverzekering begrepen) vallen niet onder de kosten van huishouding. (…) De begunstigde partij draagt de deswege verschuldigde of betaalde premies of koopsommen.3. Indien ter financiering van de door partijen gezamenlijk te bewonen woning (…) een geldlening is aangegaan, zal de rente worden gerekend tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.(…)
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
I. primair:a. [eiser] veroordeelt tot voldoening aan [gedaagde] van de helft van de overwaarde van de woning per 1 februari 2017;
b. verklaart voor recht dat de waarde van polis 1 en polis 2 per 1 februari 2017 bij helfte worden verdeeld;
II. subsidiair:a. [eiser] veroordeelt tot voldoening aan [gedaagde] van € 100.000,00, zijnde de helft van de aflossing van de hypotheek;
III. meer subsidiair:
Ter zitting heeft [gedaagde] haar tegenvordering omschreven onder II.a gewijzigd in ‘de helft van de waarde van de aflossing op de eigenwoning hypotheek gedurende het bestaan van de relatie’.
5.Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
7.De beslissing
- de afkoop van polis 1 door de verzekeraar aan [eiser] ;
polis 1 kan worden afgekocht en uitgekeerd ten behoeve van [eiser] ;
polis 2 kan worden afgekocht en uitgekeerd ten behoeve van [gedaagde] ;