Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 april 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 7 december 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
voor het verkoopklaar maken van appartementen”. Daartoe verwijst [eiser] naar overgelegde offertes uit november 2003 en een eerste voorschotnota van 15 januari 2004 (vgl. 2.13 ). [eiser] was toen kennelijk uit dien hoofde dan ook wel degelijk op de hoogte was van de voortgang van het project. Naar het oordeel van de rechtbank kan het beroep van [eiser] op artikel 3:321 lid 1 onder f BW onder die omstandigheid in het onderhavige geval niet slagen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het ook voor [eiser] uit de openbare registers van het Kadaster eenvoudig was te achterhalen wat de stand van zaken was betreffende de verkoop van het pand aan de Blasiusstraat.