Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
[passagier sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Indien een onderscheid zou moeten worden gemaakt tussen stakingen die naar het toepasselijke nationale recht wettig zijn en zij die dat niet zijn, om te bepalen of die als „buitengewone omstandigheden” in de zin van artikel 5, lid 3, van verordening nr. 261/2004 moeten worden aangemerkt, zou dat immers tot gevolg hebben dat het recht van de passagiers op compensatie afhankelijk wordt gesteld van de arbeidswetgeving van elke lidstaat, waardoor afbreuk zou worden gedaan aan de in de overwegingen 1 en 4 genoemde doelstellingen van verordening nr. 261/2004 om een hoog niveau van bescherming van de passagiers te waarborgen en ervoor te zorgen dat de luchtvaartmaatschappijen hun bedrijf onder geharmoniseerde voorwaarden uitoefenen op het grondgebied van de Unie”. Het beroep van Lufthansa op het ‘Information document of Directorate-General for Energy and Transport, answers to questions on the application of Regulation 261/2004’ kan haar evenmin baten. De kantonrechter is niet gebonden aan deze vraag- en antwoordenlijst. De kantonrechter oordeelt op basis van de Verordening en de jurisprudentie van het Hof.
6.De beslissing
griffierecht € 223,00;
salaris gemachtigde € 200,00;