ECLI:NL:RBNHO:2018:10646

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2018
Publicatiedatum
6 december 2018
Zaaknummer
15.109025-16 en 15.189356-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verspreiding van seksuele afbeeldingen en bedreiging via sociale media

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 6 december 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden van seksuele afbeeldingen van zijn ex-vriendin, die op het moment van de feiten 15 jaar oud was. Gedurende een periode van negen maanden heeft de verdachte via WhatsApp en Instagram seksuele afbeeldingen van het slachtoffer verspreid, waarbij hij ook bedreigingen heeft geuit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk dreigende berichten heeft verstuurd naar een derde, en dat hij de eer en goede naam van het slachtoffer heeft aangetast door naaktfoto's en seksueel getinte teksten te plaatsen op een Instagram-account dat hij had aangemaakt. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 58 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 140 uren. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder contact met de reclassering en een behandeling indien nodig. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van € 1.505,38 aan immateriële schade. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenwoordigheid van de officier van justitie en de raadsman van de verdachte, waarbij de verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van enkele feiten, maar de rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.109025-16 en 15.189356-17 (P)
Uitspraakdatum: 6 december 2018
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 november 2018 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres ( [adres] .
De politierechter heeft de zaak onder het parketnummer 15.10902516 naar deze kamer verwezen.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.G.T. Kramer en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.M.J. Nuijten, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
parketnummer 15.109025-16:
1.
hij op of omstreeks 11 februari 2016 te Haarlem en/of Zwanenburg, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (middels bericht(en) via Instagram en/of de vader van die [slachtoffer 1] ) de woorden toegevoegd:
- 'Is goed jou Kkr Zoon gaat eraan hij moet echt heel goed om zich heen kijken vriend' en/of
- 'Ik Zal je zoon niet alleen naar buiten laten gaan. Je gaat hem ergens dood vinden';
2.
hij in of omstreeks de periode van 13 februari 2016 tot en met 16 februari 2016 te Haarlem en/of Zwanenburg, althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand door telastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door:
- een Instagram account aan te maken met de naam [naam account] en/of
- (hierop) naaktfoto's, althans seksueel getinte foto's, van die [slachtoffer 2] te plaatsen (op Instagram) en/of
- (hierbij) de teksten te plaatsen: 'Wil graag geneukt worden door iedereen' en/of 'Ben zo geil woon in [woonplaats] me adres is [adres] kom maar langs als je zin heb' en/of 'Geile tieten of neit. Wil je me neuken hier heb je me nummer [telefoonnummer] ' en/of 'Wie wilt neuken ik neuk graag voor pakje peuken',
terwijl verdachte wist dat dit telaste gelegde feit in strijd met de waarheid was;
3.
hij in of omstreeks de periode van 29 februari 2016 tot en met 5 april 2016 te Haarlem en/of Zwanenburg, althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand door telastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door:
- een Instagram account aan te maken met de naam [naam account] en/of
- (hierop) naaktfoto's, althans seksueel getinte foto's, van die [slachtoffer 2] te plaatsen (op Instagram) en/of
- (hierbij) de teksten te plaatsen: 'Ik hou van zonnen zonder shirt en bh ik ben zo geil ik kan niet wachten op een boy neuk me kkr hard tot ik niet meer kan lopen',
terwijl verdachte wist dat dit telaste gelegde feit in strijd met de waarheid was;
4.
hij op of omstreeks 10 april 2016 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een hoeveelheid van ongeveer 20 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
parketnummer 15.189356-17:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 mei 2016 tot en met 19 januari 2017 te Zwanenburg en/of Vijfhuizen en/of Haarlem en/of (elders in) Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) afbeelding(en), te weten foto's en/of een video, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid (door het (telkens) via Whatsappbericht(en) verzenden van voornoemde afbeelding(en) naar een ander en/of via Whatsappbericht(en) binnen een Whatsappgroep met de naam [naam account] ') en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] zoals weergegeven op pagina 49-50 van het proces-verbaal),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf
een gewoonteheeft gemaakt.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder beide parketnummers ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de feiten 1, 2 en 3 (parketnummer 15.109025-16) en het ten laste gelegde feit onder parketnummer 15.189356-17. Feit 4 (parketnummer 15.109025-16) kan, nu verdachte dit feit heeft bekend en overigens voor dit feit wettig en overtuigend bewijs aanwezig is, wel bewezen worden verklaard.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder de parketnummers 15.109025-16 en 15.189356-17 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2.
Bewijsmotivering ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 (parketnummer 15.109025-16) en het ten laste gelegde onder parketnummer 15.189356-17:
De raadsman heeft naar voren gebracht, dat andere personen de foto’s en berichten hebben kunnen sturen. Er is immers geen onderzoek naar de telefoon van verdachte waaruit blijkt dat daar kinderpornografische foto’s van aangeefster op staan. Bovendien bestaat de technische mogelijkheid dat het lijkt alsof iets van een bepaald(e) telefoon(nummer) is verzonden, terwijl dit mogelijk van een ander(e) telefoon(nummer) afkomstig is.
Ten aanzien van deze, overigens niet nader in concreto onderbouwde, stelling overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de betreffende accounts [naam account] , [naam account] en [naam account] zijn aangemaakt op het IP-adres van de moeder van verdachte. Vanaf de accounts [naam account] en [naam account] zijn - een aantal uren nadat deze waren aangemaakt - de onder feit 1 respectievelijk feit 3 in de bewezenverklaarde berichten respectievelijk foto’s verzonden dan wel geplaatst. Voorts heeft verdachte zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat ‘zij ook foto’s heeft geplaatst’. Dat laatste valt naar het oordeel van de rechtbank niet anders op te vatten dat verdachte zelf dus ‘ook’ foto’s heeft geplaatst. Gelet op het dossier en hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht acht de rechtbank het hoogst onaannemelijk dat er een ander dan verdachte is geweest die op verschillende momenten toegang had tot het IP adres van de moeder van verdachte en die reden had om de accounts aan te maken en de foto’s van aangeefster te plaatsen en dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. Dat er geen onderzoek naar de telefoon en tablet van de verdachte voorhanden is dat uitwijst dat op de telefoon en tablet van verdachte kinderpornografische foto’s van aangeefster zijn aangetroffen doet aan het bovenstaande niet af, nu beide apparaten niet konden worden onderzocht, omdat verdachte niet bereid was de wachtwoorden daarvoor aan de politie te geven.
Gelet hierop en in aanmerking genomen de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte de bewezenverklaarde foto’s en berichten heeft verzonden, dan wel toegevoegd, dan wel geplaatst en acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder de parketnummers 15.109025-16 en 15.189356-17 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
parketnummer 15.109025-16:
1.
hij op 11 februari 2016 te Haarlem en/of Zwanenburg, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (middels berichten via Instagram en/of de vader van die [slachtoffer 1] ) de woorden toegevoegd:
- 'Is goed jou Kkr Zoon gaat eraan hij moet echt heel goed om zich heen kijken vriend' en
- 'Ik Zal je zoon niet alleen naar buiten laten gaan. Je gaat hem ergens dood vinden';
2.
hij in de periode van 13 februari 2016 tot en met 16 februari 2016 te Haarlem en/of Zwanenburg, opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door:
- een Instagram account aan te maken met de naam [naam account] en
- (hierop) naaktfoto's, althans seksueel getinte foto's, van die [slachtoffer 2] te plaatsen (op Instagram) en
- (hierbij) de teksten te plaatsen: 'Wil graag geneukt worden door iedereen' en/of 'Ben zo geil woon in [woonplaats] me adres is [adres] kom maar langs als je zin heb' en/of 'Geile tieten of niet. Wil je me neuken hier heb je me nummer [telefoonnummer] ' en 'Wie wilt neuken ik neuk graag voor pakje peuken',
terwijl verdachte wist dat dit ten laste gelegde feit in strijd met de waarheid was;
3.
hij in de periode van 29 februari 2016 tot en met 5 april 2016 te Haarlem en/of Zwanenburg, opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door:
- een Instagram account aan te maken met de naam [naam account] en
- (hierop) naaktfoto's, althans seksueel getinte foto's, van die [slachtoffer 2] te plaatsen (op Instagram) en
- (hierbij) de teksten te plaatsen: 'Ik hou van zonnen zonder shirt en bh ik ben zo geil ik kan niet wachten op een boy neuk me kkr hard tot ik niet meer kan lopen',
terwijl verdachte wist dat dit ten laste gelegde feit in strijd met de waarheid was;
4.
hij op 10 april 2016 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een hoeveelheid van ongeveer 20 hennepplanten.
parketnummer 15.189356-17:
hij op tijdstippen in de periode van 13 mei 2016 tot en met 19 januari 2017 te Zwanenburg en/of Vijfhuizen en/of Haarlem, meermalen, telkens (een) afbeelding(en), te weten foto's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid door het telkens via WhatsAppberichten verzenden van voornoemde afbeelding(en) naar een ander en/of via WhatsAppberichten binnen een WhatsAppgroep met de naam [naam account] ' en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] zoals weergegeven op pagina 49-50 van het proces-verbaal),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf
een gewoonteheeft gemaakt.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 tot en met 4 (parketnummer 15.109025-16) en onder parketnummer 15.189356-17 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 15.109025-16:
1. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

2. Smaad;

3. Smaad;

4. Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
parketnummer 15.189356-17:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, een proeftijd van twee jaren en onder de bijzondere voorwaarden dat verdachte contact met de reclassering onderhoudt en een behandeling ondergaat indien de reclassering dit noodzakelijk acht. Tevens heeft de officier van justitie een taakstraf gevorderd voor de duur van 140 uren, bij het niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 70 dagen hechtenis.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering benadeelde partij tot een bedrag van € 2.505,38 dient te worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente. Ten aanzien van de in beslag genomen iPhone en iPad heeft de officier van justitie verzocht om deze te onttrekken aan het verkeer.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat – mocht de rechtbank tot enige bewezenverklaring komen – een onvoorwaardelijke straf niet aan de orde is, gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte, het feit dat de verdachte een kwetsbare adolescent is en omdat artikel 63 Sr van toepassing is.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en de namens de Reclassering Nederland uitgebrachte rapporten van 2 augustus 2016 en 22 oktober 2018 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in een periode van negen maanden schuldig gemaakt aan het verspreiden van seksuele afbeeldingen van zijn ex-vriendin – die toen 15 jaar oud was – via WhatsAppberichten onder meer binnen een WhatsAppgroep. Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan smaad door twee Instagramaccounts aan te maken met daarop seksueel getinte foto’s van zijn ex-vriendin en daarbij teksten geplaatst waarin haar telefoonnummer en huisadres stonden. Slachtoffers van dergelijke feiten kunnen gedurende geruime tijd hier de nadelige gevolgen van ondervinden, hetgeen ook is gebleken uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring.
Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging en aan het aanwezig hebben van 21 hennepplanten.
De rechtbank heeft kennis genomen van de over verdachte uitgebrachte reclasserings-rapporten, gedateerd respectievelijk 2 augustus 2016, opgemaakt door [reclasseringswerker] en 22 oktober 2018, opgemaakt door [reclasseringswerker] , reclasseringswerkers bij de Reclassering Nederland. De reclassering heeft een beeld van een man met een verstandelijke en emotionele beperking en een belaste voorgeschiedenis die onmachtig lijkt te zijn met zijn problemen om te gaan en zijn wensen voor de toekomst op het gebied van opleiding en werk te realiseren. Zowel in de contacten met de reclassering in 2016 als in 2018 is verdachte ontkennend geweest ten aanzien van het tenlastegelegde. De reclassering stelt dat verdiepingsdiagnostiek nodig is om meer zicht te krijgen op de (on)mogelijkheden van verdachte om een passend plan van aanpak op te kunnen stellen, maar dat is niet haalbaar gebleken. De reclassering stelt in zijn algemeenheid dat de voorgeschiedenis van verdachte, zijn beperkte vaardigheden, de veelheid van problemen op praktisch gebied en het gebrek aan een positief ondersteunend netwerk recidive-verhogend zijn.
Alles afwegende is de rechtbank, gelet op de jonge leeftijd van verdachte en zijn belaste voorgeschiedenis, van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd, bestaande uit een kort onvoorwaardelijk deel en een voorwaardelijk deel opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van de proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank zal daarbij bijzondere voorwaarden, zoals hieronder opgenomen en waarvan de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard hieraan mee te zullen werken, opleggen.
De rechtbank acht tevens een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren passend.
6.4
Vermogensmaatregel
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een iPad en een iPhone, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting en de gebezigde bewijsmiddelen is gebleken dat de bewezenverklaarde feiten onder 3.4 met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 2.805,38 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 15.109025-16 en het onder parketnummer 15.189356-17 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 5,38 aan reiskosten en
€ 2.800,- aan immateriële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit voornoemde bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
€ 1.500,- komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. Deze immateriële schade vloeit rechtsreeks voort uit de bewezenverklaarde feiten terwijl ten aanzien van de hoogte van die schade, anders dan het standpunt dat de vordering moet worden afgewezen in geval van vrijspraken voor de relevante feiten, geen verweer is gevoerd. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1, 2 en 3 (parketnummer 15.109025-16) en onder parketnummer 15.189356-17 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: smaad en verspreiding van seksuele afbeeldingen] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36c, 36f, 57, 63, 240b, 261 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
3 en 11 van de Opiumwet.

9.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 (parketnummer 15.109025-16) en onder parketnummer 15.189356-.17 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 (parketnummer 15.109025-16) en onder parketnummer 15.189356-.17 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de onder 3.4 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4 vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
zestig (60) dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot achtenvijftig (58) dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
-zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
-medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd van twee jaren contact zal onderhouden met de Reclassering Nederland, zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd van twee jaren meewerkt aan diagnostiek door de reclassering of een daartoe door de reclassering aangewezen instelling en – indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht – aan behandeling;
geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt verdachte tot het verrichten van
honderdveertig (140) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door zeventig (70) dagen hechtenis;
onttrekt aan het verkeer:
  • 1 stk telefoontoestel (iPhone);
  • 1 stk gegevensdrager (iPad);
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.505,38, bestaande uit € 5,38 als vergoeding voor de materiële schade en € 1.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.505,38, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
vijfentwintig (25) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.A.M. van der Heijden, voorzitter,
mr. C.E. Voskens en mr. T. de Bont, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier D.L. Meyer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 december 2018.
Mr. De Bont is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlagebij het vonnis van 6 december 2018 in de strafzaak tegen verdachte [verdachte]
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal van politie is – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
De inhoud van de in deze bijlage opgenomen bewijsmiddelen wordt verkort en zakelijk weergegeven.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat ten aanzien van het onder 3.4 bewezenverklaarde feit in parketnummer 15.109025-16, feit 4, sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet daarop zal voor dit feit worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen op grond waarvan de rechtbank tot een bewezenverklaring is gekomen.
parketnummer 15.189356-.17:
Een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (pagina 41-46) van 21 oktober 2016. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant [verbalisant] :
De telefoon van [persoon] , met digitale gegevens is op donderdag 19 mei 2016 voor nader
onderzoek aangeboden aan verbalisant [verbalisant] . Na verricht onderzoek zijn (kopieën van) de in deze telefoon aanwezige kinderpornografische afbeeldingen en WhatsApp gesprek tussen [persoon] en verdachte [verdachte] ter beoordeling aan mij, verbalisant, aangeboden.
De telefoon van [persoon] , met digitale gegevens is op donderdag 18 augustus 2016 voor nader onderzoek aangeboden aan de afdeling digitale opsporing van de eenheid Noord-Holland. Na verricht onderzoek is een kopie (logische extractie) van de gehele telefoon ter beoordeling aan mij, verbalisant, aangeboden.
Vanaf vrijdag 21 oktober 2016 heb ik, verbalisant, een nader onderzoek ingesteld naar het
aangetroffen materiaal. Ik, verbalisant, heb mij gericht op het WhatsApp gesprek tussen [persoon] en [verdachte] en de daarin verstuurde afbeeldingen. Daarnaast heb ik gekeken naar het WhatsApp gesprek tussen [persoon] en [verdachte] en de daarin verstuurde afbeeldingen.
Door de digitale recherche is een cd-rom aangeleverd met daarop de afbeeldingen van de telefoon van [persoon] . Ik zag dat er 13 foto's op de cd-rom stonden, waarvan ik alle foto’s als kinderpornografisch materiaal beoordeel.
Tevens trof ik een WhatsApp gesprek tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [persoon] ) en
[telefoonnummer] ( [verdachte] ) aan. Uit dit WhatsApp gesprek komt naar voren dat [verdachte] op 5-4-2016 09:42:11 (UTC+0) 3 afbeeldingen naar [persoon] toestuurt via de applicatie WhatsApp. Dit zijn 3 afbeeldingen van een instagrampagina waar de naaktfoto’s van [slachtoffer 2] op te zien zijn.
Hij zegt tegen [persoon] het volgende: “Volg dit account ff pik”
Op 13-5-2016 18:03:05 (UTC+0) zegt [verdachte] tegen [persoon] het volgende: “Ey wit je nieuwe foto’s van [slachtoffer 2] naakt heb ze ook van iemand anders gehad."
Hierop wordt door [persoon] geantwoord: “Ja is goed."
Vervolgens stuurt [verdachte] 11 afbeeldingen naar [persoon] toe via de applicatie WhatsApp. Dit betreffen allemaal kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 2] . Een dezelfde foto wordt twee maal verstuurd, vandaar dat het 11 afbeeldingen zijn.
Over de 13 kinderpornografische foto’s merk ik, verbalisant, het volgende op:
De foto’s zijn allen genomen door de persoon op de foto zelf, een zogenoemde “selfie”.
Er is 1 foto van [slachtoffer 2] te zien, waarop haar gezicht en blote borsten zichtbaar zijn. Ik zie dat [slachtoffer 2] zwoel de camera inkijkt. Ik zie dat [slachtoffer 2] een schuimachtige substantie tussen haar mond en neus heeft zitten. Ik zie dat de tekst “snor” bij de afbeelding staat geschreven. Hiervoor verwijs ik naar foto 7 van toonmap III.
Daarnaast is er 1 foto te zien waarbij er een selfie door [slachtoffer 2] is genomen. De achtergrond is
gelijkend op die van een badkamer. Op de foto is een gedeelte van haar gezicht te zien en de
nadruk van de foto ligt op haar blote borsten.
Verder zie ik 4 foto’s waarbij enkel een vagina te zien is. De foto’s zijn volledig ingezoomd op een vagina. [slachtoffer 2] heeft in haar aangifte verklaart dat het om haar vagina gaat. Hiervoor verwijs ik naar foto 8 van toonmap III.
Er zijn tevens 4 foto’s van selfies van [slachtoffer 2] waarbij haar gezicht en bovenlichaam zichtbaar zijn. Ik zie dat [slachtoffer 2] op de foto’s zwoel in de camera kijkt en een roze kleurige BH draagt. De nadruk van de foto’s ligt op de borsten van [slachtoffer 2] , aangezien er op haar borsten is ingezoomd. Dit geeft een onmiskenbare seksuele lading aan de foto. Hiervoor verwijs ik naar foto 9 en 10 van toonmap III.
Tot slot zie ik op 3 foto’s een screenshot van een Instagrampagina, “ [naam account] ”
Op deze Instagrampagina zijn meerdere naaktfoto’s te zien. Ik herken de persoon op de foto’s als zijnde [slachtoffer 2] . Ik zie namelijk haar hoofd en borsten op enkele foto’s en een aantal foto’s zijn gelijk aan de foto’s die ik eerder heb gezien. Uit het proces-verbaal aangifte blijkt ook dat [slachtoffer 2] bevestigt dat zij degene is op de foto’s. Voor een weergave van de foto verwijs ik naar foto 6 van toonmap III.
Door de digitale recherche is een cd-rom aangeleverd met daarop een kopie van de gehele telefoon van [persoon] . Ik, verbalisant, heb naar de WhatsAppgesprekken van [persoon] bekeken. Ik zag twee WhatsAppgesprekken die mijn aandacht trokken. Ik zag namelijk een gesprek met een telefoonnummer [telefoonnummer] en een gesprek met moeder [slachtoffer 2] .
Het is mij, verbalisant, bekend dat [verdachte] gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit wordt door zowel [persoon] als [slachtoffer 2] verklaard. Daarnaast heb ik dit telefoonnummer ook gezien in de telefoon van [persoon] .
Gesprek [telefoonnummer] Ik zag in het WhatsApp gesprek dat er op 14 augustus 2016 tussen 09:59 PM en 10:01 PM, 45 afbeeldingen door het telefoonnummer [telefoonnummer] worden verstuurd via de applicatie WhatsApp naar [persoon] . Dit zijn allen foto’s van [slachtoffer 2] . Van de 45 foto’s die zijn verstuurd, beoordeel ik 42 foto’s als kinderpornografisch materiaal. Over de 42 kinderpornografische foto’s merk ik, verbalisant, het volgende op.
De foto’s zijn allen genomen door de persoon op de foto zelf, een zogenoemde “selfie”.
