[bestuurder 1] heeft zich niet uitgeschreven als voorzitter van de Stichting.
Hij heeft een bestuursbesluit opgesteld en door de overige bestuurders op 20 april 2017 laten ondertekenen, waarin het volgende is opgenomen:
“Het voltallige bestuur van Stichting de Nollen heeft unaniem het besluit genomen om de machtiging van de bankrekening van Stichting de Nollen aan [de erven] en R.W. van de Wint BV in te trekken en stop te zetten.
Tevens heeft het voltallige bestuur van Stichting de Nollen unaniem besloten om het beheer of andere werkzaamheden en opdrachten niet door R.W. van de Wint BV uit te laten voeren zolang de aandelen in handen zijn van de erven [de erven] .
Ook heeft het voltallige bestuur van Stichting de Nollen unaniem besloten bereid te zijn de schuldenlast, voor zover bekend bij de Stichting, van R.W. van de Wint BV over te nemen, waardoor de gebouwen op de Nollen die door natrekking eigendom zijn geworden van Stichting de Nollen, eigendom blijven van Stichting dc Nollen en de BV daarmee schadeloos is gesteld voor eventuele onterechte verrijking.
Daarbij zullen de aandelen van RW. van de Wint BV en Holding BV inclusief alle rechten overgedragen moeten worden aan [gedaagde 1] die daarmee schadeloos zal zijn gesteld voor zijn jarenlange inspanningen. Hij zal voor de BV een recht van opstal vestigen voor de aanwezige kunstwerken.
Tot slot heeft het voltallige bestuur van Stichting de Nollen unaniem besloten dat Stichting de Nollen met onmiddellijke ingang de beschikking krijgt over alle gebouwen op de Nollen en de erven Van de Wint het terrein verlaten. De voorzitter, [gedaagde 1] , zal zorg dragen voor de benodigde maatregelen en inname van bezittingen, sleutels, codes, emailadressen, contacten, inschrijvingen, etc.”