ECLI:NL:RBNHO:2018:1774

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
6 maart 2018
Zaaknummer
269753 HA RK 18-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter en griffier niet-ontvankelijk verklaard

Op 14 februari 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzoek tot wraking van mr. S. Slijkhuis, de rechter in de hoofdzaak, en de griffier. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker die op 2 oktober 2017 schriftelijk had verzocht om wraking van de rechters en griffiers in een aanhangige bestuursrechtelijke zaak. De hoofdzaak betrof een beroep tegen een beslissing op bezwaar, waarbij de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek om wraking niet-ontvankelijk was, omdat het verzoek was gedaan nadat de rechter uitspraak had gedaan in de hoofdzaak. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een verzoek om wraking worden gedaan voordat uitspraak is gedaan. Daarnaast werd vastgesteld dat alleen de rechter die de zaak behandelt gewraakt kan worden, en niet de griffier. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking van zowel de rechter als de griffier zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: 269753 HA RK 18-17
Beslissing van 14 februari 2018
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker] ,
wonende te Koog aan de Zaan,
verzoeker,
Het verzoek is gericht tegen:
mr. S. Slijkhuis,
hierna te noemen: de rechter,
en
[griffier],
hierna te noemen: de griffier.

1.Procesverloop

1.1
Verzoeker heeft op 2 oktober 2017, ontvangen ter griffie van deze rechtbank op 10 oktober 2017, schriftelijk de wraking verzocht van de rechters en de griffiers in de bij deze rechtbank, afdeling publiekrecht, sectie bestuursrecht, locatie Haarlem aanhangige zaak met als zaaknummer HAA 17/872 WVW, hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2
Bij beslissing d.d. 21 juni 2017 van mr. Slijkhuis in de hoofdzaak is verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechter heeft bij voornoemde uitspraak in de hoofdzaak het door verzoeker ingediende beroep, tegen een beslissing op bezwaar, met toepassing van artikel 8:54 Awb kennelijk niet ontvankelijk verklaard, omdat het griffierecht niet was betaald. Verzoeker heeft geen verzet ingesteld.
1.3
Bij brief van 17 oktober 2017 heeft de griffier van de wrakingskamer verzoeker meegedeeld dat griffiers niet gewraakt kunnen worden en welke rechters zijn zaken hebben behandeld en/of zullen behandelen. Verder is verzoeker verzocht aan te geven of hij wrakingsverzoek(en) intrekt en, zo nee, per procedure aan te geven welke rechter hij wraakt.
1.4
De rechter heeft niet in de wraking berust en heeft op 30 oktober 2017 schriftelijk op het verzoek gereageerd.

2.De beoordeling

2.1
In artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke partijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2
Uit artikel 8:16, eerste lid, van de Awb volgt dat een verzoek om wraking moet worden gedaan voordat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Nadat uitspraak is gedaan is de zaak immers niet langer bij de rechter of rechters in behandeling. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat in een zaak uitspraak is gedaan.
2.3
Het verzoek om wraking van de rechter is gedaan nadat zij uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1 sub c, in samenhang met paragraaf 4.4 van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www. rechtspraak.nl/Rechtbank Noord-Holland/Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking voor zover het de rechter betreft, zonder behandeling ter zitting, kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.
2.4
Ingevolge het bepaalde in paragraaf 9.1 sub d, in samenhang met paragraaf 4.3 van het wrakingsprotocol van deze rechtbank kan alleen een rechter die de zaak behandelt gewraakt worden en niet de bij een behandeling van de zaak betrokken griffier. De wrakingskamer zal daarom ook het verzoek tot wraking voor zover dat ziet op de griffier, zonder behandeling ter zitting, kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het gedane verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
- beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de rechter en de griffier in de hoofdzaak, alsmede aan de teamvoorzitter van de afdeling bestuursrecht, locatie Haarlem, een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J. van Andel, voorzitter, mr. A.C. Terwiel-Kuneman en mr. E.B. de Vries-van den Heuvel, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van J.A. Huismans, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2018.[concipiënt_initialen]
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.