ECLI:NL:RBNHO:2018:11814
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.H.L.C. Bijvoet
- M.C.A. Onderwater
- W.M.C. Schipper
- Rechtspraak.nl
Indeling van een deurmat onder GN-code in douanerecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 mei 2018 uitspraak gedaan over de indeling van een deurmat in de gecombineerde nomenclatuur. Eiseres, [X] B.V., had een bindende tariefinlichting (bti) aangevraagd voor de indeling van een deurmat onder GN-code 4016 91 00, terwijl verweerder, de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de deurmat indeling onder GN-code 5705 00 30 handhaafde. Eiseres stelde dat het wezenlijk karakter van de deurmat ontleend werd aan het rubber, terwijl verweerder zich baseerde op de indelingsverordening van de EU, die de deurmat onder een andere code indeling plaatste.
Tijdens de zitting op 28 maart 2018 in Haarlem, werd de zaak behandeld waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een andere vertegenwoordiger. De rechtbank heeft vastgesteld dat de deurmat, die voor 98% uit rubber bestaat, niet voldoet aan de eisen voor indeling onder de door verweerder voorgestelde code. De rechtbank oordeelde dat de indeling van de deurmat moet plaatsvinden op basis van de objectieve kenmerken en eigenschappen, en dat de indeling onder GN-code 4016 91 00 correct is. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de bti, en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.002.
De uitspraak benadrukt het belang van de objectieve kenmerken van goederen voor de tariefindeling en bevestigt dat de indeling van samengestelde goederen moet plaatsvinden op basis van het materiaal dat het wezenlijk karakter bepaalt. De rechtbank heeft ook de relevante regelgeving en jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie in haar overwegingen betrokken.