ECLI:NL:RBNHO:2018:2095

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 maart 2018
Publicatiedatum
14 maart 2018
Zaaknummer
C/15/253837 / FA RK 17-242
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en omzetting van een buitenlandse adoptie naar Nederlands recht met betrekking tot minderjarigen

Op 14 maart 2018 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven inzake de erkenning en omzetting van een buitenlandse adoptie van minderjarigen uit Nicaragua. Verzoekers, een echtpaar, hebben op 17 januari 2017 een verzoekschrift ingediend voor de adoptie van de minderjarigen, die in Nicaragua zijn geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische ouders van de minderjarigen zijn overleden en dat de adoptie in Nicaragua is uitgevoerd volgens de geldende wetgeving. De rechtbank heeft de adoptie erkend en de minderjarigen de voornamen en geslachtsnaam toegewezen zoals verzocht. Tevens is de rechtbank van oordeel dat de adoptie naar het recht van Nicaragua een sterke adoptie betreft, waardoor de familierechtelijke banden met de biologische ouders zijn verbroken. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de adoptie in de registers van de burgerlijke stand te vermelden en de geboortegegevens van de minderjarigen vast te stellen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
locatie Alkmaar
Zaak-/rekestnr.: C/15/253837 / FA RK 17-242
beschikking van 14 maart 2018 betreffende erkenning en omzetting van een buitenlandse adoptie
gegeven op het verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
en
[verzoekster] ,
geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekers,
advocaat: mr. P. Baur, kantoorhoudende te Landgraaf,
strekkende tot:
primair:
erkenning en voor zoveel nodig omzetting van de hierna te noemen in Nicaragua tot stand gekomen adoptie;
bepaling dat de minderjarigen de voornamen [voornamen] , [voornamen] , [voornamen] , [voornamen] en [voornamen] en de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ” zullen dragen;
subsidiair:
het uitspreken van de adoptie naar Nederlands recht van na te noemen minderjarigen;
bepaling dat de minderjarigen de voornamen [voornamen] , [voornamen] , [voornamen] , [voornamen] en [voornamen] en de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ” zullen dragen.

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekers, ingekomen op 17 januari 2017;
- de brieven van de advocaat van verzoekers, ingekomen op 2 februari 2017 met bijlagen, op 14 maart 2017 met bijlagen, op 1 mei 2017, op 1 mei 2017 met bijlagen, op 26 juni 2017, op 15 augustus 2017, op 2 oktober 2017, op 17 oktober 2017, op 17 oktober 2017 met bijlagen en op 20 november 2017;
- de schriftelijke reacties van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] (verder: ABS), ingekomen op 11 april 2017, op 20 juni 2017, op 29 juni 2017 met bijlage, op 4 augustus 2017 met bijlage, op 4 september 2017, op 15 september 2017 en op 3 november 2017.
1.2
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
1.3
De minderjarigen [minderjarige] en [minderjarige] zijn, gelet op hun leeftijd, in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken. Zij hebben daarvan geen gebruik gemaakt.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
Verzoekers zijn gehuwd op [huwelijksdatum] in [plaats] .
2.2
Uit voormelde op 4 september 2017 ingekomen brief van de ABS blijkt dat:
- op [geboortedatum] is geboren de minderjarige [minderjarige] ;
- op [geboortedatum] is geboren de minderjarige [minderjarige] ;
- op [geboortedatum] is geboren de minderjarige [minderjarige] ;
- op [geboortedatum] is geboren de minderjarige [minderjarige] ;
- op [geboortedatum] is geboren de minderjarige [minderjarige] .
De biologische moeder van de minderjarigen is: [de biologische moeder] en de biologische vader van de minderjarigen is: [de biologische vader] .
2.3
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 24 januari 2014 (nr. B.K.A. 20114/0227) aan verzoekers toestemming verleend voor het opnemen van voornoemde minderjarigen ter adoptie.
2.4
Uit de overgelegde verklaring van verlating (Besluitnummer 183/2013, zaaknummer 320-3505-13FM, startdatum 10 juli 2013) van het Gerecht voor Familiezaken te [plaats] , Republiek Nicaragua, blijkt dat de biologische moeder van de minderjarigen is overleden. In dit stuk is officieel bepaald dat de minderjarigen voorgoed zijn verlaten op grond van verwaarlozing, mishandeling en in de steek gelaten door hun biologische vader. Ten gevolge hiervan wordt tevens een einde gemaakt aan de civiele band van de biologische vader met de minderjarigen.
2.5
Uit het overgelegde stuk “Vonnis nr. 101/2014, zaaknr. 189-3505-14FM onleesbaar 31 maart 2014” van de Arrondissementsrechtbank voor Familiezaken van [plaats] (Nicaragua) van 7 april 2014 blijkt dat de minderjarigen geadopteerd worden verklaard door verzoekers. Bij de adoptie naar het recht van Nicaragua hebben de minderjarigen de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ” gekregen en respectievelijk de voornamen: “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ” en “ [voornamen] ”.
2.6
De adoptie naar het recht van Nicaragua heeft plaatsgevonden met inachtneming van de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.
2.7
De minderjarigen hebben met het doel van adoptie hun geboorteland mogen verlaten.
2.8
De minderjarigen wonen - blijkens het uittreksel uit de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente [plaats] - sedert 28 mei 2014 aan het woonadres van verzoekers en worden aldaar door verzoekers tezamen verzorgd en opgevoed.
2.9
De minderjarigen zijn de eerste kinderen tot wie verzoekers in familierechtelijke betrekking komen te staan.

3.Beoordeling van het verzoek

3.1
De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 3, onder a. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rechtsmacht te oordelen over het onderhavige verzoek, nu verzoekers hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben.
3.2
Bij de beoordeling van het verzoek is afdeling 3 van titel 6 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing. Deze afdeling bevat voorschriften ter zake het toepasselijke recht op de in Nederland uit te spreken adoptie en haar rechtsgevolgen, alsmede de erkenning en haar rechtsgevolgen, van een adoptie die tot stand is gekomen in een staat die op het moment dat de beginseltoestemming is aangevraagd (nog) geen partij is bij het Haags Adoptieverdrag. Op de onderhavige zaak is artikel 10:109 BW van toepassing, nu verzoekers ten tijde van de adoptie hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, terwijl de minderjarigen in Nicaragua hun gewone verblijfplaats hadden.
Ten aanzien van het verzoek tot erkenning
3.3
De rechtbank stelt vast dat de beslissing zoals vervat in het overgelegde stuk “Vonnis nr. 101/2014, zaaknr. 189-3505-14FM onleesbaar 31 maart 2014” van de Arrondissementsrechtbank voor Familiezaken van [plaats] (Nicaragua) van 7 april 2014, voldoet aan de voorwaarden voor erkenning als bedoeld in artikel 10:109 BW, inhoudende dat de procedure van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie moet zijn gevolgd, terwijl daarnaast de weigeringsgronden van artikel 10:108, tweede lid en derde lid, BW zich niet voor doen. De erkenning is in het kennelijk belang van de minderjarigen. De rechtbank is van oordeel dat voormelde stukken daarmee vatbaar zijn voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand.
3.4
De rechtbank zal op de voet van artikel 10:109, derde lid, BW de ABS gelasten een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte van de burgerlijke stand toe te voegen.
Ten aanzien van het verzoek tot omzetting van de adoptie naar het recht van Nicaragua in een adoptie naar Nederlands recht
3.5
Verzoekers hebben de rechtbank verzocht voor zoveel nodig de in het hierboven onder 2.5 weergegeven stuk vervatte (zwakke) adoptie naar het recht van Nicaragua om te zetten in een (sterke) adoptie naar Nederlands recht. Voor dit verzoek hebben verzoekers geen toelichting dan wel onderbouwing gegeven.
3.6
De wetgeving van de republiek Nicaragua vermeldt met betrekking tot adoptie in de digitale databank van “Kluwer Navigator, Module Burgerlijke stand en landeninformatie” en “Xpert Burgerzaken” dat Nicaragua een sterke adoptie kent, hetgeen wil zeggen dat de familiebanden met de biologische familie worden verbroken (art. 235 Fw). Deze informatie wordt ondersteund door de inhoud van de hierboven onder 2.5 weergegeven adoptiebeslissing.
3.7
Uit het voormelde blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat door de adoptie naar het recht van Nicaragua de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarigen en hun biologische ouder(s) zijn verbroken en dus sprake is van een sterke adoptie. Daarmee behoeft het verzoek tot omzetting geen verdere bespreking.
Aantekening in gezagsregister
3.8
De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder k van het Besluit gezagsregisters bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.
Geslachtsnaam en voornamen minderjarigen
3.9
Verzoekers hebben verzocht te bepalen dat de minderjarigen de voornamen “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ” en “ [voornamen] ” en de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ” zullen dragen.
3.1
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 10:19, eerste lid, BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. Ingevolge artikel 10:20 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22, eerste lid, BW bepaalt dat ingeval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regel van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
3.11
De minderjarigen bezitten thans de Nicaraguaanse nationaliteit. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Het voorgaande brengt mee dat Nederlands recht van toepassing is op het verzoek dat betrekking heeft op de voornamen en de geslachtsnaam van de minderjarigen.
