Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De gronden van de beslissing
Ik vroeg haar: wat heeft u vast? Zij zei: dat is afval. (…)Ik zei tegen haar: ik wil graag zien wat je in je hand hebt. Het ging om een KLM disposable zakje. Ik kreeg van haar het zakje. Ik maakte het open. In het zakje zat een handvol noten. Ik weet niet wat voor noten maar het zijn in ieder geval noten die wij als KLM aan boord serveren. Ik vroeg haar: hoe komt u hier aan? Waarom is het vuil? Toen zei zij: ik heb het meegenomen van thuis. (…)Ik heb niet gezien dat iemand iets in zijn hand had toen ze uit het vliegtuig kwamen. (…)”
“ [verzoekster] had het blauwe kots zakje in haar hand. Ik kan niet bewijzen dat zij het van boord heeft gehaald. Ik ben er pas later bijgekomen.”
“Het kots zakje met pinda’s lag al in de auto althans security heeft dat in het dashboardkastje van de auto gevonden. (…) Ik zat ongeveer 1 minuut in de auto voordat we werden gecontroleerd. (…) Ik heb het kots zakje nooit in mijn hand gehad.”
“Ze hebben een KLM blauwe zak pinda’s gevonden boven het dashboardkastje en chocolade en onder de stoel vonden ze een thermoskan. (…) De pinda’s zaten in een KLM blauwe kots zak. (…) Ik zag het zakje voor het eerst toen security mij dat zakje liet zien. Ik heb dat zakje niet in het handen van [DDD] of [verzoekster] gezien. (…)”
“(…)Op enig moment riep [AAA] mij. Hij liet mij een kots zakje van KLM zien en zei: dit heb ik net aangetroffen bij een vrouwelijke medewerkster van Klüh. Ik begreep van hem dat zij het in haar hand had, maar dat heb ik niet gezien. (…)”