ECLI:NL:RBNHO:2018:2349

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 maart 2018
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
6483262 CV EXPL 17-10516
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang ontzegd aan sportschoollid wegens gedragingen

In deze zaak heeft eiser, een lid van Healthcity, de sportschool aangeklaagd omdat hem de toegang tot de locatie in Den Haag was ontzegd. De sportschool stelde dat eiser zich schuldig had gemaakt aan ongewenst gedrag, waaronder het lastigvallen van vrouwelijke leden en het aanzetten tot opzegging van lidmaatschappen. Eiser ontkende deze beschuldigingen en vorderde dat de sportschool hem weer toegang verleende tot de faciliteiten. De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat het verweten gedrag van eiser zo ernstig was dat een definitieve weigering van toegang gerechtvaardigd was. De rechter concludeerde dat Healthcity toerekenbaar tekortkwam in de nakoming van de abonnementsvoorwaarden en dat eiser recht had op toegang tot de sportschool. De vordering van eiser werd toegewezen, met veroordeling van Healthcity in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6483262 \ CV EXPL 17-10516
Uitspraakdatum: 14 maart 2018
Vonnis in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. J.B. Craanen
tegen
Healthcity West B.V.
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
verder te noemen: Healthcity
gemachtigde: mr. M.F. Bartels

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 14 november 2017 een vordering tegen Healthcity ingesteld. Healthcity heeft zowel mondeling als aanvullend schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 2 februari 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 25 januari 2018 nog nadere producties toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is sinds 2012 lid van Health City Den Haag (hierna: HC Den Haag ). Op de lidmaatschapsovereenkomst zijn de algemene voorwaarden en de huisregels van Healthcity van toepassing.
2.2.
Artikel 3.6. van de toepasselijke algemene voorwaarden van Healthcity luidt:
“Het Lid mag gedurende de openingstijden trainen in de in de Overeenkomst vermelde club en overige clubs van HealthCity (…).”Artikel 7.6 van de toepasselijke algemene voorwaarden luidt:
“Healthcity mag de lidmaatschapsovereenkomst ontbinden zonder ingebrekestelling of mededeling:(…)d. indien het Lid de huis- of zonnebankregels niet naleeft, dan wel indien het Lid de toegang is geweigerd of ontzegt. (…)”.
Artikel 13 (onder het kopje Huisreglement) luidt:
13.1. (…) “Deze huisregels zijn aanwezig in de club en kunnen indien gewenst worden opgevraagd bij de receptie van elke club. Het lid is verplicht deze huisregels na te leven.13.2. De club kan te allen tijde de toegang weigeren of ontzeggen aan personen wiens gedrag daar aanleiding toe geeft.(…)”
2.3.
In de Huisregels van Healthcity staat, voor zover relevant, vermeld:
* De aanwijzingen van het personeel dienen strikt opgevolgd te worden.* Verbaal of lichamelijk geweld wordt niet getolereerd.* Ongewenste en/of gewenste intimiteiten in de HealthCity club worden niet getolereerd.* De club manager behoudt zich het recht toe om personen die zich schuldig maken aan ongewenst gedrag de toegang tot de club te ontzeggen.Bij het overtreden van de huisregels worden er maatregelen genomen en kunnen leden uit de HealthCity club worden verwijderd.”
2.4.
Op 3 juli 2017 is gestart met een verbouwing van HC Den Haag . [eiser] heeft daarover gedurende de verbouwing zijn beklag daarover gedaan.
2.5.
[eiser] heeft op 6 juli 2017 de overeenkomst met HC Den Haag opgezegd per
1 september 2017.
2.6.
Op 13 juli 2017 heeft een gesprek plaats gehad tussen de manager, [manager] , van HC Den Haag en [eiser] .
2.7.
Op 8 september 2017 heeft [eiser] zich ingeschreven bij Health City Rotterdam Kralingen (hierna: HC Kralingen).
2.8.
[eiser] heeft in september 2017 ervaren dat hem de toegang tot HC Den Haag is ontzegd. Hij heeft sindsdien geen gebruik meer kunnen maken van de faciliteiten bij HC Den Haag .
2.9.
Bij brief van 19 oktober 2017 is Healthcity gesommeerd [eiser] weer toe te laten.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
A. voor recht zal verklaren dat HealthCity toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de abonnementsvoorwaarden behorend bij het lidmaatschap van HC Kralingen door aan [eiser] zonder redelijke grond de toegang tot HC Den Haag te ontzeggen;
B. Healthcity veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de abonnementsvoorwaarden behorend bij het lidmaatschap van HC Kralingen op correcte wijze na te komen, hetgeen onder meer inhoudt dat Healthcity [eiser] mede toegang zal verlenen tot de vestiging HC Den Haag om aldaar zonder enige beperking te kunnen trainen c.q. gebruik te kunnen maken van alle sport- en wellnessfaciliteiten, één en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere keer dat Healthcity daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 10.000,00;
C. Healthcity veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag ter zake de in redelijkheid gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:96 lid 2, sub b BW, overeenkomstig de nog door de Raad voor Rechtsbijstand vast te stellen eigen bijdrage;
een en ander met veroordeling van Healthcity in de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Healthcity hem ten onrechte de toegang tot HC Den Haag weigert. [eiser] ontkent zich schuldig te hebben gemaakt tot het aansporen van andere leden om ook hun lidmaatschap op te zeggen. [eiser] heeft slechts zijn klachten kenbaar gemaakt over het gebrek aan hygiëne en ruimte tijdens de verbouwingswerkzaamheden. [eiser] stelt dat hij daarin niet alleen stond en wijst op overgelegde berichten uit augustus 2017 op social media. Omdat hem geen compensatie voor de overlast tijdens de verbouwing werd geboden, heeft hij zijn lidmaatschap bij HC Den Haag opgezegd. Hij heeft zich vervolgens ingeschreven bij HC Kralingen. [eiser] wilde na de verbouwing weer sporten bij HC Den Haag , maar moest ervaren dat hem de toegang was geweigerd. Hij begrijpt niet dat, als zijn gedrag ongewenst zou zijn, hetgeen hij betwist, hij dan wel mag trainen bij HC Kralingen.
betwist alle aantijgingen van Healthcity en heeft ter onderbouwing een aantal verklaringen in het geding gebracht. [eiser] stelt dat hij belang heeft bij zijn vordering, omdat zijn sociale leven zich afspeelt in Den Haag en zijn vrienden sporten bij HC Den Haag .

4.Het verweer

4.1.
Healthcity betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat het gedrag van [eiser] aanleiding heeft gegeven om hem op grond van artikel 13.2 van de toepasselijke algemene voorwaarden de toegang te ontzeggen tot HC Den Haag . [eiser] wordt verweten dat hij de Huisregels heeft overtreden. Het gedrag van [eiser] bestond onder meer uit het sinds 2015 lastigvallen van vrouwelijke leden en instructrices, waarbij tevens sprake was van ongewenste intimiteiten, en het in de zomer van 2017 negatief uitlaten over (medewerkers van) HC Den Haag op zowel de sportschool als op social media en het aansporen van andere leden om hun lidmaatschap op te zeggen. Healthcity heeft ter onderbouwing een aantal verklaringen in het geding gebracht. [eiser] is meer dan eens aangesproken op zijn gedrag door de manager van HC Den Haag , [manager] (hierna: [manager] ). Desondanks heeft [eiser] weer huisregels overtreden, zodat hij terecht wordt geweigerd in Den Haag .
4.2.
Healthcity verzoekt om afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en nakosten, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag die voorligt is of [eiser] regels heeft overtreden en, zo ja, of deze overtreding ernstig genoeg is om hem definitief de toegang tot HC Den Haag te weigeren.
Het staat daarbij niet ter discussie dat een lid van HC Kralingen, zoals [eiser] , in beginsel bevoegd is om ook te sporten bij HC Den Haag . In het onderhavige geval heeft Healthcity zich op het standpunt gesteld dat zij [eiser] de toegang tot HC Den Haag mag weigeren, omdat [eiser] de huisregels zou hebben overtreden, hetgeen [eiser] heeft weersproken. Healthcity heeft aangegeven dat [eiser] welkom blijft bij HC Kralingen. Aangezien er geen termijn aan de maatregel is gesteld en Healthcity ook niet heeft aangegeven op welk moment of onder welke voorwaarden [eiser] weer toegang krijgt tot HC Den Haag , moet ervan uitgegaan worden dat dit bedoeld is als een definitieve weigering.
5.2.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [eiser] zich zodanig ernstig heeft gedragen dat Healthcity bevoegd is om hem definitief de toegang tot HC Den Haag te weigeren. Zij overweegt daartoe als volgt.
5.3.
Partijen hebben een verschillende uitleg gegeven van hetgeen heeft plaatsgevonden en hebben daartoe allebei schriftelijke verklaringen van derden, zowel van andere leden als (ex) instructrices, in het geding gebracht. Uit deze verklaringen komt een tegengesteld beeld naar voren. De kantonrechter ziet aanleiding om de verwijten van Healthcity aan het adres van [eiser] per onderdeel te behandelen.
Stalking/benadering van vrouwenHealthcity heeft een klacht van [betrokkene 1] uit januari 2015 overgelegd. [eiser] heeft in reactie daarop aangegeven dat [betrokkene 1] hem duidelijk had gemaakt niet in hem geïnteresseerd te zijn en dat hij nadien heeft hij ook geen enkel contact meer met haar gehad.
Voor zover hetgeen [betrokkene 1] schrijft al kan worden aangemerkt als stalking of ongewenst gedrag, moet worden vastgesteld dat er na januari 2015 kennelijk geen melding door vrouwelijke leden is gedaan tegen [eiser] van stalking of ongewenst gedrag. Integendeel, een lid, [betrokkene 2] verklaart dat [eiser] haar had gevraagd bij [betrokkene 1] te informeren en, nadat de reactie negatief was, dat hij dit heeft geaccepteerd. Een ander lid, [betrokkene 3] , verklaart [eiser] 4-5x per week in de sportschool te zien en dat zij nog nooit ongewenst gedrag van hem heeft gezien. [betrokkene 4] , kent [eiser] al 10 jaar, verklaart ditzelfde en geeft daarbij aan dat zij zoiets ook nooit heeft gehoord over [eiser] , ook niet in de vrouwenkleedkamer, en dat [eiser] vrouwen altijd met respect behandelt. Ook voormalige instructrice [instructrice 1] verklaart geen ongepast gedrag van [eiser] te hebben gezien. Zij verklaart dat zij hem juist graag in haar lessen had, omdat hij prettig was tegen dames en gepaste afstand hield, ook bij de intieme partnerdansles Kizomba.
Klacht instructrice [instructrice 2]Healthcity heeft verder een verklaring overgelegd gedateerd november 2017 over een incident dat in mei 2016 zou hebben plaatsgevonden. De instructrice “Body Attack”, [instructrice 2] verklaart daarover dat [eiser] tijdens haar lessen andere klanten lastig viel door hardop een negatieve mening te verkondingen, anderen actief probeerde te beletten haar lessen te volgen door hen over te halen kaartjes in te leveren en naar een andere les te gaan, als ook dat hij de veiligheid tijdens de les in gevaar zou brengen door instructies over het plaatsen van bidons te negeren en met hete thee/koffie in en uit de les te lopen. [eiser] heeft in reactie hierop aangegeven dat hij inderdaad [instructrice 2] geen goede instructrice vond, maar dit gold ook voor anderen die kritiek hebben geuit. Hij betwist de overige verwijten en wijst daarbij op de overgelegde verklaring van [betrokkene 3] (lid) die verklaart dat de kwaliteit van de lessen van [instructrice 2] minimaal was en dat leden negatief over [instructrice 2] zijn door haar vervelende opmerkingen, alsmede dat zij [eiser] niet met warme dranken in de les heeft gezien en dat hij geen anderen heeft overgehaald of kaarten heeft uitgedeeld. Wie hij zou hebben overgehaald is vervolgens onduidelijk gebleven.
Ter zitting heeft [eiser] verklaard dat hij [manager] had aangesproken over het feit dat [instructrice 2] dreigende taal in zijn richting had geuit. In reactie hierop heeft [manager] verklaard dat hij de uitlating van [instructrice 2] zelf niet dreigend vond en geen stappen heeft ondernomen richting [instructrice 2] .
De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat [instructrice 2] zich heeft geërgerd aan [eiser] (en mogelijk andere leden), omdat zij kritiek kreeg op haar manier van lesgeven. [instructrice 2] heeft zich niet onbetuigd gelaten door haar taalgebruik richting [eiser] . Daar komt nog bij dat een andere instructrice uit die periode, [instructrice 1] , juist aangeeft dat je [eiser] graag in je les wilt hebben. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [eiser] zich heeft misdragen jegens [instructrice 2] in mei 2016.
Klacht instructrice [instructrice 3]De instructrice “Zumba”, [instructrice 3] , verklaart in november 2017 dat [eiser] eind 2016, hij haar iets te lang aanraakte als hij haar zag, een hand op haar schouder legde of een knijpje in haar arm. Verder zou hij haar woorden over [instructrice 2] hebben verdraaid en verklaart zij dat hem meerdere malen slecht had horen praten over de club tegen andere leden. Wat hij heeft gezegd is onduidelijk gebleven. [instructrice 3] verklaart in algemene termen.
[eiser] heeft dit weersproken en daarbij gewezen op de overgelegde verklaringen. Naast de verklaring van eerdergenoemde [instructrice 1] en [betrokkene 3] , heeft [betrokkene 5] verklaard dat zij de interactie tussen [instructrice 3] binnen en buiten de les als zeer vriendelijk had ervaren en dat [instructrice 3] tijdens de lessen [eiser] juist opzocht en ook geen wijziging in die interactie had gezien in 2017. [betrokkene 4] verklaart op gelijke wijze, dat [instructrice 3] [eiser] op het podium haalde om nummers met haar voor te doen, iedereen had dan de grootste lol en dat zij nooit ervaren had dat hun contact eenzijdig was.
De kantonrechter kan niet vaststellen dat [eiser] ongepast gedrag heeft vertoond jegens [instructrice 3] . In ieder geval is niet komen vast te staan dat er na eind 2016 iets is voorgevallen.
Negatieve uitlatingen tijdens de verbouwingAls laatste verwijt Healthcity [eiser] dat hij negatief geweest is over Healthcity tijdens de verbouwing, intern als op social media en verder gepoogd heeft anderen over te halen om ook op te zeggen. Healthcity wijst op een tweetal verklaringen. [eiser] erkent dat hij kritiek heeft gehad over de situatie tijdens de verbouwing, maar daar stond hij bepaald niet alleen in. Hij heeft niemand overgehaald om ook op te zeggen, wel heeft hij met kennissen besproken dat hij zou gaan opzeggen. [eiser] wijst op overgelegde verklaringen.
De verklaring van [betrokkene 7] komt overeen met wat [eiser] zelf verklaart en is geen onderbouwing van het verwijt dat hij andere leden actief zou hebben aangezet tot opzegging. [betrokkene 8] verklaart dat [eiser] sinds de verbouwing meerdere keren klaagde, zich kritisch uitliet in de kleedkamer en vond dat de club compensatie mocht bieden voor het ongemak.
Het moge zo zijn dat er leden waren die niet gecharmeerd waren van de opmerkingen van [eiser] , het klagen over de situatie op de sportschool tijdens een verbouwing, is nog geen reden om iemand definitief de toegang te weigeren. Er is geen lid bij naam genoemd die door [eiser] zou zijn overgehaald om op te zeggen. Daar staat tegenover dat [betrokkene 9] heeft verklaard dat ook hij flink heeft geklaagd over de situatie tijdens de verbouwing, dat zijn verzoek om zijn abonnement in die periode te bevriezen was afgewezen en dat hij tegen o.a. [betrokkene 7] had gezegd dat door het gebrek aan management en de lage kwaliteit de club aan het zinken was. Tegen [betrokkene 9] zijn geen stappen ondernomen noch is hem de toegang geweigerd.
weerspreekt ook dat [eiser] hem zou hebben aangespoord om de club te verlaten. Ook zijn pagina’s overgelegd van social media, waarop leden klagen en waarop door Healthcity is gereageerd. Dat [eiser] ongepast gedrag heeft vertoond, is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken.
5.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet is gebleken dat het verweten gedrag van [eiser] - voor zover dit al is komen vast te staan - als dermate ernstig kan worden aangemerkt dat een zo ingrijpende maatregel als het definitief weigeren van de toegang als redelijk kan worden aangemerkt. De kantonrechter overweegt voorts nog dat het zo moge zijn dat bij Healthcity incidenten niet meteen schriftelijk worden vastgelegd en dat zij niet aan “dossieropbouw doet”, maar het ligt op de weg van Healthcity om aan haar leden op duidelijke wijze aan te geven welk gedrag niet wordt getolereerd en welke sancties worden toegepast. Daarvan lijkt in het onderhavige geval geen sprake te zijn geweest. Van ‘geweld’ of ‘intimiteiten’ (zoals verwoord in de Huisregels) is in dit geval niet gebleken. Daar komt nog bij dat, voordat een zo ingrijpende maatregel wordt genomen als het definitief weigeren van toegang van een lid, het betreffende lid in de gelegenheid gesteld dient te worden om kennis te nemen van de geuite verwijten / klachten en vervolgens in de gelegenheid te worden gesteld zijn weerwoord te kunnen geven. Van dit alles is niet, althans onvoldoende gebleken. De gehanteerde maatregel van definitieve weigering is buitensporig en te ingrijpend geweest. Inmiddels heeft [eiser] al meer dan een half jaar geen gebruik kunnen maken van HC Den Haag .
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] , op hierna te melden wijze, zal toewijzen.
5.6.
De vordering tot betaling van een bedrag ter zake de in redelijkheid gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:96 lid 2, sub b BW, overeenkomstig de nog door de Raad voor Rechtsbijstand vast te stellen eigen bijdrage, wordt afgewezen. Uit niets blijkt dat er een toevoeging is afgegeven.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Healthcity, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
Verklaart voor recht dat Healthcity toerekenbaar tekortkomt in de nakoming van de abonnementsvoorwaarden behorend bij het lidmaatschap van HC Kralingen door [eiser] zonder redelijke grond de toegang tot HC Den Haag te weigeren;
6.2.
veroordeelt Healthcity om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de abonnementsvoorwaarden behorend bij het lidmaatschap van HC Kralingen op correcte wijze na te komen, hetgeen onder meer inhoudt dat Healthcity [eiser] mede toegang zal verlenen tot de vestiging HC Den Haag om aldaar te kunnen trainen c.q. gebruik te kunnen maken van alle sport- en wellnessfaciliteiten, één en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere keer dat Healthcity daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 10.000,00;
6.3.
veroordeelt Healthcity tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 85,21
griffierecht € 78,00
salaris gemachtigde € 600,00 ;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter