Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Het Lid mag gedurende de openingstijden trainen in de in de Overeenkomst vermelde club en overige clubs van HealthCity (…).”Artikel 7.6 van de toepasselijke algemene voorwaarden luidt:
“Healthcity mag de lidmaatschapsovereenkomst ontbinden zonder ingebrekestelling of mededeling:(…)d. indien het Lid de huis- of zonnebankregels niet naleeft, dan wel indien het Lid de toegang is geweigerd of ontzegt. (…)”.
13.1. (…) “Deze huisregels zijn aanwezig in de club en kunnen indien gewenst worden opgevraagd bij de receptie van elke club. Het lid is verplicht deze huisregels na te leven.13.2. De club kan te allen tijde de toegang weigeren of ontzeggen aan personen wiens gedrag daar aanleiding toe geeft.(…)”
* De aanwijzingen van het personeel dienen strikt opgevolgd te worden.* Verbaal of lichamelijk geweld wordt niet getolereerd.* Ongewenste en/of gewenste intimiteiten in de HealthCity club worden niet getolereerd.* De club manager behoudt zich het recht toe om personen die zich schuldig maken aan ongewenst gedrag de toegang tot de club te ontzeggen.Bij het overtreden van de huisregels worden er maatregelen genomen en kunnen leden uit de HealthCity club worden verwijderd.”
1 september 2017.
3.De vordering
A. voor recht zal verklaren dat HealthCity toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de abonnementsvoorwaarden behorend bij het lidmaatschap van HC Kralingen door aan [eiser] zonder redelijke grond de toegang tot HC Den Haag te ontzeggen;
B. Healthcity veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de abonnementsvoorwaarden behorend bij het lidmaatschap van HC Kralingen op correcte wijze na te komen, hetgeen onder meer inhoudt dat Healthcity [eiser] mede toegang zal verlenen tot de vestiging HC Den Haag om aldaar zonder enige beperking te kunnen trainen c.q. gebruik te kunnen maken van alle sport- en wellnessfaciliteiten, één en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere keer dat Healthcity daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 10.000,00;
C. Healthcity veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag ter zake de in redelijkheid gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:96 lid 2, sub b BW, overeenkomstig de nog door de Raad voor Rechtsbijstand vast te stellen eigen bijdrage;
een en ander met veroordeling van Healthcity in de proceskosten.
betwist alle aantijgingen van Healthcity en heeft ter onderbouwing een aantal verklaringen in het geding gebracht. [eiser] stelt dat hij belang heeft bij zijn vordering, omdat zijn sociale leven zich afspeelt in Den Haag en zijn vrienden sporten bij HC Den Haag .
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het staat daarbij niet ter discussie dat een lid van HC Kralingen, zoals [eiser] , in beginsel bevoegd is om ook te sporten bij HC Den Haag . In het onderhavige geval heeft Healthcity zich op het standpunt gesteld dat zij [eiser] de toegang tot HC Den Haag mag weigeren, omdat [eiser] de huisregels zou hebben overtreden, hetgeen [eiser] heeft weersproken. Healthcity heeft aangegeven dat [eiser] welkom blijft bij HC Kralingen. Aangezien er geen termijn aan de maatregel is gesteld en Healthcity ook niet heeft aangegeven op welk moment of onder welke voorwaarden [eiser] weer toegang krijgt tot HC Den Haag , moet ervan uitgegaan worden dat dit bedoeld is als een definitieve weigering.
Stalking/benadering van vrouwenHealthcity heeft een klacht van [betrokkene 1] uit januari 2015 overgelegd. [eiser] heeft in reactie daarop aangegeven dat [betrokkene 1] hem duidelijk had gemaakt niet in hem geïnteresseerd te zijn en dat hij nadien heeft hij ook geen enkel contact meer met haar gehad.
Voor zover hetgeen [betrokkene 1] schrijft al kan worden aangemerkt als stalking of ongewenst gedrag, moet worden vastgesteld dat er na januari 2015 kennelijk geen melding door vrouwelijke leden is gedaan tegen [eiser] van stalking of ongewenst gedrag. Integendeel, een lid, [betrokkene 2] verklaart dat [eiser] haar had gevraagd bij [betrokkene 1] te informeren en, nadat de reactie negatief was, dat hij dit heeft geaccepteerd. Een ander lid, [betrokkene 3] , verklaart [eiser] 4-5x per week in de sportschool te zien en dat zij nog nooit ongewenst gedrag van hem heeft gezien. [betrokkene 4] , kent [eiser] al 10 jaar, verklaart ditzelfde en geeft daarbij aan dat zij zoiets ook nooit heeft gehoord over [eiser] , ook niet in de vrouwenkleedkamer, en dat [eiser] vrouwen altijd met respect behandelt. Ook voormalige instructrice [instructrice 1] verklaart geen ongepast gedrag van [eiser] te hebben gezien. Zij verklaart dat zij hem juist graag in haar lessen had, omdat hij prettig was tegen dames en gepaste afstand hield, ook bij de intieme partnerdansles Kizomba.
Klacht instructrice [instructrice 2]Healthcity heeft verder een verklaring overgelegd gedateerd november 2017 over een incident dat in mei 2016 zou hebben plaatsgevonden. De instructrice “Body Attack”, [instructrice 2] verklaart daarover dat [eiser] tijdens haar lessen andere klanten lastig viel door hardop een negatieve mening te verkondingen, anderen actief probeerde te beletten haar lessen te volgen door hen over te halen kaartjes in te leveren en naar een andere les te gaan, als ook dat hij de veiligheid tijdens de les in gevaar zou brengen door instructies over het plaatsen van bidons te negeren en met hete thee/koffie in en uit de les te lopen. [eiser] heeft in reactie hierop aangegeven dat hij inderdaad [instructrice 2] geen goede instructrice vond, maar dit gold ook voor anderen die kritiek hebben geuit. Hij betwist de overige verwijten en wijst daarbij op de overgelegde verklaring van [betrokkene 3] (lid) die verklaart dat de kwaliteit van de lessen van [instructrice 2] minimaal was en dat leden negatief over [instructrice 2] zijn door haar vervelende opmerkingen, alsmede dat zij [eiser] niet met warme dranken in de les heeft gezien en dat hij geen anderen heeft overgehaald of kaarten heeft uitgedeeld. Wie hij zou hebben overgehaald is vervolgens onduidelijk gebleven.
Ter zitting heeft [eiser] verklaard dat hij [manager] had aangesproken over het feit dat [instructrice 2] dreigende taal in zijn richting had geuit. In reactie hierop heeft [manager] verklaard dat hij de uitlating van [instructrice 2] zelf niet dreigend vond en geen stappen heeft ondernomen richting [instructrice 2] .
De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat [instructrice 2] zich heeft geërgerd aan [eiser] (en mogelijk andere leden), omdat zij kritiek kreeg op haar manier van lesgeven. [instructrice 2] heeft zich niet onbetuigd gelaten door haar taalgebruik richting [eiser] . Daar komt nog bij dat een andere instructrice uit die periode, [instructrice 1] , juist aangeeft dat je [eiser] graag in je les wilt hebben. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [eiser] zich heeft misdragen jegens [instructrice 2] in mei 2016.
Klacht instructrice [instructrice 3]De instructrice “Zumba”, [instructrice 3] , verklaart in november 2017 dat [eiser] eind 2016, hij haar iets te lang aanraakte als hij haar zag, een hand op haar schouder legde of een knijpje in haar arm. Verder zou hij haar woorden over [instructrice 2] hebben verdraaid en verklaart zij dat hem meerdere malen slecht had horen praten over de club tegen andere leden. Wat hij heeft gezegd is onduidelijk gebleven. [instructrice 3] verklaart in algemene termen.
[eiser] heeft dit weersproken en daarbij gewezen op de overgelegde verklaringen. Naast de verklaring van eerdergenoemde [instructrice 1] en [betrokkene 3] , heeft [betrokkene 5] verklaard dat zij de interactie tussen [instructrice 3] binnen en buiten de les als zeer vriendelijk had ervaren en dat [instructrice 3] tijdens de lessen [eiser] juist opzocht en ook geen wijziging in die interactie had gezien in 2017. [betrokkene 4] verklaart op gelijke wijze, dat [instructrice 3] [eiser] op het podium haalde om nummers met haar voor te doen, iedereen had dan de grootste lol en dat zij nooit ervaren had dat hun contact eenzijdig was.
De kantonrechter kan niet vaststellen dat [eiser] ongepast gedrag heeft vertoond jegens [instructrice 3] . In ieder geval is niet komen vast te staan dat er na eind 2016 iets is voorgevallen.
De verklaring van [betrokkene 7] komt overeen met wat [eiser] zelf verklaart en is geen onderbouwing van het verwijt dat hij andere leden actief zou hebben aangezet tot opzegging. [betrokkene 8] verklaart dat [eiser] sinds de verbouwing meerdere keren klaagde, zich kritisch uitliet in de kleedkamer en vond dat de club compensatie mocht bieden voor het ongemak.
Het moge zo zijn dat er leden waren die niet gecharmeerd waren van de opmerkingen van [eiser] , het klagen over de situatie op de sportschool tijdens een verbouwing, is nog geen reden om iemand definitief de toegang te weigeren. Er is geen lid bij naam genoemd die door [eiser] zou zijn overgehaald om op te zeggen. Daar staat tegenover dat [betrokkene 9] heeft verklaard dat ook hij flink heeft geklaagd over de situatie tijdens de verbouwing, dat zijn verzoek om zijn abonnement in die periode te bevriezen was afgewezen en dat hij tegen o.a. [betrokkene 7] had gezegd dat door het gebrek aan management en de lage kwaliteit de club aan het zinken was. Tegen [betrokkene 9] zijn geen stappen ondernomen noch is hem de toegang geweigerd.
weerspreekt ook dat [eiser] hem zou hebben aangespoord om de club te verlaten. Ook zijn pagina’s overgelegd van social media, waarop leden klagen en waarop door Healthcity is gereageerd. Dat [eiser] ongepast gedrag heeft vertoond, is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken.