Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de besloten vennootschap Financieringsmaatschappij Enkhuizen B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Duur, verlenging en opzegging3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 december 2012 en lopende tot en met 30 november 2017.
“In het verlengde van onderstaande is per vandaag euro 806,42 van de maand oktober voldaan. Het restant zal spoedig volgen. Ik hoop ook november deze maand volledig te voldoen. Doelstelling is voor de jaarwisseling sowieso volledig bij te zijn. Zouden jullie de huurgarantie aan [adres] kunnen opeisen en als waarborg houden en kunnen we de tenaamstelling van het contract wijzigen naar BijlesAcademie Nederland? Zou jij ook de specificatie kunnen sturen van die ene factuur inzake servicekosten? (…)”.
“(…) Ik heb nog nooit in het kader van een huurcontract in privé meegetekend en zal dat ook niet doen. (…) In het verlengde hiervan is het wellicht verstandig om, via dit schrijven, de huurovereenkomst per 1 december 2017 op te zeggen. Wil je dat ik dit per aangetekend schrijven doe? Dan kunnen we tegen die tijd kijken of wij en/of jullie een nieuwe huurovereenkomst met elkaar willen aangaan.”.
“Beste [bestuurder] , Dat vind ik dan jammer om te lezen aangezien wij altijd coulant naar jullie zijn geweest. (…) Als je niet privé wilt mee tekenen dan kan ik me dat wel voorstellen. Als jij nu daarom de overeenkomst wilt opzeggen dat ben je daar vrij in maar nogmaals jammer dat dit de aanleiding is. De bankgarantie is naar de bank gestuurd dus die zullen dit binnenkort uitbetalen. (…)”.
“(…) We kunnen tegen die tijd zien of we met elkaar een nieuwe overeenkomst willen aangaan. Deze kunnen we gewoon niet laten doorgaan en moet daarom worden opgezegd. De opzegtermijn is een jaar. Op dit moment en in het licht van onze communicatie komt het vervelend over. Nogmaals dat is absoluut niet mijn intentie.”.
“(…) Momenteel sta je € 5.702,47 aan huur en servicekosten open. Als wij niet per ommegaande een concreet en acceptabel betalingsvoorstel ontvangen dan zullen wij boetes conform de algemene bepalingen in rekening brengen en overwegen wij de waarborg met de huur te verrekenen. (…) Dit kan zo niet langer. (…)”.
“(…) Wij handhaven onze mening en stellen u wegens het niet op tijd betalen en het altijd gezeur over servicekosten die wij u overigens 1 op 1 doorberekenen in gebreke voor alle schade en kosten en eisen de achterstallige huur + servicekosten met onmiddellijke ingang op. (...)”.
“(…) Dank voor uw schrijven van 19 juli jongstleden. (…) In deze mails is ons standpunt duidelijk uiteengezet en betwisten wij de in uw overzicht opgenomen achterstand. De enige achterstand is volgens ons het deel van de maand juni en de maand juli 2017. Wij vinden het prima als dit verrekend wordt met de waarborg. Daarnaast lijkt het ons niet zinvol om de resterende borg volledig bij te plussen voor de resterende 4 maanden van de lopende huurverplichting. (…)”.
3.De vordering
1. betaling van € 6.483,26 wegens achterstallige huur en voorschotservicekosten tot en met januari 2018;
2. betaling van € 1.595,09 per maand voor elke maand vanaf februari 2018 tot het einde van de huurovereenkomst dan wel, indien dat eerder zou zijn, tot een nieuwe huurder de later te vervallen betalingsverplichtingen overneemt;
3. betaling van € 2.800,00 aan kosten van de door FME ingeroepen makelaarsassistentie ter beperking van schade wegens het tekortschieten van Bijlesacademie;
5. betaling van de waarborgsom ad € 3.693,00;
6. betaling van een boete van € 250,00 per dag wegens het niet opnieuw stellen van een waarborgsom, gematigd tot € 10.000,00;
7. betaling van de afrekening servicekosten 2015 ad € 1.400,01;
8. betaling van de afrekening servicekosten 2016 ad € 1.356,98;
9. betaling van de nog nader op te maken afrekening servicekosten 2017;
10. betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 662,65 en
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
a. € 3.293,08 aan achterstallige huur en voorschotten;
b. € 600,00 aan boetes wegens te late huurbetaling;
c. € 1.000,00 aan boetes wegens niet betaling van de waarborgsom;
d. € 1.400,01 aan servicekosten 2015;
e. € 1.356,98 aan servicekosten 2016;
f. € 662,65 aan buitengerechtelijke incassokosten;