ECLI:NL:RBNHO:2018:11718

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 december 2018
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
6928285 \ CV EXPL 18-4116
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door tussenstop voor extra brandstof door American Airlines

In deze zaak hebben passagiers een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar San Francisco via Philadelphia. De vlucht, die op 10 juli 2017 plaatsvond, had een vertraging van 1 uur en 33 minuten, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht misten en 17 uur later op hun eindbestemming arriveerden. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij langdurige vertragingen.

American Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en een gewijzigde route die leidde tot een tekort aan brandstof. De kantonrechter oordeelde echter dat American Airlines niet voldoende had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van deze omstandigheden. De rechter stelde vast dat American Airlines niet had aangetoond dat het toestel met de maximale hoeveelheid brandstof was vertrokken en dat de weersomstandigheden niet als buitengewone omstandigheden konden worden aangemerkt.

Uiteindelijk werd de vordering van de passagiers toegewezen. American Airlines werd veroordeeld tot betaling van € 2.763,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, en moest ook de proceskosten vergoeden. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de passagiers direct recht hebben op de betaling, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6928285 \ CV EXPL 18-4116
Uitspraakdatum: 12 december 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1],

2.
[passagier sub 2],
beiden pro se en in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van hun minderjarige kinderen
3. [minderjarige 1], en
4. [minderjarige 2]
allen wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde mr. E.L. Heenk (Green Claim B.V.)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
American Airlines, Inc.
statutair gevestigd te Forth Worth (Verenigde Staten) mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: American Airlines
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 26 april 2018 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan American Airlines de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol-Airport via Philadelphia International Airport (Verenigde Staten) naar San Francisco International Airport (Verenigde Staten) op 10 juli 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht AA 203 van Amsterdam-Schiphol-Airport naar Philadelphia International Airport heeft een vertraging van 1 uur en 33 minuten opgelopen waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar San Francisco hebben gemist. De passagiers zijn omgeboekt waarna de passagiers 17 uur later op hun eindbestemming zijn gearriveerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van American Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.5.
De passagiers zijn door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens hun minderjarige kinderen te voeren.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat American Airlines bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, althans 435,60, althans een in redelijke justitie door de kantonrechter te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat American Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door American Airlines van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering. Zij heeft een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. Het toestel is met een kleine vertraging van 11 minuten richting de Verenigde Staten gevlogen. Tijdens de vlucht kreeg het toestel onverwacht te kampen met slechte weersomstandigheden, te weten sterke tegenwind. Daarnaast kreeg het toestel tijdens de vlucht een andere route naar Philadelphia toegewezen. Vanwege de slechte weersomstandigheden in combinatie met een lagere vlieghoogte, verbruikte het toestel meer brandstof en heeft de gezagvoerder besloten om uit te wijken naar Bangor (Ierland) om daar extra brandstof te laden. Voorafgaand aan de vlucht was maximaal brandstof geladen. Het was gezien de tankcapaciteit niet mogelijk om meer brandstof te laden.
4.2.
Verder bleek gedurende de vlucht uit de informatie van het Integrated Operations Center -het operationele centrum van American Airlines- (hierna te noemen: IOC) dat er een kans bestond op onweersbuien op en rond Philadelphia International Airport. Het toestel diende aldus ermee rekening te houden dat het toestel bij de benadering van de luchthaven geen toestemming zou krijgen om te landen en naar de holding zou worden verwezen. Of en hoe lang het toestel in holding zou moeten verblijven was op het moment dat de gezagvoerder een beslissing moest nemen niet aan te geven. Ook behoorde het tot de mogelijkheden dat het toestel na de holding alsnog zou moeten uitwijken. De gezagvoerder heeft rekening gehouden met al deze omstandigheden en omwille van de vliegveiligheid besloten om een tussenstop te maken op Bangor om extra brandstof te laden.
4.3.
American Airlines betwist subsidiair dat zij wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is aan de passagiers.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De Verordening is van toepassing op het geschil.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming. Op grond van de Verordening is American Airlines gehouden de passagiers hiervoor te compenseren, tenzij American Airlines kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5, lid 3, van de Verordening, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregel niet voorkomen konden worden.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van American Airlines op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In de punten 14 en 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weeromstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
American Airlines heeft aangevoerd dat het toestel vanwege de slechte weersomstandigheden in combinatie met een lagere vlieghoogte – die tijdens de vlucht door de luchtverkeersleiding is toegewezen – meer brandstof verbruikte. De gezagvoerder heeft hierop besloten om uit te wijken naar een alternatieve luchthaven – Bangor (Ierland)- om daar extra brandstof te laden. Dit was nodig vanwege de weersomstandigheden op en rond Philadelphia International vliegveld. Op dat moment was nog niet duidelijk hoe lang het toestel zou moeten wachten voordat het toestemming zou krijgen om te landen.
5.5.
American Airlines heeft ter onderbouwing van haar verweer het (IOC) Operations Review in het geding gebracht. Hierin staat onder andere (vrij vertaald): gering risico op hevige onweersbuien en zware neerslag over delen van het middenwesten/ Ohio Valley. Volgens American Airlines volgt hieruit dat de luchtverkeersleiding maatregelen heeft getroffen vanwege de verwachte onweersbuien. American Airlines heeft verder aangevoerd dat op het geplande moment van aankomst geen onweersbuien zijn geregistreerd maar wel sprake was van dichte bewolking waardoor het verticale zicht werd beperkt.
5.6.
De passagiers stellen dat American Airlines niet heeft aangetoond dat er sprake was van slechte weersomstandigheden en dat daarnaast de reden van de vertraging niet de slechte weersomstandigheden waren –mochten die er al zijn geweest- maar het tekort aan brandstof. Voorts stellen de passagiers dat het Operations Review van het IOC slechts een voorspelling betreft, waaruit ook volgt dat American Airlines er van te voren van op de hoogte was dat zich mogelijke slechte weersomstandigheden zouden voordoen. Daarbij heeft American Airlines niet onderbouwd dat het tekort aan brandstof is ontstaan wegens de weersomstandigheden. American Airlines heeft geen informatie overgelegd met betrekking tot de hoeveelheid brandstof die is getankt en over de vraag of zij de maximale toegestane hoeveelheid brandstof getankt zou hebben, maar dat dit desondanks als gevolg van slechte weersomstandigheden onvoldoende was. Dat American Airlines heeft nagelaten een grotere hoeveelheid brandstof te tanken is een operationele keuze geweest en kan niet worden aangemerkt als buitengewone omstandigheid, aldus de passagiers.
5.7.
De kantonrechter overweegt dat brandstoftekort veroorzaakt door slechte weersomstandigheden in beginsel kan worden aangemerkt als een buitengewone omstandigheid, waarop American Airlines geen invloed op heeft kunnen uitoefenen.
5.8.
Er is evenwel alleen sprake van een buitengewone omstandigheid in voren bedoelde zin als de slechte weersomstandigheden zijn aangetoond en niet waren voorzien. De passagiers hebben gemotiveerd betwist dat hiervan sprake is. Uit de door American Airlines overgelegde stukken valt niet af te leiden dat bij het tanken van de hoeveelheid kerosine met de weersomstandigheden rekening is gehouden en ook niet of het “maximum take off weight” was getankt, maar dat deze hoeveelheid onvoldoende was gelet op de weersomstandigheden.
5.9.
American Airlines heeft slechts in het algemeen aangevoerd dat aan de beslissing over hoeveel brandstof moet worden geladen een complexe procedure voorafgaat. Het had op de weg van American Airlines gelegen om aan te tonen dat het toestel in het specifieke geval met de maximale toegestane hoeveelheid kerosine is vertrokken, maar dat deze hoeveelheid als gevolg van de slechte weersomstandigheden toch onvoldoende was.
5.10.
Naar het oordeel van de kantonrechter is ook niet vast komen te staan dat het toestel tijdens de vlucht een nieuwe route van de luchtverkeersleiding opgelegd heeft gekregen, waardoor zij onverwachts te maken kreeg met een sterkere tegenwind. Uit het overgelegde vluchtplan blijkt niet dat dit het vluchtplan voor de onderhavige vlucht betreft. Evenmin heeft American Airlines haar verweer dat de luchtverkeersleiding van Philadelphia International Airport beperkingen heeft afgegeven waardoor moeilijkheden zouden kunnen ontstaan bij de landing onderbouwd met stukken. Gelet op het voorgaande heeft American Airlines haar verweer onvoldoende onderbouwd. Aan het bewijsaanbod van American Airlines wordt daarom niet toegekomen.
5.11.
Nu niet is komen vast te staan dat sprake was van buitengewone omstandigheden, komt de kantonrechter niet toe aan de beantwoording van de vraag of de vertraging ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Nu American Airlines voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen
5.12.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.13.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. American Airlines heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat de passagiers buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II; de tarieven neergelegd in het Besluit worden geacht redelijk te zijn.
Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
5.14.
De proceskosten komen voor rekening van American Airlines, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt American Airlines tot betaling aan de passagiers van € 2.763,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.763,00 vanaf 26 april 2018 tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
6.2.
veroordeelt American Airlines tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81;
griffierecht € 226,00;
salaris gemachtigde € 350,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
veroordeelt American Airlines tot betaling van € 87,50 aan nasalaris, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten maken,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter