Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser 1],
[eiser 2],
[gedaagde sub 4]
[gedaagde sub 5],
[gedaagde sub 6],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot afschrift van dan wel inzage in bescheiden;
- de akte houdende overlegging (24) producties;
- de incidentele conclusie van antwoord in het incident van de Politie en [gedaagde sub 5] ;
- de incidentele conclusie van antwoord in het incident van de RUD;
- de incidentele conclusie van antwoord in het incident van de gemeente Hoorn;
- de incidentele conclusie van antwoord in het incident van [gedaagde sub 4] ;
- de incidentele conclusie van antwoord in het incident van [gedaagde sub 6] .
2.De feiten
3.De vordering in de hoofdzaak
4.De vordering in het incident
5.De beoordeling van het incident
“alle foto’s zijn overgelegd aan de rechter en dat er geen notities of mailcorrespondentie voorhanden zijn”.Voorts heeft de beklagkamer geoordeeld dat geen aanwijzingen voor de door WFM gestelde valsheid in geschrifte en meineed zijn gevonden en dat het beklag wordt afgewezen.
“alle foto’s zijn overgelegd aan de rechter en dat er geen notities of mailcorrespondentie voorhanden zijn”.Er moet dan ook van worden uitgegaan dat er geen ander (foto)materiaal is dan dat waarover WFM reeds beschikt.
ander(foto)materiaal zij kennis wil nemen dan het materiaal waarover zij reeds beschikt.
6.De beslissing
9 januari 2019zal komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van gedaagden.
21 november 2018. [1]