Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de brief van de advocaat van Van der Heiden d.d. 23 februari 2018, waarbij hij vier producties heeft overgelegd;
- het faxbericht van de advocaat van Van der Heiden d.d. 26 februari 2018, waarbij hij één productie in het geding heeft gebracht
- de brief van de advocaat van Doeschot d.d. 26 februari 2018 waarbij hij de dagvaarding in de bodemzaak (met producties) in het geding heeft gebracht
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Van der Heiden
- de pleitnota van Doeschot.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter nog dat ook als nu vast zou staan dat Van der Heiden meer of andere klachten aan Doeschot kenbaar zou hebben gemaakt dan door Doeschot in het beslagrekest is vermeld, dit enkele verzuim van Doeschot niet zou leiden tot opheffing van het beslag. Uit het beslagrekest blijkt immers voldoende dat partijen van mening verschillen over de deugdelijkheid van de door Doeschot geleverde installatie en dat dit voor Van der Heiden aanleiding is om haar betaling op te schorten.
816,00