Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[griffier],
Rechtbank Noord-Holland
Op 14 februari 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzoek tot wraking van mr. S. Slijkhuis, de rechter in de hoofdzaak, en de griffier. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker die op 2 oktober 2017 schriftelijk had verzocht om wraking van de rechters en griffiers in een aanhangige bestuursrechtelijke zaak. De hoofdzaak betrof een beroep tegen een beslissing op bezwaar, waarbij de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek om wraking niet-ontvankelijk was, omdat het verzoek was gedaan nadat de rechter uitspraak had gedaan in de hoofdzaak. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een verzoek om wraking worden gedaan voordat uitspraak is gedaan. Daarnaast werd vastgesteld dat alleen de rechter die de zaak behandelt gewraakt kan worden, en niet de griffier. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking van zowel de rechter als de griffier zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.