De foto’s komen overeen met de foto’s die ik eerder heb omschreven bij de telefoon van [persoon] . Ik zie op de foto’s dat [slachtoffer 2] geposeerd in de camera kijkt. Op de foto’s is te zien dat zij foto’s maakt van haar borsten, vagina en billen. De nadruk wordt hier opgelegd, omdat enkel de (blote) borsten en vagina te zien zijn op de foto’s. Op enkele foto’s is te zien dat [slachtoffer 2] haar hand op haar vagina heeft. Tevens heb ik meerdere foto’s aan getroffen waarin [slachtoffer 2] te zien is in een roze kleurige BH. Op de foto’s zijn enkel haar borsten te zien en een gedeelte van haar hoofd. De foto heeft een onmiskenbare seksuele lading, doordat er is ingezoomd op de borsten
De collectie aangetroffen kinderpornografische foto’s van de telefoon van [persoon] komen
gedeeltelijk overeen met de aangetroffen kinderpornografische foto’s van de telefoon van [persoon]
.
Een schriftelijke bescheid, te weten de als bijlage bij het proces-verbaal van 21 oktober 2016, gevoegde weergave van het WhatsApp-gesprek tussen [persoon] en [verdachte] , waarbij onder meer de volgende ‘jpg-nummers’ worden genoemd:
p. 49: “ [bestandsnaam] ” en “ [bestandsnaam]

” en op p. 49-50 “ [bestandsnaam] ”.

Een proces-verbaal van bevindingen (pagina 62/63) van 29 januari 2017. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
Op vrijdag 20 januari 2017 omstreeks 14.25 uur had ik telefonisch contact met de
melder, [persoon] . Ik kreeg te horen dat [persoon] in een WhatsApp groep was gekomen met onder andere ene [verdachte] en [slachtoffer 2] . Ik hoorde [persoon] zeggen dat er naaktfoto's in verzonden waren. Ik hoorde [persoon] zeggen dat ene [verdachte] deze foto's verzonden had en dat de foto's van [slachtoffer 2] waren. Ik hoorde [persoon] zeggen dat deze [verdachte] dit al vaker gedaan had en dat het zou gaan om kinderporno, omdat [slachtoffer 2] destijds 14 jaar oud was en nu ongeveer 16 jaar oud. Ik hoorde [persoon] zeggen dat [verdachte] ongeveer 21 jaar oud was. Ik vroeg aan [persoon] om screenshots te maken van de WhatsAppgesprekken en foto's in deze appgroep, zodat wij wat bewijs zouden hebben van bedreigingen en het verspreiden van kinderporno. Ik hoorde [persoon] zeggen dat hij dat zou doen en dat hij mij deze screenshots zou toezenden via de WhatsApp. Op vrijdag 20 januari 2017 te 15.13 uur ontving ik van telefoonnummer [telefoonnummer] ( [persoon] ) de contact gegevens van [verdachte] en daarbij ook de naam die deze [verdachte] had in de
WhatsApp groep. Ik zag dat de naam die [verdachte] had in de WhatsApp ' [naam account] ' betrof en dat het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer] daarbij hoorde. Op maandag 23 januari 2017 omstreeks 13.40 uur was ik weer aan het werk en zette ik mijn dienst telefoon aan. Ik zag dat ik meerdere WhatsApp berichten had ontvangen van [persoon] . Ik zag dat [persoon] mij nog een aantal screenshots had verzonden van de appgroep [naam account] '. Ik zag dat er wat dreigementen waren verzonden door [verdachte] , alias [naam account] . Ik zag dat [persoon] mij ook de afbeeldingen had verzonden van de naaktfoto's die door [verdachte] waren verzonden in de appgroep. Op deze foto's zou [slachtoffer 2] afgebeeld staan. Na onderzoek bleken deze afbeeldingen te zijn van [slachtoffer 2] . Op afbeeldingen 7 tot en met 17 van de bijgevoegde fotobijlage onder nummer 2017014459-3 staan afbeeldingen weergegeven van een meisje welke meer dan vermoedelijk [slachtoffer 2] betreft. De afbeeldingen hebben een seksuele lading. Op deze afbeeldingen staat een meisje afgebeeld gekleed in alleen ondergoed, naakt bovenlichaam waarbij de borsten geheel zichtbaar zijn en geheel ontkleed waarbij de behaarde schaamstreek zichtbaar is. Op afbeelding 18 van de bijgevoegde fotobijlage onder nummer 2017014459-3 is te lezen dat [persoon] 'en dat heet nou in het bezit zijn van kinderporno (smiley met knipoog) dankje wel deze bewijs moesten we nog ff hebben' verstuurd. Hierop is te lezen dat [naam account] 'OK' en 'Boeit me geen kkr' antwoord.
Een proces-verbaal van aangifte (pagina 15-25). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 7 september 2016 door aangeefster [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Ik heb nu ruim een jaar veel problemen op school, omdat er naaktfoto’s van mij worden
rondgestuurd. Ik heb naaktfoto’s naar [verdachte] gestuurd en [verdachte] heeft mij ook naaktfoto’s gestuurd. Sommige foto’s heb ik op mijn telefoon gelaten en die heeft [verdachte] later zelf doorgestuurd naar zijn eigen telefoon.
[verdachte] zei dat hij de foto’s zou verwijderen, ik wilde niet dat hij die zou doorsturen. Toen ik zijn verborgen apps bekeek zag ik een app genaamd ‘app-lock” staan. Ik kon daar niet in. Ik dacht dat daar geen foto’s in konden staan. Later bleek dat dit wel kon en in die tijd heeft [verdachte] die naaktfoto’s van mij dus op zijn laptop en tablet gezet. Wij hadden sinds 19 april 2015 een relatie en die heeft ongeveer een jaar geduurd. Ik heb de eerste naaktfoto’s rond juni/juli 2015 gestuurd. De eerste keer dat [verdachte] foto’s online heeft gezet was op 12 februari 2016. Deze foto’s heb ik zelf gemaakt. Ik heb sommige foto’s ook gemaakt omdat ik bang was van hem. [verdachte] zei dat hij naaktfoto’s van mij had en als ik niet nog meer zou sturen, dat hij de foto’s dan online zou zetten. [verdachte] heeft de afbeeldingen via Instagram en WhatsApp verspreid. Via [persoon] kreeg ik te horen dat er weer naaktfoto’s van mij verspreid werden door [verdachte] via WhatsApp. [verdachte] heeft die naaktfoto’s naar [persoon] gestuurd.
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 80-93). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 8 februari 2017 door verdachte ten overstaan van verbalisant(en) afgelegde verklaring:
Ik maak gebruik van een iPhone 6 met het telefoonnummer [telefoonnummer] en het abonnement staat op naam van mijn vader. Ik maak ook gebruik van een tablet. Ik leen mijn telefoon niet uit. Ik maak gebruik van Facebook, Snapchat, Instagram en WhatsApp. In 2014 heb ik een jaar een relatie met [slachtoffer 2] gehad. Zij was toen 14 jaar en ik 17 jaar oud. Ik heb naaktfoto’s van [slachtoffer 2] in het groepsgesprek [naam account] doorgestuurd die nog op mijn telefoon stonden. Er staan nog kinderpornografische foto’s op mijn telefoon, maar ik wil mijn telefoon niet kwijt. Ik noem mijzelf “ [naam account] ” .
Een proces-verbaal van verhoor (Map 10, rechter-commissaris). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 april 2018 door getuige [getuige 1] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, afgelegde verklaring:
U houdt mij voor dat ik heb verklaard (Rechtbank: verklaring [getuige 1] p. 32-33, bewijsmiddel zoals hierna opgenomen) dat ik naaktfoto’s van [slachtoffer 2] heb ontvangen en u vraagt mij van wie ik die foto’s heb ontvangen. Ik heb die foto's van [verdachte] gekregen. Ik kreeg ze binnen op mijn telefoon en ze waren door hem doorgestuurd. Hij had ze op zijn telefoon staan. Dat heb ik gezien. Hij heeft die foto’s aan mij laten zien, voordat hij ze naar mij toe stuurde. De foto’s die ik toegestuurd kreeg, waren dezelfde foto’s die ik op zijn telefoon had gezien. Ze zijn via WhatsApp naar mij toe gestuurd. Er was ook een account op Instagram waar foto’s van [slachtoffer 2] op stonden. Ik heb gehoord dat [verdachte] dat account heeft gemaakt, maar ik weet niet van wie ik dat hoorde. Er stonden alleen foto’s van [slachtoffer 2] op.
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 28). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 17 augustus 2016 door getuige [getuige 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Ik kreeg die naaktfoto’s van [slachtoffer 2] binnen via de WhatsApp op mijn iPhone 6. Het waren 45 foto’s. Die afbeelden waren afkomstig van [verdachte] omdat het zijn telefoonnummer is. Mijn moeder heeft gebeld naar het nummer en de persoon aan de telefoon zei dat hij [verdachte] was. Daarna zijn we naar [slachtoffer 2] gegaan en de moeder van [slachtoffer 2] herkende het nummer ook.
Een proces-verbaal van verhoor (Map 10, rechter-commissaris). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 29 juni 2018 door getuige [getuige 2] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, afgelegde verklaring:
Ik was met [persoon] aan het bellen, via Skype. [verdachte] was daarbij. [persoon] en [verdachte] begonnen over naaktfoto’s. [verdachte] zei: “Ik heb naaktfoto’s van [slachtoffer 2] , moet je ze zien?”. Ik zei: “Houd ze lekker voor je, ik hoef mijn vriendin niet op een naaktfoto te zien”. Toen gaf [persoon] mijn telefoonnummer aan [verdachte] en kreeg ik alle foto’s van [verdachte] binnen. Hij zei: “Hier nu heb je ze allemaal”. Hij zei dit op het moment dat ik de foto’s nog niet binnen had. Toen zij binnenkwamen had ik al opgehangen. Ik heb gelijk mijn moeder geroepen.
parketnummer 15.109025-.16:
Ten aanzien van feit 1:
Een proces-verbaal van aangifte (pagina 11-12). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 11 februari 2016 door aangever [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
"Op donderdag 11 februari 2016, omstreeks 22:08 uur, was ik thuis op mijn kamer te [woonplaats] . Ik zag dat ik via Instagram een berichtje had gekregen van het account : [naam account]
Ik wist niet wat dit was dus opende ik het berichtje. Ik zag dat er stond : "Ey jij kent mij niet maar je hebt een heel heel groot probleem vriend ik zou je op pik en ja wees maar bang ik weet waar je woont vriend".
Ik wist niet wie dit was en vervolgens kreeg ik meerdere berichten in mijn inbox van deze persoon. Ik vroeg hem vervolgens wie hij was maar hij wilde dit niet zeggen. Vervolgens ben ik naar mijn vader, [getuige 3] , gelopen om te laten zien wat voor berichten ik had gekregen. Mijn vader heeft vervolgens het gesprek overgenomen. Ik zat op dit moment naast mijn vader. Ik zag dat hij stuurde dat hij mijn vader was. Na wat berichten heen en weer gestuurd te hebben zag ik dat [naam account] stuurde : "Is goed jou Kkr Zoon gaat eraan hij moet echt heel goed om zich heen gaan kijken vriend. Ik pak jou er bij Kkr sukkel. Ik sweer vriend ik schiet je kapot. Ik Zal je zoon niet alleen naar buiten laten gaan. Je gaat hem ergens dood vinden".
Ik heb een vriendin, [slachtoffer 2] , ik ken haar van sporten en zij heeft problemen met een jongen, maar met wie wist ik niet.
Een proces-verbaal van verhoor (Map 10, rechter-commissaris). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 17 november 2016 door getuige [getuige 3] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, afgelegde verklaring:
Over de avond van 11 februari 2016 kan ik u het volgende vertellen. Ik was thuis, ik zat te gamen. Mijn zoon [slachtoffer 1] kwam thuis na het trainen (taekwondo) met het meisje om wie het allemaal begonnen is, [slachtoffer 2] . Nadat hij thuis kwam, ging [slachtoffer 1] op zijn kamer zitten. Na ongeveer een half uur kwam hij beneden en toonde hij mij berichten op zijn telefoon met doodsbedreigingen. Ik heb vervolgens het gesprek op de telefoon overgenomen en dingen gezegd in de trant van: ik weet niet wie je bent en waar je mee bezig bent, maar stop hiermee. Vervolgens werd ik zelf ook bedreigd.
Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen (map procesdossier, los gevoegd) van 7 februari 2017. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
Middels een 126N, aanvraag vordering verstrekking historische verkeersgegevens internet, heb ik de loggegevens gevorderd waarmee is ingelogd bij het Instagram account [naam account] van de periode 11 februari 2016 van 00.01 uur tot en met 15 april 2016 tot 23.59 uur.
Op 11-02-2016 te 18.17.34 uur is het Instagram account geregistreerd vanaf het IP
adres
[IP adres] .Het email adres waarmee geregistreerd is [email adres] .
(...)
Op 16 maart 2016 is het IP adres door [verbalisant] , brigadier van politie Noord-Holland met een 126NA bevraagd. Het IP adres is geregistreerd bij:
[persoon]
,
wonende [adres] .
Schriftelijke bescheiden, te weten afdrukken van screenshots (pagina 16 en 20):
‘ [naam account]
‘is goed jou Kkr Zoon gaat eraan hij moet echt heel goed om zich heen kijken vriend’
‘Ik Zal je zoon niet alleen naar buiten laten gaan’
‘Je gaat hem ergens dood vinden’
Een proces-verbaal van verhoor PL1100–2016080061–9. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 11 april 2016 door [persoon] – in de hoedanigheid van verdachte – ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Ik sta ingeschreven in [adres] . Ik woon daar al 18 jaar. Mijn zoon
(rechtbank:
de verdachte)komt af en toe langs.
Een proces-verbaal van verhoor PL1100–2016080061–7. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 10 april 2016 door de getuige [getuige 4] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Op donderdag 7 aapril 2017 was ik in de woning van mijn ouders aan de [adres] . [verdachte] is mijn hele leven mijn buurjongen geweest. Hij staat niet ingeschreven op nummer [adres] , maar is daar bijna dagelijks.
parketnummer 15.109025-16:
Ten aanzien van feiten 2 en 3:
Een proces-verbaal van aangifte (pagina 30-31). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 februari 2016 door aangeefster [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
Op zaterdag 13 februari 2016 kreeg ik via een vriendin een WhatsApp. In dit bericht schreef zij dat er een fake account aangemaakt zou zijn op Instagram. Dit account zou [naam account] zijn en er zouden foto’s van mij op geplaatst zijn. Ze heeft mij hiervan ook screenshots gestuurd. Ik heb gelijk samen met mijn moeder dit account opgezocht op Instagram. We zagen dat het account openbaar was en niet bestemd was voor een besloten groep. Ik zag dat er 4 foto's op dit profiel waren geplaatst. Dit waren hoofdzakelijk pikante en naaktfoto's. Ik herkende alle foto's. Deze foto's had ik zelf gemaakt. Dit waren zogenaamde selfies. Onder de foto's stonden de volgende teksten:
- 'Wil graag geneukt worden door iedereen'
- 'Ben zo geil woon in [woonplaats] me aderes is [adres] kom maar langs als je zin heb'
- 'Geile tieten of niet. Wil je me neuken hier heb je me nummer [telefoonnummer] '
- 'Wie wilt neuken ik neuk graag voor pakje peuken'
Ik heb deze foto's alleen aan mijn ex-vriendje [verdachte] doorgestuurd via WhatsApp. Dit was rond de zomer van 2015. Ik heb deze foto's toen gemaakt op verzoek van [verdachte] .
Ik heb meer foto's aan [verdachte] verstuurd die seksueel getint waren. Deze heb ik ook alleen aan hem gestuurd. Het is zeer waarschijnlijk dat hij die foto's ook nog heeft. [verdachte] heeft deze telefoon niet meer in zijn bezit. Deze is in beslag genomen door de politie. Ik heb dus een relatie gehad met [verdachte] . We kregen 19 mei 2015 verkering met elkaar.
Een proces-verbaal van aangifte (pagina 52-53). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 14 april 2016 door aangeefster [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
Op dinsdag 05 april 2016, kreeg ik van een vriendin van mij een bericht dat er een
account op Instagram was aangemaakt, waar een foto van mij op stond. Het account had
de naam [naam account] _. De foto herken ik als een selfie die ik heb gemaakt en naar mijn ex-vriendje had gestuurd. Als onderschrift staat de volgende tekst: "Ik hou van zonnen zonder shirt en bh ik ben zo geil ik kan niet wachten op een boy neuk me kkr hard tot ik niet meer kan lopen"
Ik heb gelijk samen met mijn moeder dit account opgezocht op Instagram. We zagen dat
het account inmiddels niet meer beschikbaar was. Ik heb een printscreen gekregen van deze vriendin. Ik zal de betreffende printscreen met de tekst aan u geven om bij de aangifte te voegen.
Zoals eerder al gezegd was dit een foto die ik zelf heb gemaakt en enkel aan mijn
ex-vriendje had gestuurd via WhatsApp.
Een schriftelijk bescheid, te weten een Law Inforcement Information Request van Instagram (pagina 40-41):
Instagram account [naam account]
Information requested
Registration details Instagram account. Name and ip-adress user.
(…)
Registration IP
[IP adres]
Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen (map procesdossier, los gevoegd) van 7 februari 2017. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
Op 16 maart 2016 is het IP adres
[IP adres]door [verbalisant] , brigadier van politie Noord-Holland met een 126NA bevraagd. Het IP adres is geregistreerd bij:
[persoon] ,
wonende [adres] .
.
(...)
Middels een 126N, aanvraag vordering verstrekking historische verkeersgegevens internet, heb ik de loggegevens gevorderd waarmee is ingelogd bij het Instagram account
[naam account]van de periode 11 februari 2016 van 00.01 uur tot en met 15 april 2016 tot 23.59 uur.
Hieruit bleek het volgende:
Op 29-02-2016 te 20.16.23 uur is het Instagram account geregistreerd vanaf het IP adres
[IP adres] .
Een proces-verbaal van verhoor PL1100–2016080061–9. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 11 april 2016 door [persoon] – in de hoedanigheid van verdachte – ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Ik sta ingeschreven in [adres] . Ik woon daar al 18 jaar. Mijn zoon
(rechtbank:
de verdachte)komt af en toe langs.
Een proces-verbaal van verhoor PL1100–2016080061–7. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 10 april 2016 door de getuige [getuige 4] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Op donderdag 7 april 2017 was ik in de woning van mijn ouders aan de [adres] . [verdachte] is mijn hele leven mijn buurjongen geweest. Hij staat niet ingeschreven op [adres] , maar is daar bijna dagelijks.
Schriftelijke bescheiden, te weten afdrukken van screenshots (pagina 33-36):
‘ [naam account] Wil graag geneukt worden door iedereen’
‘ [naam account] Ben zo geil woon in [woonplaats] me aderes is [adres] kom maar langs als je zin heb’
‘ [naam account] Geile tieten of niet
Wil je me neuken hier heb je me nummer [telefoonnummer] ’
‘ [naam account] Wie wilt neuken ik neuk graag voor pakje peuken’
Schriftelijk bescheid, te weten een afdruk van een screenshot (pagina 54):
[naam account] Ik hou van zonnen zonder shirt en bh ïk ben zo geil ik kan niet
wachten op een boy neuk me kkr hard tot ik niet meer kan lopen’
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 48). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 11 april 2016 door verdachte ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
V: We gaan even naar het tweede strafbare feit. Dit is de belediging/smaadschrift. Er is op zaterdag 13 februari een account op Instagram aangemaakt met de naam: [naam account] . Op dit account zijn seksueel getinte foto's geplaatst evenals seksueel getinte teksten. Wat kun je hierover vertellen?
A: Niks. Ik weet dat ze ook foto's van mij op internet heeft gegooid. Ik heb hiervan ook bewijs.
V: Wie bedoel je met ze?
A: [slachtoffer 2]
V: Hoe heet [slachtoffer 2] verder?
A: [slachtoffer 2]
V: Klopt het dat je tussen medio mei en december 2015 een relatie hebt gehad met een meisje genaamd [slachtoffer 2] ?
A: Klopt.
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 32-33, dossier parketnummer 15.189356-17). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 28 oktober 2016 door getuige [getuige 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Hij ( [verdachte] ) had naaktfoto’s van haar ( [slachtoffer 2] ). Hij had een Instagram account van haar gemaakt, van foto’s van haar. Het account heette iets van ik wil geneukt worden in Haarlem. Dat is wat ik mij nog herinner. Er stonden foto’s van [slachtoffer 2] op. Er stonden een stuk of 15 foto’s op. Eentje dat ze in bad zat, een paar in BH, en een paar zonder ondergoed. Hij appte mij wel dat hij het had gemaakt. Hij had de foto’s ook al een keer eerder laten zien voordat hij dat account had gemaakt.
parketnummer 15.109025-.16:
Ten aanzien van feit 4:
- De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting.
- Een proces-verbaal van bevindingen en/of verrichtingen (pagina 25-26) van 11 april 2016.
- Een proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 11 april 2016.