Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser1],
[eiser2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 januari 2017 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 17 oktober 2017 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toen [eisers] het huis kochten, lag de erfgrensafscheiding op precies dezelfde plaats als bijna 100 jaar geleden, aldus [eisers] Zij stellen dat zij zich altijd hebben gedragen als eigenaar van de strook grond en daarover altijd de feitelijke macht hebben uitgeoefend.
De voortuin van [eisers] is omringd door een ondoordringbare heg waarvan de toegangen zijn afgesloten door gemetselde poorten met dubbele hekken. De voortuin is volledig omheind en afgesloten waardoor de strook grond één geheel vormt met de voortuin van [eisers] De huidige vormgeving van de afscheiding is klaarblijkelijk bedoeld en in ieder geval geschikt om een besloten tuin af te scheiden en zodoende het exclusieve gebruik van die tuin te verschaffen. De strook grond is immers voor derden – en dus ook voor de Gemeente – niet zo maar te betreden.
Het door de Gemeente aangehaalde arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 maart 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:1487) doet daar niet aan af. Er mogen wellicht zwaardere eisen worden gesteld aan een bezitspretentie met betrekking tot een strook publieke eigendom; dat wil nog niet zeggen dat er nooit sprake kan zijn van een valide bezitspretentie van de gebruiker van een strook publieke eigendom. De omstandigheden van het geval zijn bepalend. De feitelijke situatie in het geval van [eisers] verschilt dermate van de feitelijke situatie in het door de Gemeente aangehaalde arrest (daar was immers geen sprake van een ondoordringbare omheining), dat de rechtbank aan dit argument van de Gemeente voorbij zal gaan.
hebben de bezitspretentie van de vorige eigenaar of eigenaren kenbaar gecontinueerd. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de feitelijke erfafscheiding al zeer lange tijd bestaat. De door [eisers] overgelegde verklaring van de hovenier dat de heg tussen de 25 en 35 jaar oud moet zijn, is door de Gemeente niet weerlegd. Mede gelet op het door [eisers] overgelegde tuinontwerp en de tekeningen uit 1913 en 1924, waarvan de inhoud en datering van uitvoering onweersproken zijn gebleven, moet worden aangenomen dat de huidige situatie zeker 35 jaar bestaat. Op basis van de verklaring van de hovenier mag ook worden aangenomen dat reeds meer dan 20 jaar een gebruikelijke haaghoogte heeft bestaan. Daarnaast blijkt uit de verkoopbrochure dat ook de rechtsvoorganger van [eisers] zich reeds als eigenaar van de strook grond beschouwde: in deze brochure wordt de omstreden strook immers als eigendom aangeboden.
452,00(1,0 punt × tarief € 452,00)