Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
AirTechMontage,
1.De procedure
- het verzoekschrift d.d. 11 juni 2018 met producties 1 tot en met 12;
- de brief van mr. Hoorenman van 12 oktober met daarbij een volledige productie 4, en
- het verweerschrift met producties A tot en met L.
2.De feiten
De heer [verzoeker] is tengevolge van een ongeval in november 2014 in de uitoefening van zijn werk, gewond geraakt en dientengevolge tot op heden arbeidsongeschikt. Cliënt was die dag met een collega, [naam 3] , aan het werk. De heer [naam 3] moest op een gegeven moment weg zodat cliënt alleen aan het werk was. Het werk betrof handelingen aan een luchtbehandelingsinstallatie. Meer in het bijzonder was cliënt bezig met het knippen van gaten in de luchtbehandelingskanalen. Het werk vond plaats op een rolsteiger. Cliënt is door een openstaand luik in de vloer van de rolsteiger gevallen waarbij cliënt gewond is geraakt. Cliënt heeft u, zijn werkgever gebeld, waarop u slechts heeft gezegd: ‘Ga maar naar huis. Dan zien we maandag wel verder. (…)
3.Het geschil
- primair voor recht te verklaren dat [verweerder] volledig aansprakelijk is voor de door [verzoeker] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het ongeval alsmede voor alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten alsmede voor de wettelijke rente over het schadebedrag vanaf de dag der aansprakelijkstelling dan wel vanaf een door de rechtbank te bepalen datum;
- de buitengerechtelijke kosten tot aan de start van de deelgeschilprocedure te begroten op € 2.069,10 en [verweerder] te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan Hoorenman;
- de buitengerechtelijke kosten vanaf de start tot aan het einde van de deelgeschilprocedure te begroten op € 4.138,20 en [verweerder] te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan Hoorenman, en
- [verweerder] te veroordelen in de kosten van het geding.