ECLI:NL:RBNHO:2018:1775
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- W.J. van Andel
- A.C. Terwiel-Kuneman
- E.B. de Vries-van den Heuvel
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters en griffiers in bestuursrechtelijke procedure
Op 2 oktober 2017 heeft verzoeker, wonende te Koog aan de Zaan, schriftelijk een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters en griffiers van de Rechtbank Noord-Holland, afdeling publiekrecht, sectie bestuursrecht, locatie Haarlem. Dit verzoek is ontvangen op 10 oktober 2017. De griffier van de wrakingskamer heeft verzoeker op 17 oktober 2017 geïnformeerd dat griffiers niet gewraakt kunnen worden en dat er nog geen rechter betrokken was bij de procedure. Verzoeker werd verzocht om aan te geven of hij zijn wrakingsverzoek introk en, indien niet, per procedure aan te geven welke rechter hij wenste te wraken.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een wrakingsverzoek pas kan worden ingediend als bekend is welke rechter de zaak behandelt. Aangezien dit niet het geval was, heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Dit geldt ook voor het verzoek tot wraking van de griffier, aangezien volgens het wrakingsprotocol van de rechtbank griffiers niet gewraakt kunnen worden.
In de beslissing van 14 februari 2018 heeft de rechtbank het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard en bevolen dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en leden van de wrakingskamer, met de griffier aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.