ECLI:NL:RBNHO:2018:1775

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
6 maart 2018
Zaaknummer
269754 HA RK 18-18
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechters en griffiers in bestuursrechtelijke procedure

Op 2 oktober 2017 heeft verzoeker, wonende te Koog aan de Zaan, schriftelijk een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters en griffiers van de Rechtbank Noord-Holland, afdeling publiekrecht, sectie bestuursrecht, locatie Haarlem. Dit verzoek is ontvangen op 10 oktober 2017. De griffier van de wrakingskamer heeft verzoeker op 17 oktober 2017 geïnformeerd dat griffiers niet gewraakt kunnen worden en dat er nog geen rechter betrokken was bij de procedure. Verzoeker werd verzocht om aan te geven of hij zijn wrakingsverzoek introk en, indien niet, per procedure aan te geven welke rechter hij wenste te wraken.

De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een wrakingsverzoek pas kan worden ingediend als bekend is welke rechter de zaak behandelt. Aangezien dit niet het geval was, heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Dit geldt ook voor het verzoek tot wraking van de griffier, aangezien volgens het wrakingsprotocol van de rechtbank griffiers niet gewraakt kunnen worden.

In de beslissing van 14 februari 2018 heeft de rechtbank het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard en bevolen dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en leden van de wrakingskamer, met de griffier aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: 269754 HA RK 18-18
Beslissing van 14 februari 2018
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker] ,
wonende te Koog aan de Zaan,
verzoeker.
Het verzoek is gericht tegen de rechters en de griffiers van de rechtbank Noord-Holland.

1.Procesverloop

1.1
Verzoeker heeft op 2 oktober 2017, ontvangen ter griffie van deze rechtbank op 10 oktober 2017, schriftelijk de wraking verzocht van de rechters en de griffiers in de bij deze rechtbank, afdeling publiekrecht, sectie bestuursrecht, locatie Haarlem aanhangige zaak met als zaaknummer HAA 17/2804 VOO, hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2
Bij brief van 17 oktober 2017 heeft de griffier van de wrakingskamer verzoeker meegedeeld dat griffiers niet gewraakt kunnen worden en dat er nog geen rechter betrokken is bij deze procedure. Verder is verzoeker verzocht aan te geven of hij wrakingsverzoek(en) intrekt en, zo nee, per procedure aan te geven welke rechter hij wraakt.

2.De beoordeling

2.1
In artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke partijdigheid schade zou kunnen lijden. Uit dit artikel volgt dat het niet mogelijk is om al een wrakingsverzoek in te dienen voordat bekend is welke rechter de zaak zal behandelen.
2.2.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1, sub d, in samenhang met paragraaf 4.1 en 4.3 van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www. rechtspraak.nl/Rechtbank Noord-Holland/Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking van de rechters, zonder behandeling ter zitting, kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
2.3
Uit het bepaalde in paragraaf 9.1 sub d, volgt ook dat niet de bij een behandeling van de zaak betrokken griffiers gewraakt kunnen worden. De wrakingskamer zal daarom ook het verzoek tot wraking van de griffier, zonder behandeling ter zitting, kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het gedane verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
- beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, alsmede aan de teamvoorzitter van de afdeling bestuursrecht, locatie Haarlem, een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden;
-beveelt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek en beveelt dat die zaak daartoe in handen wordt gesteld van de voorzitter van het team bestuursrecht, locatie Haarlem.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J. van Andel, voorzitter, mr. A.C. Terwiel-Kuneman en mr. E.B. de Vries-van den Heuvel, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van J.A. Huismans, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2018.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.