3.12
Nu er geen andere kinderen deel uitmaken van het gezin van verzoekers, hebben zij te kennen gegeven dat de geslachtsnaam zal luiden: [geslachtsnaam] .
3.13
Het verzoek tot voornaamswijziging aangaande de minderjarigen [minderjarige] , [minderjarige] en [minderjarige] is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 BW en zal worden toegewezen. Het verzoek tot voornaamswijziging aangaande de minderjarigen [minderjarige] en [minderjarige] zal bij gebrek aan belang worden afgewezen. De verzochte wijziging van de voornamen van deze minderjarigen komt immers overeen met de voornamen die deze minderjarigen reeds bij de adoptie in Nicaragua hebben gekregen.
Geboortegegevens minderjarigen
3.14
Bij de stukken bevinden zich in Nicaragua opgemaakte akten van vervanging van geboorteaktes betreffende de minderjarigen, waarbij in verband met de adoptie de voornamen en de geslachtsnaam van de minderjarigen zijn aangepast. Deze stukken betreffende geen voor inschrijving vatbare geboorteakten, nu deze akten niet de volledige (juridische) afstammingshistorie van de minderjarigen in chronologische volgorde (voor zover mogelijk) weergegeven.
3.15
De rechtbank stelt vast dat in de diverse overgelegde stukken veel discrepantie bestaat over de juiste spelling van de voornamen van de minderjarigen. Nadat de advocaat van verzoekers dienaangaande de nodige aanvullende informatie heeft verstrekt, heeft de ABS in de op 4 september 2017 ingekomen brief vermeld dat de oorspronkelijke voornamen van de minderjarigen respectievelijk als volgt luiden: “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ”, “ [voornamen] ” en “ [voornamen] ”. De rechtbank zal uitgaan van deze oorspronkelijke voornamen.
3.16
Met betrekking tot de geboorteplaats van de minderjarigen overweegt de rechtbank als volgt.
De ABS stelt in de op 4 september 2017 ingekomen brief dat de verklaringen van de ambtenaar van de burgerlijke stand van het Centraal Register van burgerlijke stand van 24 juni 2013 te [plaats] , Nicaragua, waaruit blijkt dat van geen van de minderjarigen een geboorteakte is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, de nodige vragen doen rijzen. Uit deze verklaringen blijkt dat alle minderjarigen zijn geboren in de gemeente [plaats] , departement [plaats] , Nicaragua, maar dat géén geboorteakte voorkomt in het geboorteregister van [plaats] , Nicaragua. De minderjarigen zouden volgens de verklaringen dus geboren zijn in de gemeente [plaats] , Nicaragua. Een en ander op aangifte van het ministerie voor Gezinszaken van Nicaragua, onder wier bescherming de minderjarigen blijkens de verklaring van verlating van 19 augustus 2013 van het “Gerecht voor Familiezaken van het district [plaats] , Nicaragua” zijn geplaatst.
Het bovenstaande terwijl volgens (in ieder geval) de vertaling van de adoptie uitspraak van 7 april 2014 van de Arrondissementsrechtbank voor Familiezaken van [plaats] , Nicaragua, de minderjarigen allen zijn geboren in de gemeente [plaats] , Nicaragua. Aan de hand van de adoptie uitspraak zijn van de minderjarigen op 8 april 2014 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van [plaats] , Nicaragua nieuwe geboorteakten opgemaakt waar onder andere uit blijkt dat de minderjarigen allen zijn geboren in de gemeente [plaats] , Nicaragua.
Als geboorteplaats dient de plaats waar de minderjarigen zijn geboren vastgesteld te worden. Wanneer dat geen [plaats] , Nicaragua blijkt te zijn maar [plaats] , Nicaragua, dient de geboorteplaats dienovereenkomstig vastgesteld te worden. Gelet op het bovenstaande dienen verzoekers, om tot een juiste vaststelling van de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarigen te kunnen komen, zich uit te laten over de geboorteplaats van de minderjarigen, alles aldus de ABS.
3.17
Als reactie op voormeld standpunt van de ABS heeft de advocaat van verzoekers bij op 17 oktober 2017 ingekomen brief met bijlage het volgende aangegeven. In Nicaragua is het vaste praktijk dat, indien nieuwe geboorteakten worden opgemaakt, zoals in casu het geval is, steevast als geboorteplaats [plaats] , wordt vermeld. De oude brondocumenten zijn niet te verkrijgen en verzoekers hebben alleen de nieuwe geboorteakten met de geboorteplaats [plaats] . Verwezen wordt naar de als bijlage meegezonden e-mail van de Nederlandse Adoptie Stichting, waarin wordt aangegeven dat de opgevraagde geboorteakten uit Nicaragua in [plaats] worden opgesteld. Hierdoor komt [plaats] als geboorteplaats op de akte te staan, ook wanneer het kind elders is geboren.
3.18
De ABS heeft als reactie hierop meegedeeld dat verzoekers zich niet hebben uitgelaten over de oorspronkelijke geboorteplaats, waardoor het onduidelijk is welke plaats de rechtbank als geboorteplaats van de minderjarigen dient vast te stellen. De ABS stelt zich op het standpunt dat bij de vaststelling van de geboortegegevens de oorspronkelijke geboortegegevens, zo ook de oorspronkelijke geboorteplaats, dient te worden vastgesteld.
3.19
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank stelt vast dat in de verklaringen van de ambtenaar van de burgerlijke stand van het Centraal Register van de burgerlijke stand te [plaats] , Nicaragua van 24 juni 2013 wordt meegedeeld dat van geen van de minderjarigen, die volgens het Ministerie voor Gezinszaken allen zijn geboren in de gemeente [plaats] , een geboorteakte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente [plaats] , Nicaragua en dat die verklaringen alleen geldig zijn voor de verklaring van verlating bij de bevoegde rechter.
De rechtbank stelt voorts vast dat uit het hierboven onder 2.5 vermelde stuk, evenals uit de naar aanleiding van dat stuk opgemaakte, in het boek van vervangingen van geboorteaktes over het jaar 2014 in deel nr. 8574 voorkomende, akten blijkt dat alle minderjarigen zijn geboren te [plaats] , Nicaragua.
3.2
De rechtbank is van oordeel dat uit de in het dossier aanwezige stukken niet voldoende (objectieve) aanwijzingen zijn verkregen omtrent de exacte plaats waar de geboorte van de minderjarigen moet hebben plaatsgehad. De rechtbank ziet aanleiding aan te sluiten bij de geboorteplaats [plaats] , nu dit in alle naar aanleiding van de adoptie in Nicaragua opgemaakte stukken is vermeld. Gelet op het bepaalde in artikel 1:25c, eerste en derde lid BW zal de rechtbank de geboortegegevens van de minderjarigen vaststellen zoals hierna staat vermeld.
3.21
Aangezien de primair verzochte erkenning van de adoptie zal worden toegewezen, behoeft het subsidiaire verzoek de adoptie naar Nederlands recht uit te spreken, geen verdere bespreking.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1
stelt vast dat de minderjarige:
a. [minderjarige] , van het vrouwelijk geslacht, is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
b. [minderjarige] , van het mannelijk geslacht, is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
c. [minderjarige] , van het mannelijk geslacht, is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
d. [minderjarige] , van het mannelijk geslacht, is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
e. [minderjarige] , van het vrouwelijk geslacht, is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
4.2
verklaart voor recht dat wordt erkend de beslissing, zoals vervat in het overgelegde stuk “Vonnis nr. 101/2014, zaaknr. 189-3505-14FM onleesbaar 31 maart 2014” van de Arrondissementsrechtbank voor Familiezaken van [plaats] (Nicaragua) van 7 april 2014, tot de adoptie naar het recht van Nicaragua van de minderjarigen:
a. [minderjarige] , oorspronkelijk genaamd [minderjarige] , van het vrouwelijk geslacht, geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
b. [minderjarige] , oorspronkelijk genaamd [minderjarige] , van het mannelijk geslacht, geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
c. [minderjarige] , oorspronkelijk genaamd [minderjarige] , van het mannelijk geslacht, geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
d. [minderjarige] , oorspronkelijk genaamd [minderjarige] , van het mannelijk geslacht, geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua;
e. [minderjarige] , oorspronkelijk genaamd [minderjarige] , van het vrouwelijk geslacht, geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nicaragua,
door verzoekers voornoemd;
4.3
beveelt de inschrijving van de hierboven vastgestelde geboortegegevens van de minderjarigen in de registers van de burgerlijke stand te ’ [plaats] ;
4.4
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
4.5
gelast de wijziging van de voornamen van de hierboven onder 4.2 onder a, c, en d genoemde minderjarigen in respectievelijk: [voornamen] , [voornamen] en [voornamen] ;
4.6
wijst af het meer of anders verzochte;
4.7
bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;
4.8
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente
[plaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2018.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.