ECLI:NL:RBNHO:2018:11711

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 november 2018
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
6697689 \ CV EXPL 18-1628
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie bij vertraging van vlucht door birdstrike

In deze zaak hebben vier passagiers een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor een vertraging van meer dan drie uur van hun vlucht van Amsterdam naar Ohrid op 27 juni 2017. De passagiers vorderden een totaalbedrag van € 1.600,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Corendon betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een birdstrike tijdens de voorgaande vlucht, wat volgens hen een buitengewone omstandigheid vormde die hen vrijstelde van compensatie.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op hun eindbestemming, en dat Corendon in beginsel gehouden is tot compensatie. Echter, de rechter oordeelde dat Corendon voldoende had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van een birdstrike, een buitengewone omstandigheid, en dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te beperken. De passagiers konden niet aantonen dat Corendon niet aan haar verplichtingen had voldaan.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 21 november 2018 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6697689 \ CV EXPL 18-1628
Uitspraakdatum: 21 november 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1], wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]wonende te [woonplaats]
3. [passagier sub 3]wonende te [woonplaats]
4. [passagier sub 4]wonende te [woonplaats]
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde DAS Rechtsbijstand
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Corendon Dutch Airlines B.V.
statutair gevestigd en tevens kantoorhoudende te Lijnden
gedaagde
hierna te noemen Corendon
gemachtigde mr. T.R. van Ginkel

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 15 februari 2018 een vordering tegen Corendon ingesteld. Corendon heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Corendon een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Corendon een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Corendon de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam naar Ohrid (Macedonië) op 27 juni 2017 met vluchtnummer CND215, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Corendon gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Corendon heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Corendon bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 240,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 dagen na het wijzen van vonnis;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 dagen na het wijzen van vonnis.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Corendon vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Corendon van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
Corendon betwist de vordering. Op haar verweer wordt – voor zover relevant- bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming te Ohrid, zodat Corendon op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Corendon kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann
(C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient de luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval ook aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden - behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht - dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
Corendon voert aan dat de aankomstvertraging van de onderhavige vlucht is veroorzaakt doordat het toestel PH-CDH op de voorgaande vlucht van Madeira (Portugal) naar Amsterdam tijdens de landing op de luchthaven Schiphol door meerdere vogelaanvaringen is getroffen. Ter onderbouwing hiervan heeft Corendon de Air Flight Logs van de voorafgaande vlucht overgelegd. Daarin staat onder andere vermeld “
birdstrike during descent at +/- 6000 ft (…)”.Voorts heeft Corendon twee foto’s overgelegd waaruit volgens haar blijkt dat de neus van het toestel flink is geraakt en dat het toestel ook intern schade had opgelopen
.Als gevolg van deze zogeheten birdstrikes diende het toestel verplicht te worden geïnspecteerd. Uit die inspectie bleek dat dat het toestel (omvangrijke) schade had opgelopen. De inspecties en herstelwerkzaamheden hebben zeer lange tijd in beslag genomen en het toestel kon dan ook niet worden ingezet om de onderhavige vlucht uit te voeren. Het gaat hier om een buitengewone omstandigheid (een onverwacht vliegveiligheidsprobleem), die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden. Deze buitengewone omstandigheid werkt door op de onderhavige vlucht. Corendon heeft zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de birdstrikes niet kunnen voorkomen. Bovendien heeft Corendon alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging zo veel mogelijk te beperken door een subcharter van Small Planet te huren.
5.4.
De passagiers hebben zich op het standpunt gesteld dat Corendon zich niet op een buitengewone omstandigheid kan beroepen die ondanks het treffen van alle redelijke voorzorgsmaatregelen niet voorkomen had kunnen worden. De birdstrike heeft zich op 26 juni voorgedaan en de vlucht van de passagiers stond gepland op 27 juni. Dit is een te verwijderd causaal verband; er zat immers 11 uur tussen de birdstrike en geplande vlucht van de passagiers. Voorts is volgens de log of activities pas na 00:00 - 4 uur na de birdstrike-, actie ondernomen terwijl de reparatietijd ongeveer één uur bedroeg. Daarnaast betwisten de passagiers dat de Aircraft flight logs zien op de onderhavige vlucht. Uit de Aircraft logs blijkt dat de data zijn veranderd en zij laten niet duidelijk zien dat de vertraging van de onderhavige vlucht is veroorzaakt door de vlucht genoemd in de Aircraft flight logs. Tevens zijn de bijgevoegde foto’s niet voorzien van een datum, zodat niet kan worden vastgesteld of het vliegtuig van de onderhavige vlucht is beschadigd. Voorts heeft Corendon niet onderbouwd dat zij geen ander vliegtuig konden vinden om de vlucht uit te voeren en dat dit te maken zou hebben met het hoogseizoen. De vlucht is niet in het hoogseizoen vertrokken aangezien het hoogseizoen pas op 1 juli begint. Ten slotte stellen de passagiers zich op het standpunt dat het onderzoek van de luchtvaartinspectie op elk toestel kan hebben plaatsgevonden, aangezien dat dateert van 12 oktober 2017. Ook wordt over meerdere inslagen van bliksem gesproken.
5.5.
De kantonrechter overweegt dat een vogelaanvaring oftewel birdstrike als buitengewone omstandigheid kwalificeert als bedoeld in art 5 lid 3 van de Verordening. Overweging 14 van de considerans van de Verordening vereist niet dat de birdstrike zich op de vlucht in kwestie heeft voorgedaan. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Corendon met de door haar overgelegde Air Flight Logs voldoende aangetoond dat het toestel tijdens de voorafgaande vlucht bij aankomst in Amsterdam is getroffen door één of meerdere birdstrikes en dat er binnen afzienbare tijd maatregelen zijn genomen en diverse reparatiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden gedurende meerdere dagen. Volgens de passagiers heeft Corendon niet aangetoond dat het overgelegde beeldmateriaal afkomstig is van het onderhavige toestel. De kantonrechter stelt vast dat Corendon wel foto’s van de schade aan het toestel heeft overgelegd, maar oordeelt dat het voor de vraag of sprake was van een buitengewone omstandigheid geen verschil maakt of de birdstrike daadwerkelijk schade heeft toegebracht aan het betrokken luchtvaartuig. De passagiers hebben niet betwist dat het toestel niet inzetbaar was voor de onderhavige vlucht vanwege een birdstrike. Ook het onderzoek van de luchtvaartinspectie is in dit kader niet van belang. Gelet op voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat Corendon voldoende heeft aangetoond dat de vertraging (van meer dan drie uur) van de vlucht in de onderhavige zaak het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid op de voorgaande vlucht, te weten birdstrikes.
5.6.
De kantonrechter oordeelt voorts dat Corendon alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken. Corendon heeft immers aangevoerd dat zij een vervangend toestel heeft gehuurd van Small Planet om de onderhavige vlucht uit te voeren. De passagiers hebben dit niet betwist. Voorts valt niet in te zien welke alternatieve of aanvullende maatregelen van Corendon verwacht hadden kunnen worden. Of op dat moment al dan niet sprake was van hoogseizoen doet niet ter zake.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgt. De nakosten komen eveneens voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Corendon worden vastgesteld op een bedrag van € 300,00 aan salaris van de gemachtigde van Corendon.
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 50,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter