Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser2],
[eiser3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de brief van mr. N.G. Wijnstekers van 8 maart 2018, waarbij zij de producties 1 t/m 25 in het geding heeft gebracht
- de mondelinge behandeling op 9 maart 2018
- de pleitnota van Kramer Pensioen c.s.
- de pleitnota van Hypinvest.
- [eiser2], zowel in persoon als in zijn hoedanigheid van directeur van Kramer Pensioen,
- [A.], in zijn hoedanigheid van gevolmachtigd vertegenwoordiger van Kramer Pensioen,
- mrs. Kras en Dekker voornoemd,
2.De feiten
- Er zal een renteaanbod worden gedaan voor een rentevast periode van 5 jaar op basis van de huidige geldende actuele rentetarieven. Het voor u van toepassing zijnde rentepercentage bedraagt thans 3,05% (…).
- Voor de periode 1 april 2015 tot en met 1 mei 2016 zijn wij coulancehalve bereid u alsnog het 3 maands euribor tarief inclusief de vaste opslag van 1,10% te geven (…).
- Het totaal bedrag gebaseerd op het 3 maands euribor tarief dat u te weinig heeft betaald daar de opslag ten onrechte was komen te vervallen bedraagt EUR 4.956,54. Inclusief de huidige nog door u te betalen restant termijnen ad EUR 3.069,73 bedraagt de nog door u te betalen rente over de periode 1 april 2015 tot en met 1 mei 2016 EUR 8.026,27. (…)
(de voorzieningenrechter begrijpt: de bank achter Hypinvest)aan [eiser2] van 17 mei 2016 staat onder meer het volgende.
Na controle van het door mij aan Hypinvest BV verschuldigde bedrag, merk ik op dat over de periode van 1-5-2016 tot 01-06-2016 een onjuiste euribor rente wordt berekend. De euribor rente is in deze periode negatief. U berekent een positief tarief van 0,45 %. Ik verzoek u de rente nota van 22 mei aan te passen aan het werkelijk te betalen bedrag en mij een herziende rekening toe te sturen.
Helaas bent u de afspraak in de vaststellingsovereenkomst niet nagekomen. In deze brief leest u hoe u voorkomt dat wij uw woningen openbaar verkopen.
U heeft van ons een brief ontvangen waarin staat dat wij huw hypotheek opeisen. Tot nu toe heeft u de lening niet volledig afgelost. In deze brief informeren wij u over de gevolgen hiervan.
. Zij bereiden nu de openbare verkoop van uw woningen aan de [adres] in[plaats]en het kavel aan de [adres] in[plaats]voor.”
3.Het geschil
Tenslotte hebben [eiser2] c.s. gesteld dat Hypinvest misbruik maakt van recht, aangezien zij, gelet op de onderwaarde van het verhypothekeerde geen enkel belang heeft bij de executie daarvan.
4.De beoordeling
Hypinvest betwist dat de lening onder de oude voorwaarden van 28 januari 2013 is blijven doorlopen en stelt dat Kramer Pensioen door ondertekening van de vaststellingsovereenkomst alsnog akkoord is gegaan met het aanbod dat Hypinvest heeft gedaan in haar brief van 12 mei 2016. Dit heeft volgens Hypinvest tot gevolg dat Kramer Pensioen met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2016 een rentetarief van 3,05% verschuldigd is over leningsdeel 116. Dientengevolge heeft Hypinvest Kramer Pensioen op 22 mei 2017 geïnformeerd dat zij tot 1 juli 2017 een achterstand van € 31.166,93 had op leningsdeel 116, welk bedrag later door Hypinvest is gecorrigeerd naar € 30.661,43. Betaling van dit bedrag door Kramer Pensioen is uitgebleven, ten gevolge waarvan Hypinvest stelt dat Kramer Pensioen in verzuim is komen te verkeren ten aanzien van haar verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst. Hypinvest voert aan wegens het verzuim van Kramer Pensioen gerechtigd te zijn om de appartementsrechten en het perceel grond te executeren.
Kramer Pensioen bestrijdt dat partijen met de vaststellingsovereenkomst hebben beoogd afspraken met terugwerkende kracht te maken en bestrijdt de (hoogte van de) door Hypinvest berekende achterstand ten aanzien van leningsdeel 116.
816,00